MÁS MATERIAL RUTINA NO HECHO

• Spaans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

GRUPO 1

Uitgebreide instructie.

Maak een paar vragen samen met Fernanda

GRUPO 2

Uitgebreide instructie.

Werk zelfstandig.

GRUPO 3

Werk zelfstading

DERECHA

CENTRO

IZQUIERDA

ELIGE UN GRUPO

PRÁCTICA ORAL EN PAREJAS

ESTUDIANTE A  Y ESTUDIANTE  B

A VRAAGT AAN B DE INFORMATIE DIE ER ONTBREEKT.

B  VRAAGT AAN A  DE INFORMATIE DIE ER ONTBREEKT.

LET OP!  USA EL PRETÉRITO PERFECTO!

Practicamos el vocabulario 

WB PG. 62-63

TAREA PARA CASA

Y PARA MAÑANA

Programa de hoy:

• Controlamos la tarea.
• Practicamos para el oral.
• Practicamos cómo describir una foto.
  
• Trabajamos con la tarea de escritura de la semana pasada.

Que espero de ti:

• Je doet goed mee met de les.
  
  
  
• Je maakt alle opdrachten die worden gevraagd af.
  
  
• Je spreekt Spaans in de les!  
  
  

¡RECUERDA! (onthoud)

Je bent zelf verantwoordelijk voor je werkhouding en je voortgang.

Programa de hoy:

• Controlamos la tarea.
• Practicamos para el oral.
• Practicamos cómo describir una foto.
• Trabajamos con la tarea de escritura de la semana pasada.

Que espero de ti:

• Je doet goed mee met de les.
  
  
  
• Je maakt alle opdrachten die worden gevraagd af.
  
  
• Je spreekt Spaans in de les!  
  
  

¡RECUERDA! (onthoud)

Je bent zelf verantwoordelijk voor je werkhouding en je voortgang.

OBJETIVOS (DOELEN)

Je kunt  in Spaans vertellen wat je in de week doet.

SUCCESCRITERIA

Je kent de structuur van de
regelmatige werkwoorden.

Je kent minimaal 3 onregelmatige werkwoorden.

Je weet wat een wederkerende werkwoord is.

CONTROLAMOS LOS OBJETIVOS

REPASO: INTERROGATIVOS

WB PG. 30

EJ 28 A/B

TAREA PARA

 CASA

OBJETIVOS (DOELEN)

Je  kunt vertellen in korte zinnen hoe jouw routine eruit ziet.

SUCCESCRITERIA

• Je kent de structuur van de

regelmatige en wederkerende werkwoorden.

• Je kent minimaal 5 onregelmatige werkwoorden en 3 onregelmatige wederwerkende werkwoorden.

• Je kunt in korte zinnen vertellen wat je doet door wederwerkerende werkwoorden te gebruiken.

 La rutina diaria

 La rutina diaria

¿Qué vocabulario conoces para
escribir sobre tu rutina diaria?

Objetivos 

Al finalizar la clase puedo

• usar el vocabulario de la rutinas diaria. 
• escribir cómo es mi día.
  
• Comprender textos cortos sobre las rutinas diarias.

ducharse

peinarse

vestirse

irse a la escuela

desayunar

almorzar

hacer los deberes

dormirse

despertarse

Yo ___ lavo la cara.

1. te
2. nos
3. se
4. me

Ella ____ despierta a las siete de la mañana.

1. te
2. nos
3. se
4. os

Nosotros ____ cepillamos los dientes.

1. nos
2. os
3. se
4. me

Ellas ___ peinan.

1. nos
2. se
3. me
4. te

Tú ___ acuestas a las diez de la noche.

1. nos
2. se
3. me
4. te