Spreekvaardigheid B1 t/m B4

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

logos
Er worden feiten en bewijzen geleverd waarom je voor Oral-B zou moeten kiezen. Het reinigt namelijk beter en je krijgt 50 procent korting. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Pathos: 
speelt in op medeleven, verdriet en schuldgevoel van de kijker.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ethos
Mr. Bean eet het, dus het zal wel 
lekker zijn. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Ethos
  • Sterkste overtuigingsmiddel  -> je geloofwaardigheid als persoon
  • Je verwijst naar de eigen kwaliteiten of die van andere autoriteit --> ervaringsargument
  • Hou rekening met (niveau van het) publiek
  • Wees overtuigend en neem je publiek mee


Slide 10 - Diapositive

Ethos
Wat valt je op aan het ethos van WA in deze toespraak tijdens de corona-crisis?
Is hij geloofwaardig?

Slide 11 - Diapositive

Geloofwaardigheidsprobleem
Hoe probeert WA zijn geloofwaardigheid terug te krijgen?

Slide 12 - Diapositive

Pathos
  • Pathos = de emoties
  • Je speelt in op de emoties van je publiek:
  1. je probeert zo het beoordelingsvermogen aan te tasten
  2. pathos doet een beroep op het hart
  • Gebruik maken van voorbeelden, verhalen, beelden
  • Zorg wel dat je de juiste emotie bespeelt: verkeerde pathos kan juist zorgen voor weerstand



Slide 13 - Diapositive

Pathos
Speech Trump bij de Amerikaanse verkiezingen.

Slide 14 - Diapositive

Logos
  • Logos gaat over de logische opbouw van je argumenten
  • Je probeert je publiek te overtuigen met feiten, argumenten, bewijzen.
  • ->Er moet een rijkeluistax komen, want de rijkste 1 procent van de wereld bezit meer dan de rest van de wereld.
  • Hoe logischer je je argument opbouwt, hoe overtuigender je overkomt


Slide 15 - Diapositive

Bewijs?
W. Bush gaf een presentatie waar hij 'aantoonde'dat Irak massavernietigingswapens bezat. Zijn rechtvaardiging van de oorlog met Irak.

Slide 16 - Diapositive

In de praktijk: ethos
Ethos, oftewel je persoonlijkheid, is de belangrijkste factor om anderen te overtuigen. Je moet jezelf dus presenteren als iemand die vertrouwd kan worden en die ervaring heeft met het onderwerp. Dat kun je doen door iets te vertellen over je achtergrond of door een blijk te geven van je kennis.

Slide 17 - Diapositive

In de praktijk: pathos
Pathos gaat over de emoties die je bij anderen kunt oproepen. Mensen laten hun oordeel afhangen van de gemoedstoestand waarin ze verkeren; als we vrolijk zijn oordelen we anders dan wanneer we somber zijn.
Het is dus belangrijk te weten wat jouw toehoorders beweegt/interesseert.

Slide 18 - Diapositive

In de praktijk: logos
Als spreker moet je de structuur van het betoog logisch vormgeven om overtuigend over te komen. Dat wordt ook wel logos genoemd. Daarbij kun je gebruikmaken van bewijsmateriaal, getuigenissen, statistieken en gegevens en van universele waarheden (geldt voor iedereen).

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Hoe maakt Geert Wilders gebruik van ethos, pathos en logos?
Probeer dit per techniek in één zin te formuleren.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Goed gebekt
Hoe presenteer je?

Slide 25 - Diapositive

Taalgebruik
  • Pas je taal aan aan je publiek: woordkeus en zinslengte.
  • Gebruik signaalwoorden om verbanden te leggen.
  • Leg moeilijke begrippen uit. Gebruik sprekende voorbeelden.
  • Vermijd stopwoordjes en probeer ‘uhhh…’ te voorkomen.

Slide 26 - Diapositive

Stemgebruik
  • Tempo: spreek niet te snel.
  • Intonatie: varieer in toon en leg accenten. Een beetje overdrijven kan geen kwaad.
  • Volume: spreek duidelijk en hard genoeg. Varieer in volume.
  • Articulatie: Spreek de woorden goed uit. Oefen de uitspraak van moeilijke woorden.

Slide 27 - Diapositive

Houding
  • Sta rechtop en wiebel niet. Leun niet tegen de muur.
  • Zorg dat je gezichtsuitdrukking past bij je verhaal.
  • Maak gebaren met je handen om je verhaal kracht bij te zetten. Blijf wel jezelf, overdrijf niet.
  • Wees enthousiast. Straal uit dat je verhaal bijzonder en boeiend is. Geloof in jezelf.

Slide 28 - Diapositive

Contact
  • Kijk je publiek aan en kijk rond.
  • Maak contact met je publiek en houd rekening met/ anticipeer op reacties. 

Slide 29 - Diapositive