Werkwoordspelling sleeptoets
Is het werkwoord sterk (klankveranderend) of is het zwak (klankvast?) Sleep naar het goede kaartje!
Sterk werkwoord
(Klankveranderend)
Zwak werkwoord
(Klankvast)
wandelen
vinden
lopen
schieten
verven
vliegen
1 / 24
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Is het werkwoord sterk (klankveranderend) of is het zwak (klankvast?) Sleep naar het goede kaartje!
Sterk werkwoord
(Klankveranderend)
Zwak werkwoord
(Klankvast)
wandelen
vinden
lopen
schieten
verven
vliegen
Slide 1 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen
Slide 2 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep het goede werkwoord naar de persoon.
Mijn vader
Ik
Angela en ik
De kater
rent
rent
ren
rennen
Slide 3 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
't Kofschip-x
zitten de volgende werkwoorden in t' Kofschip-x?
JA
NEE
.
.
.
.
.
.
Luiden
Sporten
Branden
Melden
Planten
Richten
Slide 4 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Rennen
Ruilen
Bidden
Fietsen
Zijn
Hebben
Bevinden
Zitten
Slide 5 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
Zingen
Lopen
Kijken
Spelen
Klappen
Ruziën
Slide 6 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep het werkwoord naar de juiste tijd.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
voltooide tijd
ik vermeed
het geldt
jij bent uitgegleden
hij scoort
wij hielden
Slide 7 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
werkwoord
tegenwoordige tijd hij-vorm
voltooid deelwoord
gebakken
bakken
bakt
Slide 8 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
werkwoord
tegenwoordige tijd hij-vorm
voltooid deelwoord
beantwoorden
beantwoord
beantwoordt
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Zet de werkwoorden in de goede tijd
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Voltooide tijd
ik sproei
Arwin goot
de kinderen hebben gespot
Slide 10 - Question de remorquage
EDI jij
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Rennen
Ruilen
Zitten
Fietsen
Drijven
Vangen
Werpen
Prijzen
Slide 11 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het werkwoord in de zin? En wat is het onderwerp?
Juf Vivian
zit
op school vandaag.
persoonsvorm
onderwerp
Slide 12 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het werkwoord in de zin? En wat is het onderwerp?
heeft
persoonsvorm
onderwerp
Het hondje
het bot opgegeten.
Slide 13 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het werkwoord in de zin? En wat is het onderwerp?
Mijn opa
heeft
een sneeuwbal gegooid.
persoonsvorm
onderwerp
Slide 14 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
geloof
gelooft
geloven
Er staan 4 vier werkwoorden. Maak goede combinaties.
Hij......................het verhaal van het mooie meisje.
.............Ik dat nou echt?
De kinderen.................
de juf.
Slide 15 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
werkwoord
persoonsvorm
lidwoord
bijvoegelijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
De
mooie
boom
groeit
snel.
Slide 16 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Werkwoorden met
-de / -den
in de verleden tijd
Werkwoorden met
-te / -ten
in de verleden tijd
aanmelden
maken
leren
lachen
slagen
studeren
beleven
kletsen
Slide 17 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep de werkwoorden in het juiste vakje.
Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
lopen
schieten
raden
knippen
koken
braden
kopen
snuiten
snoeien
Slide 18 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
ik , ...... (t.t)
De kinderen .... (t.t)
Sleep het juiste werkwoord in de juiste rij.
Jij .... (v.t)
De groepen .... (v.t.)
wachten
wachtten
wacht
wachtte
Slide 19 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Is het werkwoord sterk (klankveranderend) of is het zwak (klankvast?) Sleep naar het goede kaartje!
Sterk werkwoord
(andere-klank)
Zwak werkwoord
(zelfde klank)
wandelen
vinden
lopen
schieten
verven
vliegen
Slide 20 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep het goede werkwoord in de zin.
heeft
heb
had
heeft
Papa ... dat zelf gesmeerd.
Ik ... dat ook wel eens gedaan.
Dat ... hij vroeger ook.
Papa ... een broodje kaas.
Slide 21 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
lopen
slapen
pakken
gapen
schrijven
bakken
schijnen
gamen
benutten
klimmen
veranderen
Slide 22 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
geloof
gelooft
geloven
geloven
Er staan 4 vier werkwoorden. Maak goede combinaties.
Hij......................het verhaal van het mooie meisje.
.............jij haar wel?
De kinderen.................
de juf.
Je moet haar niet.......................
Slide 23 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
roepen
slapen
pakken
gapen
schrijven
schijnen
kammen
benutten
blazen
veranderen
Sleep de werkwoorden naar het juiste vak.
Slide 24 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
