Lektion 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

2BK

Woche 16 - Lektion 1

Dienstag, den 14. April 2020

Das Programm (=het programma)

1. der Rückblick (=de terugblik)

2. die Lernziele (=de lesdoelen)

3. Basis - Hören: die Aufgaben 11 & 12  (Seite 36 & 37)

4. Basis - Lesen: die Aufgaben 15/16/18 (Seite 38 – 41)

5. Basis - Grammatik: die Aufgaben 19 + 20 (Seite 42)

6. Kader - Hören: die Aufgaben 11 & 12  (Seite 38 & 39)

7. Kader  - Lesen: die Aufgaben 13/14/16 (Seite 40 – 43)

8. Kader - Grammatik: Aufgabe 17 (Seite 44)

9. der Abschluss (=de afsluiting)

der Rückblick (=de terugblik)

- Letzte Woche habt ihr:  

  

1. die Hausaufgaben der 15. Woche erledigt (=gemaakt)  

2. die Hausaufgaben der 14. Woche abgegeben (=ingeleverd)  

  

- Habt ihr noch Fragen dazu?

die Lernziele (=de lesdoelen)

1. Je kunt een tekst over verhuizen begrijpen (basis/kader)

2. Je kunt de werkwoorden met een stam eindigend op –d/-t in de o.t.t. gebruiken. (basis)

3.Je kunt een voltooid deelwoord maken van deze werkwoorden. (basis)

Basis - Hören: die Aufgaben 11 & 12  (Seite 36 & 37)

- Wat?: je maakt de vragen bij het audiofragment.

- Hoe?: het audiofragment vind je in Magister in de ELO

- Hulp?: de docent/ je klasgenoot

- Tijd?: 15 minuten

- Uitkomst?: je stuurt je huiswerk naar mij op en kijkt dan vervolgens je huiswerk na

- Klaar?: ga dan verder met de opdrachten op de volgenden dia

Basis - Lesen: die Aufgaben 15/16/18 (Seite 38 – 41)

- Wat?: maak de vragen bij de twee leesteksten. Kijk goed naar de titel, tussenkopjes en plaatsjes

- Hoe?:  zelfstandig en in je werkboek

- Hulp?: een woordenboek, de docent, je klasgenoot

- Tijd?: 20 minuten

- Uitkomst?: de antwoorden controleer je aan de hand van de nakijkbladen. Die krijg je wanneer je al je huiswerk hebt ingeleverd

- Klaar?: ga verder met de laatste opdrachten op de volgende dia

Grammatica uitleg: Basis

- Werkwoorden die eindigen op een -d of een -t in de stam krijgen andere uitgangen dan de uitgangen dan werkwoorden die niet eindigen op een -d of een -t (=estenten)  

  

- Deze werkwoorden (werkwoorden die eindigen op een -d of een -t in de stam) krijgen bij de du/er/sie/es/ihr-vorm een andere uitgang  

  

- De uitgangen bij deze werwkoorden zijn als volgt  

  

1. Ich = stam + e                                       4. wir = stam + en  

2.Du = stam + est                                    5. ihr = stam + et  

3. er/sie/es = stam + et                         6. sie/Sie = stam + en

Grammatica uitleg Basis

- Voor deze werkwoorden is er ook een andere regel om het voltooid deelwoord te maken  

  

Normaal was het : ge + stam + t (zwakke werkwoorden)  

  

- De nieuwe regel is: ge + stam + et   

  

- Bijvoorbeeld: reden --> geredet

Basis - Grammatik: die Aufgaben 19 + 20 (Seite 42)

- Wat?:  je maakt de grammatica-opdrachten bij de nieuwe uitleg

- Hoe?:  zelfstandig en in je werkboek

- Hulp?:  de aantekeningen hierboven, je boek, de docent, je klasgenoot

- Tijd?:  15 minuten

- Uitkomst?:  je stuurt je huiswerk naar mij op en kijkt dan vervolgens je huiswerk na

- Klaar?: ga dan verder met een ander vak

Kader - Hören: die Aufgaben 11 & 12  (Seite 38 & 39)

- Wat?: je maakt de vragen bij het audiofragment. 

- Hoe?: het audiofragment vind je in Magister in de ELO 

- Hulp?: de docent/ je klasgenoot 

- Tijd?: 15 minuten 

- Uitkomst?: je stuurt je huiswerk naar mij op en kijkt dan vervolgens je huiswerk na 

- Klaar?: ga dan verder met de opdrachten op de volgenden dia

Kader  - Lesen: die Aufgaben 13/14/16 (Seite 40 – 43)

- Wat?: maak de vragen bij de twee leesteksten. Kijk goed naar de titel, tussenkopjes en plaatsjes 

- Hoe?:  zelfstandig en in je werkboek 

- Hulp?: een woordenboek, de docent, je klasgenoot 

- Tijd?: 20 minuten 

- Uitkomst?: de antwoorden controleer je aan de hand van de nakijkbladen. Die krijg je wanneer je al je huiswerk hebt ingeleverd 

- Klaar?: ga verder met de laatste opdrachten op de volgende dia

Grammatica uitleg: kader

Het lidwoord ein- en het woord kein- (= geen),, en alle andere woorden die bij de ein-groep horen (=alle bezittelijke voornaamwoorden) krijgen alleen bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e.  Al deze woorden op het plaaatje kijgen dus bij vrouwelijke woorden en in het meervoud een -e  achter deze woorden.

Mutter (=vrouwelijk) --> mijn ......... Mutter = meine Mutter

Let op de verschillende betekenissen van ihr(e)/Ihr(e)
en de schrijfwijze van euer/eure

haar - Das ist Anna und das ist ihre Freundin. 

hun - Das sind meine Freunde und dort drüben sind ihre Eltern. 

uw - Bitte setzen Sie sich, Ihr Kaffee steht schon auf dem Tisch. 

euer (jullie) - Ist das euer Vater?  (zelfst. naamwoord = mannelijk)

eure (jullie) - Ist das eure Mutter? (zelfst. naamwoord = vrouwelijk)

Kader - Grammatik: Aufgabe 17 (Seite 44)

- Wat?:  je maakt de grammatica-opdrachten bij de nieuwe uitleg 

- Hoe?:  zelfstandig en in je werkboek 

- Hulp?:  de aantekeningen hierboven, je boek, de docent, je klasgenoot 

- Tijd?:  10 minuten 

- Uitkomst?:  je stuurt je huiswerk naar mij op en kijkt dan vervolgens je huiswerk na 

- Klaar?: ga dan verder met een ander vak

der Abschluss (=de afsluiting)

die Lernziele --> -->

Nächste Woche habt ihr:

1. Het huiswerk van week 16 gemaakt

2. Het huiswerk van week 16 online ingeleverd

Aan het einde van de les kan je de werkwoorden ‘haben’ en ‘sein’ in de tegenwoordige tijd gebruiken (basis) 

 

Aan het einde van de les kan je de werkwoorden met stam op -d of -t in de tegenwoordige tijd gebruiken  (kader) 

 

Aan het einde van de les kan je regelmatige werkwoorden op een juiste manier in de t.t. gebruiken (basis) 

 

Aan het einde van de les kan je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken (kader)