Zinsontleding: WG/OW/LV

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Zinsontleding: WG/OW/LV

Begintaak

Pak je schrift en schrijf de zinnen die hieronder staan over in een ander tijd.

a. Sommige jongens en meisjes voetballen waanzinnig goed.

b. Andere jongeren hebben een prachtige zangstem.

c. Die talenten willen we allemaal graag hebben.

d. In de Bizarre Talent Top 10 staan heel andere soorten talenten.

e. Ben je nieuwsgierig geworden?

Als je klaar bent, ga je lezen in je leesboek!

Lesdoelen

- Je leert hoe je het werkwoordelijk gezegde vindt;

- je leert hoe je het onderwerp van de zin vindt;

- je leert hoe je het lijdend voorwerp vindt.

-

Lesprogramma

- Lezen (15 min)

- Terugblik en huiswerk (10 min)

- Uitleg: zinsontleding: WG/OW/LV (10 min)

- Zelfstandig werken (20 min)

- Afsluiting en vooruitblik (5 min)

Huiswerk

Talent A, 1.7 Grammatica Zinsdelen: opdracht 5, 6, 7, 8, 9 en 12 (blz. 50-52)

Begintaak

Zinsontleding

Kijk mee in je boek op blz. 110

Maak zo nodig aantekeningen in je schrift of boek

talent.secure.malmberg.nl

Werkwoordelijk gezegde (=WG)

- WG= alle werkwoorden in de zin

- De PV is ook een werkwoord en dus ook WG

- let op splitsbare werkwoorden: allebei de delen horen bij WG

- de woordjes 'aan het' en 'te' horen ook bij WG

Twee manieren om OW te vinden

1. Onderwerpsproef

2. Wie/wat + WG

Lijdend voorwerp (lv)

Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 

Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 

Lijdend voorwerp (lv)

Lijdend voorwerp (=LV)

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 

WIE/ WAT + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Let op: 

• niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
  
• een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

Het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt in de zin.

Oranjesupporters juichten de nieuwe helden toe vanuit cafés in steden en dorpen.

Het Nederlandse vrouwenelftal behaalde toen de Europese titel.

Aan de slag

Noteer het huiswerk voor maandag het 4e uur in je Plenda:

maken uit Talent A, 2.7 Grammatica Zinsdelen: opdracht 4, 5, 6, 9, 10 en 12 (blz. 110-115)

Huiswerk af?

Ga dan lezen in je leesboek.