het zelfstandig naamwoord

Er waren eens een X en een X die wilden heel graag  X . Op een X zat de X  bij het X te  borduren toen ze plotseling met de X in haar X prikte.  Er  vielen drie X X  in de X. De X zuchtte: "Oh, als ik toch een X kreeg met X zo rood als dit X, een X zo wit als de X en haar zo zwart als X.



1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Er waren eens een X en een X die wilden heel graag  X . Op een X zat de X  bij het X te  borduren toen ze plotseling met de X in haar X prikte.  Er  vielen drie X X  in de X. De X zuchtte: "Oh, als ik toch een X kreeg met X zo rood als dit X, een X zo wit als de X en haar zo zwart als X.



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er aan de hand met de tekst?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is niet juist?
A
voor een zelfstandig naamwoord staat vaak een lidwoord
B
een zelfstandig naamwoord heeft vaak een verkleinwoord
C
een zelfstandig naamwoord heeft meestal een meervoud
D
een zelfstandig naamwoord verandert nooit van vorm

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het lidwoord
DE-woorden
HET-woorden
onzijdig
de, het, een
mannelijk, vrouwelijk

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van het verhaal?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van de koningin?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van het kind?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van de dag?

Slide 8 - Question ouverte

de dagen
Wat is het meervoud van het raam?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van de naald?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van de druppel?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van de lip

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van bloed?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verkleinwoord van de koningin.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van het kind.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van de dag.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van het raam.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van de naald.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van de vinger.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van de druppel.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van het bloed.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van de lip.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van het haar.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef het verkleinwoord van de huid.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we geleerd?
  • het zelfstandig naamwoord heeft meestal een lidwoord
  • DE-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk
  • HET-woorden zijn onzijdig
  • het zelfstandig naamwoord heeft meestal een meervoud
  • het zelfstandig naamwoord heeft meestal een verkleinwoord
  • voor een verkleinwoord HET en voor een meervoud DE 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions