Ecologie Les 4: Energiestromen en kringlopen

15.1 Energiestromen
Exoot uitgekozen
Taken verdeeld

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

15.1 Energiestromen
Exoot uitgekozen
Taken verdeeld

Slide 1 - Diapositive

voedselketen

Slide 2 - Diapositive

Energiestroom in ecosysteem

Slide 3 - Diapositive

Voedselketen
Voedselweb

Slide 4 - Diapositive

Voedselkringloop
Koolstofkringloop
Afval-
eters

Slide 5 - Diapositive

Stikstof
- Waarvoor hebben organismen stikstof nodig?
- Hoe zit de stikstofkringloop 
in elkaar?

Slide 6 - Diapositive

Stikstof nodig?
- Vloeibare stikstof
- In natuur als N2 (g) (lucht: 78% N2)

Stikstof is nodig voor:
- aminozuren

Aminozuren zitten in DNA, eiwitten, chlorofyl.

Slide 7 - Diapositive

Koolstofkringloop
BINAS 93F
Stikstofkringloop
BINAS 93G

Slide 8 - Diapositive

Gebruikelijke route
A: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
B: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
C: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
D: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
E: Rottingsbacterien breken ureum af tot NH3
F: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
G: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
H: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 9 - Diapositive

Bijzondere route
Sommige bacteriën kunnen ammoniak (NH3) omzetten in N2(g). 
Gevolg: bodem minder voedselrijk voor planten.

Weer andere bacteriën kunnen N2 (g) omzetten in NH3 (zie afb. 29).
Gevolg: bodem voedselrijker.
!! Groenbemesten

Slide 10 - Diapositive

Andere routes
'Verstorende' routes:
- NO3-  > NH4+    ammonificatie
- NO3- > N2 (g)    denitrificatie

Er kan stikstof (tijdelijk) verloren gaan via:
- uitspoeling in de bodem (NH4- en NO3-)  
- vervluchtiging (NH3)

Slide 11 - Diapositive

Exoten
Als viertal kies je een exoot uit.
  • Beschrijf het organisme (soort, eigenschappen, eisen aan de omgeving)
  • Hoe is het organisme hier gekomen?  Abiotisch / biotisch
  • Het ecosysteem (in NL + origineel) à hoe ziet de omgeving er uit?
  • De functie van het organisme
    - producent / consument / reducent
    - concurrentie / positief of negatief effect op andere soorten
    - symbiose
    - het voedselweb (maak deze)
  • Wat voor effect heeft de exoot op ons ecosysteem / land?
  • Wat zou je doen met deze exoot?
  • Andere weetjes?

Slide 12 - Diapositive