Grammatica zinsdelen H3

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel

Slide 1 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Wat weet je nog?

Uitleg naamwoordelijk gezegde

Snap je het?

Aan de slag!

Slide 3 - Diapositive

Weet je het nog?
Opdracht 1 - blz. 175 - zinnen c - d - e - g - h

Verdeel de zin in zinsdelen en benoem daarna: pv - ond - wwg - lv.

Klaar? Lees alvast de theorie op bladzijde 177.
Alleen en in stilte - 10 minuten

Slide 4 - Diapositive

Weet je het nog?
c. De verjaardag van de 5-jarige prinses Wilhelmina werd in 1885 groots gevierd.
d. De viering vergrootte de populariteit van de prinses bij het volk.
e. In de 20e eeuw werd de datum van de viering naar 30 april verplaatst.
g. Tijdens de Tweede Wereldoorlog mochten de Nederlanders de nationale feestdag niet vieren.
h. De inwoners aten op die dag stiekem oranje worteltjes.

Slide 5 - Diapositive

Theorie
Naamwoordelijk gezegde

Slide 6 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
a. Mevrouw Oldenburg heeft als docent gewerkt.
b. Mevrouw Oldenburg is docent.

wwg = wat doet het onderwerp?
ng = wat is het onderwerp?

OF wwg (daarna lv) OF ng

Slide 7 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
ng = werkwoorden + [naamwoordelijk deel van het gezegde]

Mevrouw Oldenburg is docent.
pv = 
ond =
doet het onderwerp iets of is het onderwerp iets?
ng = 

Slide 8 - Diapositive

Snap je het?
- pv - ond - ng
- Zinnen b + f - blz. 175
- Alleen en in stilte - 4 minuten

Mevrouw Oldenburg / is / [docent].
          o                                  ng      ng

Slide 9 - Diapositive

Snap je het?
b. Eigenlijk was de eerste 'Koningsdag' uit de geschiedenis een Prinsessendag.

f. Die datum bleef onveranderlijk tot de troonsopvolging van koning Willem Alexander.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Opdrachten 6 + 7
Bladzijde 178
Alleen en in stilte
Vergeet niet om het ng tussen [haakjes] te zetten!
Klaar? Lees verder uit je leesboek
Neem zo snel mogelijk een nieuw leesboek mee naar de les + geef de titel van je boek door aan mevrouw Stevens of Hadioui.

Slide 11 - Diapositive

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (7 + 8 van blz. 178 + 179)

Slide 12 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde

Slide 13 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Wat weet je nog?

Huiswerk nakijken

Uitleg naamwoordelijk gezegde

Snap je het?

Aan de slag

Slide 14 - Diapositive

Weet je het nog?
  • Verschil tussen naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde?
  • Waar bestaat het naamwoordelijk gezegde uit?

  • Wat is het ng uit de zin:
                       Manon is de sterkste vrouw van Nederland.

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk nakijken - blz. 178
a. Steeds meer brugklassers zijn stressgevoelig.

b. Brugklasser Anna werd erg nerveus van proefwerken.

c. Ze was niet meer het vrolijke meisje van de basisschool.

d. Voor kinderen als Anna zal stress altijd een zwakke plek blijven.

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk nakijken - blz. 179
a. In de brugklas krijg je opeens heel veel verschillende leraren.

b. Op één dag kunnen de vakken Nederlands, Frans, wiskunde en aardrijkskunde op het programma staan.

c. Voor elk vak geeft je leraar huiswerk op.

d. Daarom zul je goed moeten leren plannen.

e. Op die manier komt een proefwerk nooit onverwacht.


Slide 17 - Diapositive

Theorie
Naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Slide 18 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
a. Mevrouw Oldenburg heeft als docent gewerkt.
b. Mevrouw Oldenburg is docent.

wwg = wat doet het onderwerp?
ng = wat is het onderwerp?

OF wwg (daarna lv) OF ng

Slide 19 - Diapositive

NG of WG?
Stap 1: wat is de pv?
Stap 2: verdeel de zin in zinsdelen
Stap 3: wat is het onderwerp?
Stap 4: wat zijn alle werkwoorden?
Stap 5: DOET het onderwerp iets of IS het onderwerp iets?
        Stap 6a: DOET --> WWG --> Noteer alle werkwoorden
                           Ga daarna door met het lv
        Stap 6b: IS --> NG --> Noteer alle ww + het naamwoordelijk deel

Slide 20 - Diapositive

Snap je het?
1. Volgend schooljaar krijgen wij les van andere docenten.

2. Ben je ook zo nieuwsgierig naar de verschillende docenten?

Slide 21 - Diapositive

Woensdag 1 februari
Opdrachten 10 + 12
Bladzijde 180
Alleen en in stilte

Klaar? Lees verder uit je leesboek
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs.

Slide 22 - Diapositive

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (10 + 12  van blz. 180)

Slide 23 - Diapositive

Grammatica zinsdelen
Naamwoordelijk gezegde

Slide 24 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Wat weet je nog?

Huiswerk nakijken

Uitleg naamwoordelijk gezegde

Opdrachten maken

Slide 25 - Diapositive

Weet je het nog?
  • Verschil tussen naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde?
  • Waar bestaat het naamwoordelijk gezegde uit?

  • Wat is het ng uit de zin:
                       Emma zal deze zomer 5 jaar worden.

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk nakijken - blz. 180
a. In Nederland vieren we bijna elke dag 'een dag van iets'.

b. Op Nationale Pannenkoekendag bakken scholieren pannenkoeken voor ouderen in de buurt.

c. Mensen zijn een uur stil tijdens De Dag van de Stilte eind oktober.

d. Op de Nationale Verander je Wachtwoorden Dag moeten we al onze wachtwoorden veranderen.

Slide 27 - Diapositive

Huiswerk nakijken - blz. 180
e. De Dag van de Leraar eert de leraar voor zijn of haar goede werk.

f. De interessantste dag blijft de Nationale Poepdag van de Maag Lever Darm Stichting.

g. Ben je ook nieuwsgierig naar de invulling van deze bijzondere dag?

Slide 28 - Diapositive

Theorie
Naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Slide 29 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde
a. Mevrouw Oldenburg heeft als docent gewerkt.
b. Mevrouw Oldenburg is docent.

wwg = wat doet het onderwerp?
ng = wat is het onderwerp?

OF wwg (daarna lv) OF ng

Slide 30 - Diapositive

NG of WG?
Stap 1: wat is de pv?
Stap 2: verdeel de zin in zinsdelen
Stap 3: wat is het onderwerp?
Stap 4: wat zijn alle werkwoorden?
Stap 5: DOET het onderwerp iets of IS het onderwerp iets?
        Stap 6a: DOET --> WWG --> Noteer alle werkwoorden
                           Ga daarna door met het lv
        Stap 6b: IS --> NG --> Noteer alle ww + het naamwoordelijk deel

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive