Grade 8 unit 4 + reflectie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Grade 7 unit 4 + reflectie

18 april 2024

Wat heb je geleerd in de unit 'Vriendschap"?

Wat kan je doen 

met je vrienden?

Opdracht Woordweb.

Jullie gaan met het muziekstuk Enigma Variaties van Edward Elgar werken. Het thema van het muziekstuk is vriendschap.

Waaraan denk je bij het woord ‘vriendschap’?

• Laat de leerlingen invullen waar ze aan denken en bespreek het met ze na.

Wat ging goed in de unit?

Wat vind je nog moeilijk?

From scale 'meh' to 'yay', rate the unit 'vriendschap'

😒🙁😐🙂😃

Unit 4: Gezonde geest in een gezond lichaam 

Waar denk je aan bij 'gezond lichaam'?

Wat is een synoniem voor 'gezonde geest"?

1. Een goed brein
2. Een goede vriend
3. Goede mentale gezondheid
4. Fit en sportief zijn

Lichaam

Geest

Hoofdpijn

Stress

Verdriet

Gebroken pols

Sporten

Introductie en vocabulaire

Je docent leest de introductie.

Markeer met een pen of potlood of stift de moeilijke woorden.

Moeilijke woorden
uit de introductie

Kopieer de woorden in je woordenlijst

Maak een woordenlijst op papier of digitaal voor unit 4.

Kopieer  woorden uit de introductie en de voorpagina in je woordenlijst. Voeg minimaal 10 woorden toe.

Voorbeeld:  de elleboog - noun - the elbow - el codo

Inquiry page

Read the inquiry page

Discuss the questions that are there with a classmate

Think of more inquiry questions and write them down.

Unit 4: lichaam en geest

Bekijk de voorpagina van het boekje.

Werk in duo's en quiz elkaar: 'Wat is 'de haren'?'.... Wat is 'de kuit'?.... etc.

After that, keep working in pairs and point to your body parts. Your partner has to guess the right word.

Add difficult words, that you don't know yet, to your word list. 

You have 10-15 minutes to quiz in the two different ways and add to your Word List.

Welke lichaamsdelen vind je in je bovenlichaam?

1. Je been, je hand, je hoofd
2. Je borst, je schouder, je nek
3. Je hoofd, je voet, je haren
4. Je been, je arm, je buik

Waar zitten de meeste organen?

1. In je borst
2. In je buik
3. In je hoofd
4. In je voeten

Work in groups of 3 - 4

Work on the 'woordenschat' (vocabulary) exercises on pages 7-8-9. You get 15 minutes to finish.

For question 4B: role play in pairs or take turns in your group. 

Work on pronouncing as well. Practice with vowels in particular.

Wat vind jij belangrijk?

Een gezond lichaam

Een gezonde geest

Beide even belangrijk

Allebei niet belangrijk

Hoe zorg jij voor je lichaam?

Hoe zorg jij voor een gezonde geest?

Vandaag: grammatica herhaling

Je kent al:

- de regels voor perfectum

- de regels voor presens 

En natuurlijk nog veel meer :-) 

(zoals: preposities, niet/geen, seperabele verba...) 

Wat hoort bij presens?

1. Softketchup
2. Infinitief voor pluralis
3. Stam+t
4. Infinitief min -en

Geef een vorm van stam+t (presens)

Wat hoort bij perfectum?

1. participium
2. stam+t
3. softketchup gebruiken
4. een vorm van hebben / zijn

Geef een infinitief (presens) en het participum. Voorbeeld: zijn - geweest

presens

perfectum

gehad

lopen

gebeuren

gezien

gebeurd

zien

gebeurt

denken

verhuisd

geloven

gedacht

beloven

Werk in je boekje

If you're still confused, find a video on Youtube. For example:

titel: The regular Dutch verb in the perfect tense

Source: Dutch studies University of Sheffield.

Use headphones! 

Work in pairs on pages 41-42