Herhalingsoefeningen reclame

Herhalingsoefeningen reclame en gevoelswaarde
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsoefeningen reclame en gevoelswaarde

Slide 1 - Diapositive

Duid aan of de woorden die in hoofdletters staan een positieve of negatieve connotatie hebben of dat het om een denotatie gaat.
"In onze klas hangt vaak een vreselijke STANK. Het lokaal ligt vlak naast de toiletten."
A
Denotatie
B
Positieve connotatie
C
Negatieve connotatie

Slide 2 - Quiz

Duid aan of de woorden die in hoofdletters staan een positieve of negatieve connotatie hebben of dat het om een denotatie gaat.

"Enkel door het AROMA van koffie voel ik me al wakkerder."

A
Denotatie
B
Positieve connotatie
C
Negatieve connotatie

Slide 3 - Quiz

Duid aan of de woorden die in hoofdletters staan een positieve of negatieve connotatie hebben of dat het om een denotatie gaat.

"De GEUR in deze gang is niet aangenaam."

A
Denotatie
B
Positieve connotatie
C
Negatieve connotatie

Slide 4 - Quiz

Lees de situatie en de reactie daarop
Is deze reactie een eufemisme en een dysfemisme.

Je bent op bezoek bij je vriend, die trots zijn pas gekochte cd laat horen. Helaas ben jij absoluut geen fan van het muziekgenre. Na een halfuur te hebben geluisterd, zou je dan ook graag naar een andere stijl luisteren.

REACTIE: 'Ik kan begrijpen dat jij deze muziekstijl fantastisch vindt, maar ik word er echt misselijk van. Misschien wordt het eens tijd dat we een ander soort plaatje draaien?'

A
Eufemisme
B
Dysfemisme

Slide 5 - Quiz

Lees de situatie en de reactie daarop
Is deze reactie een eufemisme en een dysfemisme.

Het is een drukke dag en je hebt nog veel te doen. Het plan was om even snel een broodje voor de lunch te halen, maar nu sta je in een ellenlange wachtrij aan de kassa en durft er iemand nog voor te kruipen ook. Wat zeg je aan die persoon?

REACTIE: 'Welwel, het is bijzonder druk vandaag, vind je ook niet? Zouden we niet beter elk op ons eigen plekje wachten tot het effectief onze beurt is?'


A
Eufemisme
B
Dysfemisme

Slide 6 - Quiz

Lees de situatie en de reactie daarop
Is deze reactie een eufemisme en een dysfemisme.

Een klasgenote heeft een nieuwe haarstijl die jij echt lelijk vindt. Op de koop toe loopt ze er de hele dag mee te pronken en beweert ze zelfs dat ze probleemloos de plaatselijke missverkiezing zal winnen. Ze vraagt jou wat je van haar haarcoupe vindt.

REACTIE: 'Superorigineel! Ik had nooit gedacht dat jij dit zou aandurven, maar het is inderdaad het proberen waard. Hopelijk levert het jou veel succes op tijdens de verkiezing. Ik duim alvast.'


A
Eufemisme
B
Dysfemisme

Slide 7 - Quiz

WELKE VORM VAN GEÏNTEGREERDE RECLAME WORDT HIER OMSCHREVEN

Bij deze vorm van reclame betalen adverteerders voor het laten gebruiken, in beeld tonen of noemen van een product of merk. Zulke commerciële verwijzingen zijn niet toevallig: de producent of uitgever heeft een belang bij de promotie. De adverteerder wordt ook wel aangeduid als sponsor.
A
productplacement
B
in-game advertising
C
reclame door influencers en vloggers
D
banner

Slide 8 - Quiz

VAN WELKE VORM VAN RIJM IS HIER SPRAKE
Stevig staat de sterke man uit Stekene op zijn standplaats.

A
eindrijm
B
binnenrijm
C
alliteratie
D
assonantie

Slide 9 - Quiz

DUID DE VERLEIDINGS-TECHNIEK AAN

A
Vergelijking
B
Wetenschappelijk onderzoek
C
Humor
D
Taalvariatie

Slide 10 - Quiz

Juist of fout?
‘Voor het eerst viel het hem op hoeveel de ramen op ogen leken.’
Dit is een voorbeeld van een personificatie.
A
Juist
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Juist of fout?
Assonantie is hetzelfde als medeklinkerrijm.

A
Juist
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Juist of fout?
‘Mijn papa is een held!’ riep de kleine Lotte. Dit is een voorbeeld van een metafoor.

A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Op de afbeelding zie je een voorbeeld van
A
Banner
B
Vlogger/influencer
C
Publireportage
D
Productplacement

Slide 14 - Quiz

Op de afbeelding zie je een voorbeeld van
A
Banner
B
Advergame
C
Productplacement
D
In-game advertising

Slide 15 - Quiz

Welke verleidingstruc wordt hier gebruikt?

Slide 16 - Question ouverte

Welke stijlfiguur wordt hier gebruikt?

Slide 17 - Question ouverte