Quiz Griekse en Romeinse kunst
1 / 32
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
900-700 v.Chr.
700-650 v.Chr.
650-490 v.Chr.
490-320 v.Chr.
320-27 v.Chr.
De perioden
Archaïsche stijl
Hellenistische stijl
Geometrische stijl
Klassieke stijl
Oriëntaliserende stijl
Slide 3 - Question de remorquage
Wat betekent het begrip 'frontaliteit'?
A
Griekse beeldhouwwerken zijn altijd plat, zonder enige diepte of perspectief
B
Griekse beelden staan altijd met hun 'gezicht' naar de kijker gericht
C
Griekse beelden hebben maar één goede kant
D
Griekse beelden zijn altijd identiek aan de voor- en achterkant
Slide 4 - Quiz
Wat betekent het begrip 'cire perdu'?
A
Het is een techniek waarbij Griekse beeldhouwers was gebruikten om gedtailleerde beelden te creëren
B
Een term die wordt gebruikt om beelden te beschrijven die volledig van glas gemaakt zijn
C
Het is de naam die voor bijenwas gebruikt wordt, een materiaal waarmee naast brons of marmer ook beelden gemaakt werden
D
Een techniek waarbij met was een mal gecreëerd werd, waarin brons gegoten werd
Slide 5 - Quiz
Vanaf welke periode komen we beelden met een 'contraposto houding' tegen?
A
Archaïsche periode
B
Klassieke periode
C
Geometrische periode
D
Hellenistische periode
Slide 6 - Quiz
Wat betekent het begrip 'entasis'?
A
Een term die wordt gebruikt om de decoratieve versieringen op de bovenkant van zuilen in Griekse tempels te beschrijven
B
De subtiele bolling of kromming van zuilen, met als doel optische correcties te bieden
C
Een techniek om gedetailleerde beelden te creëren
D
De techniek waarmee tempels werden versierd met bonte kleuren
Slide 7 - Quiz
Welke zuilen zijn monolitisch?
Slide 8 - Question de remorquage
Dorische bouworde
Ionische bouworde
Korinthise bouworde
Slide 9 - Question de remorquage
Dorische bouworde
Ionische bouworde
Korinthise bouworde
Slide 10 - Question de remorquage
Dorische bouworde
Ionische bouworde
Korinthise bouworde
Slide 11 - Question de remorquage
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Diapositive
Waarom is het begrip 'vaasschilderkunst' incorrect?
A
Vazen werden niet gezien als kunstvoorwerp
B
Vazen werden alleen als inspiratiebron gebruikt
C
Het waren geen vazen die beschilderd werden
Slide 14 - Quiz
Reoxidatie
Oxidatie
Reductie
Zet de verschillende fasen van het pottenbakken in de juiste volgorde
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Question de remorquage
Wat betekent het begrip 'horror vacui'?
A
Afkeer van lege ruimte
B
Fobie voor donkere plaatsen
C
Angst voor een vacuümruimte
D
Liefde voor horrorfilms
Slide 20 - Quiz
Atheens
Korinthisch
Slide 21 - Question de remorquage
Vanaf wanneer verandert de Atheense techniek van zwart- naar roodfigurig?
A
550 v.Chr.
B
530 v.Chr.
C
575 v.Chr.
D
500 v.Chr.
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Question de remorquage
Slide 25 - Diapositive
Wat zijn twee verschillen tussen een Griekse en Romeinse tempel?
A
Romeinse tempels hebben geen stereobaat
B
Romeinse tempels hebben een duidelijke hoofdingang
C
Romeinse tempels hebben geen architraaf
D
Romeinse tempels hebben alleen maar dorische zuilen
Slide 26 - Quiz
Koepelgewelf
Kruisgewelf
Tongewelf
Slide 27 - Question de remorquage
Koepelgewelf
Kruisgewelf
Tongewelf
Slide 28 - Question de remorquage
Koepelgewelf
Kruisgewelf
Tongewelf
Slide 29 - Question de remorquage
Romeins
Grieks
Slide 30 - Question de remorquage
Wat is de datum van de uitbarsting van de Vesuvius?
A
23 augustus 79 v.Chr.
B
24 augustus 79 v.Chr.
C
25 augustus 79 v.Chr.
D
26 augustus 79 v.Chr.
