1.8 spelling

1.8 spelling
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

1.8 spelling

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
Grammatica 

Nakijken opdr. 10 (2.7)

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt
- de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen;
- leestekens goed gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Welke 2 fouten zie je?

Slide 4 - Diapositive

De PV in samengestelde zinnen
Enkelvoudige zin                    1 PV

Samengestelde zin                    meer dan 1 PV

Ik leer de toets, want ik wil graag een goed cijfer halen.

Ik ben erg teleurgesteld, omdat je steeds van mening verandert.

Slide 5 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
Ik loop
Hij loopt
Wij lopen
Ik antwoord
Hij antwoordt
Wij antwoorden

Slide 6 - Diapositive

beginnen [tt] Jij _____________ volgende week met muziekles.

Slide 7 - Question ouverte

bedoelen [tt] De mensen _____________ het vaak goed.

Slide 8 - Question ouverte

Maken
1.8 opdracht 3, 5, 6 (werkboek)


Klaar?
- Werkblad
- Oefen de woorden in Quizlet

Slide 9 - Diapositive

Deel 2

Slide 10 - Diapositive

Vorige les
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd




Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt
- de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen;
- leestekens goed gebruiken.

Slide 12 - Diapositive

Leestekens
. ! ?                              aan het eind van de zin
Mijn broertje is geslaagd voor zijn examen Nederlands. Weet je met welk cijfer? Een 10!

                                  volgt een voorbeeld, uitleg, opsomming, citaat
De app werkt als volgt: typ je unieke code in en je kaart wordt bezorgd.

Slide 13 - Diapositive

Aanhalingstekens                         citaat, aangeven dat je iets op
                                                               een andere manier moet lezen
Maaike zei: 'Lekkere 'vriendin' ben jij: je roddelt over mij achter mijn rug!'


Slide 14 - Diapositive

Komma
- tussen twee gezegdes in een samengestelde zin;
Als mevrouw Kalenkamp praat, ben je stil.
- in een opsomming;
Morgen heb ik vier so's: Duits, Nederlands, wiskunde én biologie!
- tussen twee bijvoeglijk naamwoorden;
De oude, lieve oma geeft haar kleinkind een snoepje.
- bij woorden als 'toch', 'ja', 'hoor' en 'oké'
Ja, ik bel je morgen. Dan had je tijd om te kletsen, toch?

Slide 15 - Diapositive

Start (klassikaal)
Opdracht 11

Slide 16 - Diapositive

Maken (zelfstandig)
1.8 opdr. 3, 5 en 6
1.8 opdracht 7, 8 en 10

Klaar?
- Werkblad afmaken
- Woorden leren in Quizlet

Slide 17 - Diapositive