4.3_Hefboomwet

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Deze les

Uitwerkingen opgaven §4.3 (deel 1)

Vragen n.a.v. de uitwerkingen? Neem dan contact op met je docent!

 §4.3 Beweegbare constructies (deel 2)

Hefboomwet

Hefboomwet

In deze les ga je werken met de hefboomwet.

Klik hier om de applet te openen.

Klik op intro en ga naar de volgende slide.

Hefboomwet

Vink rechtsboven massa's aan en meetlat.

Zet aan de linkerkant van de wip een brandblusser en aan de rechterzijde de vuilnisbak.

(Slepen met de muis)

Haal nu onderaan de schakelaar over om te controleren of er evenwicht is.

Hefboomwet

als je geen evenwicht had, verschuif dan brandblusser om evenwicht te maken.

Lukt dat niet, verschuif dan de vuilnisbak.

Tip: met de schakelaar kun je de steunen weer aanbrengen, zodat het makkelijker is om de brandblusser of vuilnisbak te verplaatsen.

Hefboomwet

Kies helemaal onderaan het middelste plaatje waar balanceren bij staat.

Vink massa's, in evenwicht en meetlat aan.

In het onderste vak kun je kiezen uit bakstenen, personen of onbekende voorwerpen.

(pijl naar rechts aanklikken)

Hefboomwet

Leg links een baksteen van 5 kg.

Leg rechts onbekend voorwerp H.

Zorg dat er evenwicht ontstaat.

Beantwoord de vragen op de volgende dia's.

Bereken de zwaartekracht op de baksteen.

Lees de arm links af.

Lees de arm rechts af.

Bereken de kracht op voorwerp H.

Bereken de massa van voorwerp H

Hefboomwet

Leg links een baksteen van 15 kg op 2 meter afstand.

Bereken EERST waar een persoon van 80 kg moet zitten om evenwicht te maken.

De arm van iemand van 80 kg is ?

Hefboomwet

Zet de man van 80 kg rechts op de wip op de door jouw berekende afstand. Als dat niet lukt, zet je hem zo dicht mogelijk in de buurt, 1x links en 1x rechts van het gewenste punt. 

Klopte je antwoord? Leg uit waarom.

Hefboomwet

1. Plaats links een kind van 30 kg op het uiteinde  (2m) van de wip.
2. Plaats rechts de vrouw van 60 kg zodat er evenwicht is.
3. Noteer de arm links en de arm rechts in een tabel.
4. Schuif het kind een plaats naar binnen toe.
5. Probeer weer evenwicht te maken.
6. Als dat lukt noteer je de armen in de tabel.
7. Herhaal dit totdat je links alle plaatsen gehad hebt.

Wat geldt er voor de kracht aan de rechterkant vergeleken met de kracht aan de linkerkant?

1. F​rechts​​=​2​​1​​F​links​​
2. F​rechts​​=F​links​​
3. F​rechts​​=2F​links​​

Wat geldt er voor de arm aan de rechterkant vergeleken met de arm aan de linkerkant?

1. r​rechts​​=​2​​1​​r​links​​
2. r​rechts​​=r​links​​
3. r​rechts​​=2r​links​​

Hefboomwet

Kies helemaal onderaan het rechterplaatje waar SPEL bij staat.

Veel Speelplezier!

Huiswerk

Maken: 34, 35

-> Voor de mensen die natuurkunde kiezen: 38, 40

-> Voor de mensen die geen natuurkunde kiezen: 36, 37

Leren: §4.3