Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Biologie!
Digitaal
.
Slide 1 - Diapositive
Test Jezelf bs 5
Klik naar de volgende dia !
Slide 2 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia. In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven (mjg = miljoen jaar geleden). Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. In welke perioden wordt het Cenozoïcum verdeeld?
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia. In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven (mjg = miljoen jaar geleden). Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. Hoeveel miljoen jaar geleden begon het Paleozoïcum?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia. In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven (mjg = miljoen jaar geleden). Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. Hoeveel miljoen jaar duurde het Mesozoïcum?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia. In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven (mjg = miljoen jaar geleden). Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. Hoeveel miljoen jaar geleden ontstonden de eerste amfibieën?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia.In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven (mjg = miljoen jaar geleden). Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. Wat heeft langer geduurd, de tijd vóór het ontstaan van de eerste vissen of de tijd vanaf het ontstaan van de eerste vissen tot nu?
A
De tijd voor het ontstaan van de eerste vissen
B
De tijd vanaf het ontstaan van de eerste vissen tot nu.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia.In de afbeelding is een geologische tijdschaal weergegeven (mjg = miljoen jaar geleden). Een brede lijn geeft aan dat een groep een grote bloei heeft doorgemaakt. Hoeveel miljoen jaar geleden begon het Mesozoïcum?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Kijk naar de volgende afbeelding in de volgende dia. In de afbeelding is een stamboom van de ontwikkeling van varkensachtigen getekend. Is de volgende bewering juist of onjuist? Paleochoerus is de voorouder van de reuzenpecari.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia. In de afbeelding is een stamboom van de ontwikkeling van varkensachtigen getekend. Is de volgende bewering juist of onjuist? Het wild zwijn vertoont meer verwantschap met het hertzwijn dan met een gewoon wrattenzwijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Kijk naar de afbeelding in de volgende dia. In de afbeelding is een stamboom van de ontwikkeling van varkensachtigen getekend. Is de volgende bewering juist of onjuist?
Dicoryphochoerus is eerder uitgestorven dan Bunolistriodon.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Basisstof 6 Biotechnologie
Slide 21 - Diapositive
Basisstof 6 Biotechnologie
Lesdoel
Je moet voorbeelden van toepassingen van Biotechnologie kunnen noemen.
Slide 22 - Diapositive
Lezen
Lees basisstof 6 Biotechnologie van thema 5
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Aantekening bs 6
Recombinan- DNA-technieken : in het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijkheid informatie aangebracht.
De veranderde organismen kunnen voor de mens nieuwe of goedkopere voedingsmiddelen , geneesmiddelen, hormonen of enzymen produceren.
Voorbeelden: bacteriën kunnen het hormonen insuline
Slide 25 - Diapositive
Aantekeningen BS 6
Voorbeelden van Biotechnologie waarbij de erfelijkheid eigenschappen van organische niet worden veranderd:
gisten worden gebruikt bij de productie van brood, bier en wijn.
Bacteriën worden gebruikt bij de productie van yoghurt en zuurkool.
Slide 26 - Diapositive
Aantekeningen BS 6
Genetische modificatie : de mens verandert de erfelijke eigenschappen van andere soorten organismen.
Slide 27 - Diapositive
Aantekening
Recombinant- DNA-technieken : in het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijkheid informatie aangebracht.
De veranderde organismen kunnen voor de mens nieuwe of goedkopere voedingsmiddelen , geneesmiddelen, hormonen of enzymen produceren.
Slide 28 - Diapositive
Hoe werkt het ?
Voorbeeld: bacteriën kunnen het hormonen insuline produceren, nadat het gen van de mens voor de productie van insuline is ingebracht van de bacteriën.
Slide 29 - Diapositive
Opdrachten maken
Maak de opdrachten 20 t/m 22 van basisstof 6 thema 5 in de digitale leeromgeving van Biologie.
WEET JE NIET WAAR JE HET MOET MAKEN ? Bekijk de volgende twee video's