Engels Vervolg A1 - Thema 1 Jij & anderen Les 1

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Engels Vervolg Thema 1

Jij & anderen

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan ik...

• iets over mijzelf vertellen in het Engels met behulp van het woordblok
• iets over anderen vertellen in het Engels met behulp van het woordblok en afbeeldingen.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app       

De docent geeft altijd het goede voorbeeld en positioneert zichzelf bovenaan de schoolladder op zowel kennis, vocabulaire als attitude. Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen, noemt namen, maakt een praatje en besteed aandacht aan het welbevinden van de leerlingen. De leerlingen zitten startklaar met bijvoorbeeld spullen voor zich en zijn ingelogd in LessonUp of een vergelijkbaar digitaal leermiddel. De docent eist 100% aandacht voordat hij start met de les en spreekt verwachtingen uit die specifiek, concreet, samenhangend en waarneembaar zijn geformuleerd.

Sara en haar vriend, Alex, komen allebei uit Los Angeles.

1. waar
2. niet waar

Instructie 

Maken blz. 9 opdr 2

Luister naar het woordblok

Oefenen woordblok 1A op blz. 10

Leer voor jezelf de woorden.

Je krijgt hiervoor 5 minuten.

Ben je klaar voor de quiz? 

Wat betekent het woord
"the Netherlands"?

1. Nederland
2. Dutch
3. Holland
4. Nederlands

Wat betekent het woord
"welcome"?

1. hoi
2. welkom
3. hallo
4. fijn er te zijn

Wat betekent het woord
"too"?

1. haar
2. mooi
3. ook
4. met

Wat betekent het woord
"very"?

1. haar
2. mooi
3. dark
4. erg,heel

Wat betekent het woord
"big"?

1. haar
2. lang
3. ogen
4. groot

Wat betekent het woord
"best"?

1. altijd
2. vrolijk
3. beste
4. veel

Wat betekent het woord
"great"?

1. kijk
2. foto
3. geweldige
4. weer

Wat betekent het woord
"dutch"?

1. Ned
2. Deuzige
3. Holland
4. Nederlands

Wat betekent het woord
"with"?

1. wit
2. mooi
3. ook
4. met

Wat betekent het woord
"hair"?

1. haar
2. mooi
3. dark
4. erg,heel

Wat betekent het woord
"long"?

1. haar
2. lang
3. eyes
4. groot

Wat betekent het woord
"always"?

1. altijd
2. vrolijk
3. beste
4. veel

Wat betekent het woord
"a lot of"?

1. altijd
2. vrolijk
3. beste
4. veel

Wat betekent het woord
"dark"?

1. haar
2. mooi
3. dark
4. erg,heel

Wat betekent het woord
"her"?

1. haar
2. lang
3. eyes
4. groot

Wat betekent het woord
"happy"?

1. altijd
2. vrolijk
3. beste
4. veel

Wat betekent het woord
"again"?

1. kijk
2. foto
3. geweldige
4. weer

Wat betekent het woord
"beautiful"?

1. haar
2. mooi
3. ook
4. erg,heel

Wat betekent het woord
"eyes"?

1. haar
2. lang
3. ogen
4. groot

Wat betekent het woord
"picture"?

1. kijk
2. foto
3. geweldige
4. weer

Wat betekent het woord
"watch"?

1. kijk
2. foto
3. geweldige
4. weer

Maken

Maak opdracht 3 en 4 op bladzijde 11 en 12.

Instructie 

Luister naar opdracht 5 op blz. 13.

Instructie

Luister naar de vlog van Jamila.

Vul tijdens en na het luisteren opdracht 6 en 7 in.

Vergelijk je antwoorden met je buurman of buurvrouw. Zijn jullie het met elkaar eens?

Zelfstandige verwerking

Maak opdracht 8 t/m 11 op bladzijde 15 en 16 van het werkboek.

Gebruik hierbij het woordblok en uitdrukkingenblok. Zo kun je ook zelf controleren of je de woorden goed hebt geschreven.

Exit ticket

Maak een zin met de woorden.

I

live

Arnhem

in

Maak een zin met de woorden.

my

to

Welcome

vlog

Maak een zin met de woorden.

likes

dance

to

She

Maak een zin met de woorden.

cool

She

looks

always

Kijk naar je buurman of buurvrouw. Probeer in het Engels een kenmerk van hem/haar op te schrijven.
Voorbeeld: He has brown hair. She is tall.

Kijk nog eens naar je buurman of buurvrouw. Probeer nu nog een keer in het Engels een kenmerk van hem/haar op te schrijven.
Voorbeeld: He has brown hair. She is tall.

Evaluatie

Kijk nu nog eens naar de toets. Controleer de woorden en verbeter de fouten. Gebruik indien nodig het woordblok op bladzijde 10 van je werkboek.

Hoeveel nieuwe woorden heb jij vandaag geleerd?

020

Hoe goed kun je nu iets vertellen over jezelf en anderen in het Engels?

😒🙁😐🙂😃