Reviseren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Doelen

• Ik kan een essay schrijven waarin de lezer een impressie krijgt van het gelezen werk, de tijd waarin het geschreven is en bovenal mijn persoonlijke leeservaring.
  
• Ik kan feedback geven en ontvangen.
• Ik kan mijn tekst reviseren op basis van de ontvangen feedback.

Module 7

13 november

Essay bij Bezonken rood

Je schrijft een essay waarin duidelijk te lezen valt hoe je het werk ervaren/beleefd hebt. In minimaal anderhalf en maximaal twee kantjes schrijf jij je essay waarin de lezer een impressie krijgt van het werk, de tijd waarin het geschreven is en bovenal jouw persoonlijke leeservaring.

(...)

In je essay kun de volgende items bespreken: de liefde/haat die de hoofdpersoon voor zijn moeder voelt, de schuld/onschuld van de hoofdpersoon, het omgaan met jezelf als je verscheurd bent door haat, zelfhaat en wroeging, de verwerking van het trauma van de hoofdpersoon, de autobiografische elementen (en de relatie tussen fictie en werkelijkheid) in het werk.

Het schrijfproces 

De drie fasen van het schrijfproces:

1.  inhoud genereren en structureren (bouwplan)
2. tekst produceren (schrijven)
3. tekst reviseren (verbeteren n.a.v. feedback)

   Vandaag: fase 3

Fase 3 - reviseren

• De tekst wordt verbeterd. Doe dit bij voorkeur in verschillende rondes:

       -Inhoud

       -Structuur

       -Taalgebruik

       -Spelling

Feedback in vier rondes

1. Inhoud
2. Structuur                                  
3. Taalgebruik en formulering                                  
4. (Werkwoord)spelling                                   
   

Feedback geven

• Je laat de eerste versie van je essay door een ander duo lezen.
• Jullie geven eerlijke en opbouwende feedback op elkaars schrijfwerk. Wees eerlijk. Niemand heeft er iets aan als je te 'lief' bent voor de ander.
• In je dossier neem je de eerste versie van je essay, de verkregen feedback én de definitieve versie op. Zorg ervoor dat duidelijk is wie de feedback heeft gegeven (bij voorkeur via 'opmerkingen')

Ronde 1 - Inhoud

• Lees de tekst eerst helemaal door. Lees de tekst vervolgens nog een keer en let op inhoud: 

       -eerste alinea bevat een passende aandachtstrekker

       -de tweede alinea het werk, de schrijver en het onderwerp/thema dit laatste blijft de hele                 tekst duidelijk

       -lezer krijgt een impressie van het werk en de schrijver

       -persoonlijke visie van de schrijver is duidelijk aanwezig in het hele essay

       -tekst is origineel/creatief/heeft diepgang

• Noteer je tips en tops bij het betreffende deel van de tekst
  

Ronde 2 - Structuur

• Lees de tekst nog een keer en let op de structuur: 

      -tekst heeft een passende titel

      -inleiding bestaat uit twee alinea's, dubbele witregel na inleiding en middenstuk, één                         witregel na deelonderwerp

      -tekst is opgedeeld in alinea's

       -verbanden worden duidelijk gemaakt door signaalwoorden of structurerende zinnen

• Noteer je tips en tops bij het betreffende deel van de tekst

Ronde 3 - Taalgebruik en formulering

• Lees de tekst nog een keer door en let op taalgebruik en formulering:  

       -taalgebruik is passend bij doel en publiek 

       -de tekst leest prettig

       -zinnen zijn juist geformuleerd, geen ellenlange zinnen

       -verwijswoorden zijn op de juiste manier gebruikt

       -er is op de juiste manier geciteerd

       -...

• Noteer je tips en tops bij het betreffende deel van de tekst.

Ronde 4 - (Werkwoord)spelling

• Lees de tekst nog een keer door en let op (werkwoord)spelling:

       -alle woorden zijn juist gespeld

       -hoofdletters en leestekens zijn correct gebruikt

       - ...

• Noteer tips en tops bij het betreffende deel van de tekst.

En nu?

Verbeter jullie eigen tekst aan de hand van de feedback die je hebt gekregen.

Uiterlijke inleverdatum woensdag 13 november:

Definitieve essay via Magister - opdrachten

Snelhechter persoonlijk overhandigen of in postvak

Feedback - terugblik

Wat viel je op in het werk van je klasgenoten?

Hoe hielp dit om anders naar je eigen werk te kijken?

Wat heeft de verkregen feedback jou opgeleverd?

Module 8 - jaren 70 en 80

Uiterlijk 15 november titel doorgegeven 

(én mee naar de les)

Het jongensuur (1969)

In “Het jongensuur”, naar eigen zeggen haar meest autobiografische boek, heeft Andreas Burnier haar ervaringen als onderduikkind in de oorlogsjaren 1940/45 verwerkt. 

Tegen de achtergrond van bezetting en bevrijding probeert de joodse Simone, de hoofdpersoon, zich een plaats te veroveren in de jongenswereld. Op de adressen waar zij zich moet schuilhouden moet zij zich telkens een nieuwe identiteit aanmeten. Zo heeft zij grote moeite met de streng calvinistische moraal van boerengezinnen en voelt ze zich gevangen in een vrouwenlichaam: zij had een man moeten zijn. Naarmate de bevrijding van de Duitsers nadert, raakt het meisje Simone steeds meer gevangen, verstrikt in haar lichamelijkheid.

Robinson (1976)

Robinson is zeventien jaar en gaat naar een nieuwe school. Het jaar begint vol verwachtingen, maar Robinson lijdt onder de alomtegenwoordigheid van haar moeder en verlangt naar haar vader, een zeekapitein. Als die uiteindelijk naar huis komt krijgt hij een affaire met de lerares Duits op wie Robinson verliefd is. Zo eindigt het jaar voor Robinson in absolute eenzaamheid en isolement.

De aanslag (1982)

Haarlem, januari 1945.  Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van de politie, berucht om zijn wreedheid, fietst door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Plotseling klinken er zes schoten. Morsdood ligt Ploeg op de stoep voor een rijtje van vier huizen waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

Hersenschimmen (1984)

Een verhaal over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat. 

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring

Mystiek lichaam (1986)

Mystiek lichaam beschrijft een jaar uit het leven van het gebroken gezin Gijselhart, dat model staat voor de Nederlandse samenleving aan het eind van de twintigste eeuw. 

Vader Gijselhart, een bejaarde weduwnaar, is belust op geld en macht over zijn naaste omgeving. Dochter Magda, alias Prul, kiest voor het bewust ongehuwde moederschap, maar zal zich ten slotte alsnog verenigen met de joodse vader van haar kind. Zoon Leendert, die in New York in kunst handelde, keert als aidspatiënt terug in de schoot van de familie, maar is daar niet echt welkom. Geen van de personages ontkomt aan de spot en het sarcasme van de schrijver