H 4 Spelling tussenletters in samenstellingen

• Nederlands
• Middelbare school

Wat gaan we doen vandaag?

• Bespreken en nakijken huiswerk
• Spelling hoofdstuk 4
• Maken opdrachten/huiswerk 

Opdracht 1

1 (antwoort) In de infinitief antwoorden zit een d; die zit dus ook in elke persoonsvorm.

2 (bekendt) In de infinitief bekennen zit geen d; er kan dus geen d voorkomen in een persoonsvorm van bekennen.

3 --

4 (geloofd) In de infinitief geloven zit geen d; er kan dus geen d voorkomen in een persoonsvorm van geloven.

5 --

6 --

7 --

8 (werdt) Het woord werdt is een verledentijdsvorm en in de verleden tijd kan geen dt voorkomen.

Opdracht 2

1 Deze architect ontwerpt prachtige bedrijfspanden voor bekende banken.

2 Nu en dan steelt Max snoep en een blikje cola in de supermarkt.

3 Op het bord ontleedt de leraar als voorbeeld een ingewikkelde zin.

4 Voor het slapengaan vertelt de akela haar welpen een spookverhaal.

5 In dit restaurant bereidt de keuken vijftig verschillende gerechten.

6 Het regeringsleger herovert elke dag een stadswijk op de rebellen.

Opdracht 3

1 De betekenis van die Franse woordjes onthoud je niet zo snel.

2 Binnenkort verbiedt de minister van Verkeer het telefoneren op de fiets.

3 Bestrijdt je buurman de luizen in zijn tuin met spiritus en groene zeep?

4 Volgens mij raad ik de oplossing van dat raadsel nooit.

5 Je besteedt te veel geld aan kleren; zo houd je niks over voor eten.

6 Na ieder schot herlaadt de jager zijn jachtgeweer.

Opdracht 4

1 In ‘Hoe word je honderd?’ lees je tips voor een lang en gezond leven.

2 Verstuurt dit bedrijf echt tienduizend kerstpakketten?

3 In de zomervakantie rond ik mijn opleiding tot zeilinstructeur af.

4 Gelukkig vergoedt de verzekering de stormschade.

5 Waarom vindt je zus haar baantje in de horeca niet leuk meer?

6 Mijn ondeugende broertje belooft telkens beterschap.

Opdracht 5

1 Heeft de gevreesde geheime politie alweer journalisten ontvoerd?

2 Leunend op zijn stok schuifelde de bejaarde zojuist langs me heen.

3 Dit oude pand herbergt straks zo’n twintig rondzwervende daklozen.

4 Kijk, dit vorige week geplante sperzieboontje ontkiemt nu al.

5 De kolonels luisterden gisteren wantrouwend naar de krijgsgevangene.

6 Na gepromoveerd te zijn dansten de spelers juichend in het rond.

H4 spelling: tussenletters in samenstellingen.

Maak van twee woorden 1 woord.

1. beer- sterk

2. breek- been

3. gerst- bier

4. maan -schijn

5. seconde - wijzer

6. station- chef

7. suiker- soort

8. tak- wijf

Video-uitleg theorie

Thuis: je gaat naar Nieuw Nederlands online. Bij hoofdstuk 4 ga je naar het onderdeel spelling (tussenletters in samenstelling). Hier klik je op het bolletje na de startopdracht. Je bekijkt de video.

In de les: we kijken samen de video-uitleg

We kijken nu nog eens naar deze woorden...

Welke schrijfwijze zou je kiezen en waarom?

1. beresterk - berensterk

2. brekebeen - brekenbeen

3. gerstebier - gerstenbier

4. maneschijn - manenschijn

5. secondewijzer - secondenwijzer

6. stationchef - stationschef

7. suikersoort - suikerssoort

8. takkenwijf - takkewijf

Maken/huiswerk

Maken opdracht 2, 3, 4