3A - 17/2 - c.2 ed6

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Aujourd'hui

• Voca F
• Corriger
• jeu 

jeudi 17 février

Buts: ik kan het voorzetsel à en de toepassen in een zin.

Voca F

Ga naar blz. 87 en neem voca F goed door. 

Doe dit 5 minuten. Zet de timer aan. 

De seizoenen: combineer

l'été

le printemps

l'hiver

l'automne

de herfst

de lente

de zomer

de winter

Vertaal in het Nederlands:
lourd

Vertaal in het Nederlands:
ça marche

Vertaal in het Nederlands:
froid

Vertaal in het Nederlands:
l'adulte

Vertaal in het Nederlands:
pauvre

De windrichtingen: combineer

le nord

l'est

le sud

l'ouest

het zuiden

het noorden

het oosten

het westen

Vertaal in het Frans:
het kind

Vertaal in het Frans:
licht (gewicht)

Vertaal in het Frans:
warm

Vertaal in het Frans:
het verschil

Corriger

Ex. 22, 23abcd + 25abcd page 76

Exercice 22

1 Mur Solidaire: een kledingactie voor armen in Iran.

2 Drôle de sport: een bijzondere sport op de motor met een bal.

3 Concours bizarre: een wedstrijd haren bevriezen.

4 Des bancs colorés: vriendschapsbankjes op basisscholen.

Exercice 23a

C

Exercice 23b

1 niet

2 wel

3 wel

Exercice 23c

A

Exercice 23d

Dat kinderen makkelijker contact leggen / vrienden maken. (Door op het bankje te gaan zitten geef je aan dat je graag wilt dat iemand met je komt spelen.)

Exercice 25b

traduction

hangt

zwaar

de scheidsrechters

bronnen

timide, verlegen

die zit, zittend, gezeten

Exercice 25c

Réponse type

1 le printemps / au printemps / printemps

2 l’été / en été / été

3 l’automne / en automne / automne

4 l’hiver / en hiver / hiver

Exercice 25d

1     2    3    4    5   6

C    D    E    F    A   B

Jeu!