5.4

Wat gaan we vandaag doen?
  • Opstarten                                        
  • Bespreken opdr. 5.3                   
  • Opzoekopdracht                          
  • Uitleg paragraaf 5.4                    
  • Lessonup                                         
  • Maken paragraaf 5.4                   
  • Nakijken paragraaf 5.4               
  • 'Vrije tijd'                                            
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
  • Opstarten                                        
  • Bespreken opdr. 5.3                   
  • Opzoekopdracht                          
  • Uitleg paragraaf 5.4                    
  • Lessonup                                         
  • Maken paragraaf 5.4                   
  • Nakijken paragraaf 5.4               
  • 'Vrije tijd'                                            

Slide 1 - Diapositive

Planning komende lessen
Donderdag 2-2:      Paragraaf 5.3
Vrijdag 3-2:               Paragraaf 5.4
Donderdag 9-2:      Invaldocent (paragraaf 5.5)
Vrijdag 10-2:             Voorbereiden op practicum
Donderdag 16-2:     Thermoskan maken (voor cijfer)

Slide 2 - Diapositive

Open je boek op paragraaf 5.5
We lezen samen de paragraaf door

Slide 3 - Diapositive

Opzoekopdracht:
Zoek op wat Warmtetransport betekent
Zoek op welke vormen van warmtetransport er zijn en hoe dit werkt

Schrijf dit op in je boek 
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Maak paragraaf 5.4 opdracht 49 t/m 52 en 54 t/m 57 en 59 t/m 61
Tijd? 20 minuten
Klaar? Maak 5.4 opdracht 53, 58, 62 en 63
Ook daarmee klaar? Lees paragraaf 5.4 door 
timer
20:00

Slide 5 - Diapositive

5.5 Isoleren in huis
Wat ga je in deze paragraaf leren?
je kunt hierna:
  • aangeven wat er met de temperatuur gebeurt als de productie van warmte groter, kleiner of gelijk aan het warmteverlies is
  • met welk isolatiemateriaal je welke vorm van warmtetransport kunt tegengegaan
  • aangeven waar op een warmtebeeld warmteverlies optreedt
  • aangeven op een ir-foto waar veel warmtetransport is.
  • Rekenen aan warmteverlies

Slide 6 - Diapositive

Isolatie
Isoleren = voorkomen dat je warmte verliest

Hoe voorkom je warmteverlies door:
- Straling
- Stroming
- Geleiding                                                                                Spouwmuur


Slide 7 - Diapositive

Isolatie tegen geleiding

Geleiding kun je tegengaan door slecht geleidende materialen te gebruiken.

Bijvoorbeeld bij kozijnen van kunststof of hout, glaswol of dubbele beglazing.
Bij de laatste twee isoleert de stilstaande lucht.

Slide 8 - Diapositive

Isolatie tegen stroming

Stroming kun je tegengaan door vloeistoffen of gassen niet te laten stromen.

Dat kan door de tussenstof weg te halen of kleine ruimtes te maken waardoor er bijna geen stroming plaatsvindt.

Slide 9 - Diapositive

Isolatie tegen straling

Straling gaat door glas heen.

Straling wordt teruggekaatst door glimmende materialen en piepschuim.

Slide 10 - Diapositive

Isolatie
Buiten is het vaak kouder dan binnen. De warme lucht wil dus van binnen naar buiten. 

Als je je huis goed isoleert heb je dus minder warmteverlies.

Slide 11 - Diapositive

Isolatie
Isolatie is het het tegenhouden van warmtetransport

De rode plekken zijn warm en daar gaat dus veel warmte verloren

Slide 12 - Diapositive

Warmteverlies tegengaan
Warmte niet verloren laten gaat door stroming kan door
- ramen en deuren gesloten houden
- kieren en gaten dicht maken met isolatiemateriaal zoals 
   piepschuim, steenwol of glaswol.
- dubbel glas gebruiken
- isoleren van daken, muren en vloeren met glaswol, kurk of 
   isolatieschuim


Slide 13 - Diapositive

Warmte en jouw lichaam
Jouw lichaam probeert zijn temperatuur constant te houden. 
  • het produceert warmte bij de verbranding van voedsel
  • het verliest warmte door straling en transpiratie

Hoe werkt dat dan?
  • Warmteproductie lichaam groter dan het warmteverlies : je lichaam warmt op
  • Warmteproductie lichaam kleiner dan het warmteverlies : je lichaam koelt af
  • Warmteproductie lichaam even groot als het warmteverlies : de temperatuur van je lichaam blijft gelijk

Slide 14 - Diapositive

Warmteverlies berekenen
warmteverlies = warmtedoorgangsgetal × oppervlakte × temperatuurverschil × tijdsduur

Slide 15 - Diapositive