Wiskunde H6.4 en 6.3 Samenvatting 5 april

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is de formule om de oppervlakte van de vergroting uit te rekenen?

Slide 6 - Carte mentale

een foto wordt vergroot met vergrotingsfactor 1,5. de foto is 12 cm2. Bereken het oppervlakte van de vergroting.

welke berekening is juist?
A
opp=121,5
B
opp=123
C
opp=121,52
D
opp=121,53

Slide 7 - Quiz

Welke formule hoort bij vergroten van oppervlakte?
A
Vergrotingsfactor* oppervlakte
B
Vergrotingsfactor ^3*oppervlakte origineel
C
Vergrotingsfactor ^2* oppervlakte origineel
D
Vergrotingsfactor^2

Slide 8 - Quiz

De oppervlakte van de foto is 15 cm
Bereken de oppervlakte van de vergroting:
De foto wordt vergroot met factor 6.
oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor x oppervlakte orig.
2
2
A
90
B
51
C
5,40
D
540

Slide 9 - Quiz

Een handdoek van 0,8 m² wordt vergroot met factor 1,5. Bereken de nieuwe oppervlakte van de vergroting.
A
1,5 x 0,8 = 1,2 m²
B
1,5² x 0,8 = 1,8 m²

Slide 10 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de vergroting?
A
450 cm2
B
30 cm2
C
45 cm2
D
1350 cm2

Slide 11 - Quiz

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting.

A
4² x 10 =160
B
4 x 10 =40

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 14 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van 1 : 20, hoeveel is 20 cm op de kaart in het echt?
A
1 cm
B
20 cm
C
40 cm
D
400 cm

Slide 15 - Quiz


De afstand van Almelo naar Borne is hemelsbreed 2,4 cm op de kaart. 
De schaal is 1 : 460 000
Hoeveel km is de afstand?
A
1 104 000
B
11,04
C
191 666,67
D
19,17

Slide 16 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 3.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
300 cm
B
30 m
C
3 km
D
3000 m

Slide 17 - Quiz

De schaal van een kaart is 1:16.000.000.
Dit betekent:
A
1 cm op de kaart is 16.000km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is 1600 km
C
1 cm op de kaart is 160 km
D
1 cm op de kaart is 16 km in werkelijkheid

Slide 18 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50 000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 19 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 100.000
dit betekent dat 10 cm op de kaart =
timer
0:30
A
100 km
B
10 km
C
1000 km
D
1 km

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

Welke schaal hoort bij deze schaallijn?
A
1 : 400
B
1 : 40 000
C
1 : 3200
D
Het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 24 - Quiz

Welke schaal hoort bij deze schaallijn?
A
1 : 4
B
1 : 400
C
1 : 4000
D
1:400000

Slide 25 - Quiz

Bij welke schaal hoort de schaallijn?
A
1 : 400
B
1 : 4 000
C
1 : 40 000
D
1 : 400 000

Slide 26 - Quiz

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
De schaallijn staat in cm.
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 27 - Quiz


Stel dat de schaallijn hiernaast 8 cm lang is. Welke schaal is dan gebruikt?
timer
1:30
A
1 : 2,5
B
1 : 25
C
1 : 1600
D
1 : 2500

Slide 28 - Quiz

Vraag 9
Hiernaast zie je een schaallijn. Welke schaal hoort hier bij?
A
1 : 16
B
1 : 2
C
1 : 200
D
1 : 1600

Slide 29 - Quiz

timer
17:00
Maak je oefentoets verder af.
Klaar:
Lezen of diagnostische toets

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive