Les 2:Bestuiving

• Biologie
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Les 2:Bestuiving

Meneer de Vries

Les planning

Les doelen bespreken van deze les

Vorige les herhalen

Theorie

Korte quiz

Zelfstandig werken

Einde les

Les doelen

Aan het einde van deze les:

Kun jij uitleggen wat bestuiving is;

Herken jij het verschil tussen insectenbloemen en windbloemen;

Weet jij wat nectar is en wat de functie is van nectar.

Hoeveel eicellen zitten er in één zaadbeginsel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

De stempel is het

1. Mannelijke voortplantingsorgaan van de bloem.
2. Vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem.

Wat maken de meeldraden?

1. Eicellen
2. Stuifmeelkorrels

Stempel

Stijl

Zadbeginsel

vruchtbeginsel

Eicel

Nectar

Veel bloemen maken nectar.

nectar is een zoet sap.

Met deze nectar lokt de bloem insecten.

Bijen verzamelen nectar en maken er honing van.

Mensen vinden honing lekker en hier speelt de voedingsmiddelen industrie op in.

Insecten

Bloemen lokken insecten met hun opvallend gekleurd kroonblad en nectar.

Insecten zoeken de nectar in de bloemen.

Als de insect op de bloem zit plakken er stuifmeelkorrels aan zijn poten en aan zijn lichaam.

Insecten vliegen van bloem naar bloem. Op deze manier brengen de insecten de stuifmeelkorrels van de ene bloem naar de andere bloem.

Bestuiving door insecten

Stuifmeelkorrels van de meeldraden komen op het lichaam van de insect.

Het insect vliegt daarna van bloem 1 naar bloem 2. Beide bloemen zijn van dezelfde soort.

De stuifmeelkorrels van bloem 1 zitten op het lichaam van het insect. In bloem 2 komt de stempel van de stamper tegen het lichaam van het insect. De stuifmeelkorrels van bloem 1 blijven plakken aan de stempel van bloem 2. Dit noemen we bestuiving.

Wel of geen bestuiving

In afbeelding 4 kun je zien wat wel en wat geen bestuiving is. Stuifmeel van een roos komt op de stempel van een andere roos. Dit is bestuiving.

 Als stuifmeel van een roos op de stempel van een lelie komt, dan is dit geen bestuiving.

De stuifmeelkorrels van een bloem moeten  terechtkomen op een andere bloem van dezelfde soort.

Insectenbloemen

Veel bloemen lokken insecten aan met opvallend gekleurde bloemen en nectar. De insecten zorgen voor de bestuiving. Deze bloemen heten insectenbloemen. In afbeelding 5 zie je insectenbloemen.

Windbloemen

Bij andere bloemen zorgt de wind voor bestuiving. Deze bloemen heten windbloemen.

Dit zijn de bloemen van een gras.

De wind blaast het stuifmeel weg. Hierdoor komt het stuifmeel overal terecht.

Stuifmeelkorrels van een meeldraad van een grasbloem komen terecht op de stempels van andere grasbloemen. De wind heeft dan voor de bestuiving gezorgd.

Windbloemen lokken geen insecten aan, de bloemen vallen niet op. Windbloemen hebben geen opvallende kleuren en geen nectar.

Windbloem

Met welke twee kenmerken lokken bloemen insecten?

Wanneer vindt bestuiving plaats?

1. Als stuifmeelkorrels van een bloem terechtkomen op een andere bloem.
2. Als stuifmeelkorrels van een bloem terechtkomen op een andere bloem van dezelfde soort.
3. Als stuifmeelkorrels van een bloem terechtkomen op een andere plant.

Stuifmeel van een klaproos komt terecht op de grond. wel of geen bestuiving?

1. wel bestuiving.
2. Geen bestuiving.

Stuifmeel van een klaproos komt terecht op de stempel van een boterbloem.

1. wel bestuiving.
2. Geen bestuiving.

Stuifmeel van een appelboom komt terecht op een stempel van een andere appelboom.

1. wel bestuiving.
2. Geen bestuiving.

Stuifmeel van een appelboom komt terecht op een tak van dezelfde appelboom.

1. wel bestuiving.
2. Geen bestuiving.

Stuifmeel van een klaproos komt terecht op de stempel van een andere klaproos.

1. wel bestuiving.
2. Geen bestuiving.

Hoe heten bloemen waarbij insecten voor de bestuiving zorgen?

Hoe heten bloemen waarbij de wind voor bestuiving zorgt?

Waarom komen bijen naar de bloemen toe?

1. Ze zoeken honing.
2. Ze zoeken stuifmeel.
3. Ze zoeken nectar.

Waarom zetten glastuinders geen windbloemen in hun kassen?

Zelfstandig werken

Biologie boek b: Blz. 131 - 138

Ben je klaar laat je werk aan de docent zien.

Einde les

De volgende les gaat over de bevruchting.