Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Toets voorbereiding
Nederlands
Dinsdag 5e lesuur
11.30-12.15
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
Dinsdag 5e lesuur
11.30-12.15
Slide 1 - Diapositive
Programma
1. Uitleg
2. Lesson Up!
3. Aan de slag
4. Extra tijd?
Slide 2 - Diapositive
We gaan oefenen d.m.v. deze Lesson up!
Slide 3 - Diapositive
Het is belangrijk dat je goed op let! Deze les krijg je de laatste uitleg voor de toets!
Slide 4 - Diapositive
Dus...
Luister naar de juf!
Slide 5 - Diapositive
Je kan de persoonsvorm vinden.
Slide 6 - Diapositive
De persoonsvorm
Is
altijd
een
werkwoord
! Iets wat je kunt doen.
Lopen, praten, drinken, denken, willen, hebben etc.
Hoe vind je de persoonsvorm?
1. Door een
vraagzin
te maken.
2. Door de zin in een andere
tijd
te zetten.
3. Door de zin in het
meervoud
te zetten ( de getal proef).
Slide 7 - Diapositive
De persoonsvorm is een .....
A
Persoon
B
Ding
C
Werkwoord
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 8 - Quiz
De persoonsvorm is altijd een werkwoord
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Door de zin in een andere tijd te zetten
B
Door de zin om te draaien
C
Door ' t exkofschip te gebruiken
D
Met de getalproef
Slide 10 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Ik kan dit niet betalen.
A
kan
B
betalen
C
Ik
Slide 11 - Quiz
Samengestelde zinnen
Twee losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn.
Een samengestelde zin heeft twee
persoonsvormen
.
Slide 12 - Diapositive
Voegwoord
Een
voegwoord
plakt de twee zinnen aan elkaar.
Voegwoorden zijn bijvoorbeeld:
en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus.
Let op! Een voegwoord kan ook
vooraan
in de zin staan.
Slide 13 - Diapositive
Herken de
samengestelde zinnen.
timer
0:30
A
Ron leest een boek en Lisa een krant.
B
Nadat ik veel ijs at, werd ik misselijk.
C
Je denkt steeds dat Sneep Harry dwarszit.
D
Zeist is een plaats die Harry goed kent.
Slide 14 - Quiz
Wat zijn kenmerken van samengestelde zinnen?
A
Er staan een aantal woorden met hoofdletters in de zin.
B
Er staan twee persoonsvormen in.
C
Er staat een signaalwoord of voegwoord in.
D
De zin bestaat altijd uit een hoofdzin en een bijzin.
Slide 15 - Quiz
Herken de
samengestelde zinnen.
A
Ik vind het fijn dat het mooi weer is.
B
De kinderen houden niet erg van skaten.
C
Een lange zin is niet altijd samengesteld.
D
Als je de stof herhaalt, onthoud je meer.
Slide 16 - Quiz
Hoe herken je samengestelde zinnen?
A
Door meerdere persoonsvormen en een of meerdere voegwoorden
B
Door één persoonsvorm en géén voegwoord
Slide 17 - Quiz
Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Als je een plastic tasje wilt gebruiken, moet je daarvoor betalen.
B
Na het kampioensfeest hebben alle spelers van het team de volgende dag de troep opgeruimd.
C
Jarno heeft een afspraak met de orthodontist gemaakt, omdat zijn beugel los zit.
D
In China gebruiken steeds meer mensen de fiets.
Slide 18 - Quiz
Het lijdend voorwerp
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Bijna alle zinnen hebben een
onderwerp
en een
gezegde
. Een zin kan nog meer zinsdelen hebben, bijvoorbeeld een
lijdend voorwerp (lv)
.
Een lijdend voorwerp geeft meestal aan wie of wat iets overkomt.
Slide 21 - Diapositive
Lijdend voorwerp
Onderwerp
= Wie?
Gezegde
= Alle werkwoorden
Lijdend voorwerp
= Wat/wie + gezegde + onderwerp
Slide 22 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp (LV) in de zin:
Mag ik u een kopje koffie aanbieden?
Slide 23 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp (LV) in de zin:
Het verlegen jongetje gaf ik een schouderklopje.
Slide 24 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp?
Sophie doet jou de groeten
A
Geen lijdend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten
Slide 25 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp:
De meester deelt de schriften uit.
A
De meester
B
deelt uit
C
de schriften
D
er is geen lijdend voorwerp
Slide 26 - Quiz
Wat kun je nu doen?
1. De oefentoets maken
2. Cursus 5
§ 8 ZD Mixopdrachten
3. In je boek aan de slag met de opdrachten.
Steek je vinger op als je niet weet wat je moet doen.
Slide 27 - Diapositive
Dat was 'm alweer!
Goed gewerkt toppers!
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
Août 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L3 zinsleer (herhaling)
Mars 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
T21 - Zinsleer: herhaling
Octobre 2023
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Octobre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Impact Nu 3: D2L6 zinsontleding (instap DA)
Août 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
SCC M10 L3 Voorwerpen en herhaling (zinsleer_DIFFERENTIATIE)
Juillet 2023
- Leçon avec
45 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs