Formuleren: symmetrie en begrenzen zinnen

Het laatste loodje:
Zinnen correct begrenzen en symmetrisch formuleren
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Het laatste loodje:
Zinnen correct begrenzen en symmetrisch formuleren

Slide 1 - Diapositive

Wat is de overeenkomst tussen deze plaatjes?
In het midden van de afbeeldingen kun je een verticale lijn trekken. Dan zie je links en rechts hetzelfde, maar dan gespiegeld.

Slide 2 - Diapositive

Opzet les
  • Wat moet je leren voor de toets?
  • Uitleg correct schrijven - zinnen begrenzen en symmetrie
  • Aan de slag met de opdrachten uit de planning

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Deze les oefen je:
  • met het herkennen en verbeteren van symmetrie en zinnen onjuiste begrenzen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Deze zin bevat een symmetriefout. Verbeter de zin.

Om de zandzakken te plaatsen, werden vrijwilligers en het leger ingezet.

Slide 8 - Question ouverte

De onderstaande zin bevat een symmetriefout. Verbeter de zin.

De gymdocent vroeg de leerlingen zich snel om te kleden en of ze daarna naar het sportveld wilden komen voor de coopertest.

Slide 9 - Question ouverte

Elke zin bevat een fout tegen de symmetrie. Verbeter de fout: De lerares vroeg de leerlingen hun boeken en schriften in de tas te stoppen en of ze daarna snel het lokaal wilden verlaten.

Slide 10 - Question ouverte

Elke zin bevat een fout tegen de symmetrie. Verbeter de fout: Ik hoop dat ik snel antwoord krijg op mijn sollicitatiebrief en op een uitnodiging voor een gesprek.

Slide 11 - Question ouverte

Elke zin bevat een fout tegen de symmetrie. Verbeter de fout: Voor een veilige samenleving zijn strenge straffen nodig en dat delinquenten niet vroegtijdig worden vrijgelaten wegens goed gedrag.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Zinnen begrenzen
Een bijzin moet altijd aan een hoofdzin gekoppeld zijn.
  • Hoofdzin + bijzin (dus geen losse zin van maken)

Twee hoofdzinnen kun je samenvoegen met en, of, want, maar en dus. Gebruik je geen verbindingswoorden dan moet je twee hoofdzinnen scheiden.
  • Hoofdzin + (en, of, want, maar, dus) hoofdzin

Slide 14 - Diapositive

Zinnen onjuist begrenzen
Losstaand zinsgedeelte = de bijzin is niet gekoppeld aan een hoofdzin. 
Incorrect 
  • De leerlingen hebben geen zin om te leren voor de nieuwe toets. Hoewel zij vorige week een aantal vrije dagen hadden.
 
Correct 
  • De leerlingen hebben geen zin om te leren voor de nieuwe toets, hoewel zij vorige week een aantal vrije dagen hadden.

Slide 15 - Diapositive

In de zomervakantie wordt Terschelling overspoeld door toeristen, veel jongeren onder hen kamperen op campings als Cnossen en Appelhof.

Verbeter de zin.

Slide 16 - Question ouverte

Huiswerk deze week
Maak de opdrachten die in de planning klaarstaan van week 1. 

Het kan zijn dat je al opdrachten hebt gemaakt, omdat dit al huiswerk was voor de kerstvakantie.

Slide 17 - Diapositive