Maibaum

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welcher Brauch gibt es am 1. Mai in Süddeutschland und Österreich?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Warum ist Willi erstaunt, dass Gabi mitmacht?
A
Hij denkt niet dat een meisje veel kan helpen bij het opstellen van een 'Maibaum'
B
Hij verwacht dat een 'Burschenschaft' alleen uit jongens bestaat.
C
Omdat hij het woord Burschenschaft alleen van onder studenten kent.

Slide 7 - Quiz

Burschenschaft
Het woord 'Burschenschaft' wordt in Duitsland gebruikt voor een studentenvereniging, waarin traditioneel alleen mannelijke studenten lid van kunnen worden.
In Beieren wordt het woord ook gebruikt voor een vereniging van (ongehuwde) jonge mannen uit het dorp. Ander woord is 
'Burschenverein'. Der Bursche = de jongen.

Slide 8 - Diapositive

Warum ist eine Fichte besonders gut geeignet als Maibaum?
A
Een spar (Fichte) is zwaarder dan een denneboom (Tanne).
B
Een spar (Fichte) groeit erg recht.
C
Een spar (Fichte) is vaak hoger dan een denneboom (Tanne)

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Was macht Willi in dieser Nacht?
A
Hij helpt om de 'Maibaum' te bewaken, zodat hij niet gestolen wordt.
B
Willi overnacht in de Bauwagen, omdat hij te ver weg is om naar huis te rijden.
C
Omdat hij niet kan slapen, speelt hij maar kaarten.

Slide 12 - Quiz

Warum kann Willi die Maibaumdiebe nicht aufhalten und dürfen sie den Baum mitnehmen?
A
Ze kunnen onmogelijk met z'n tweeën de boom terugslepen
B
Hij heeft het verkeerde gezegd om de dieven te kunnen stoppen.
C
De boom is buiten de dorpsgrens en mag dan meegenomen worden.

Slide 13 - Quiz

Wie bekommt die Burschenscahft Münsing den Maibaum zurück?
A
Ze moeten de politie bellen.
B
Ze kunnen niets doen.
C
Ze moeten hem terugkopen met bier en "Brotzeit"

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Wer muss die Brotzeit zahlen?
A
Willi, omdat hij ingeslapen is.
B
Martin en Willi, want zij moesten samen oppassen op de boom.
C
De Burschenschaft Münsing als terugkoopsom.

Slide 16 - Quiz

Willi muss 'ozapfa'. Was wird damit gemeint?
A
Hij moet ook een bier drinken.
B
Hij moet de kraan in het biervat slaan.
C
Hij moet leren wat er voor een Brotzeit nodig is.

Slide 17 - Quiz

Was gehört traditionell laut Willi zu einer guten Auslöse-Brotzeit dazu?
A
Bier en worst/vlees van de barbecue.
B
Bier, muziek en een barbecue.
C
Een goed feest met de Maibaum eigenaren en dieven samen.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Wie wird der Baum am Anfang aufgestellt?
A
De boom wordt met houten stangen omhoog gedrukt.
B
Met houten blokken wordt het eerste stuk omhoog gedrukt.
C
Een kraan heft het eerste stuk omhoog en er worden houten planken onder geplaatst.

Slide 20 - Quiz

Was sind die Scherstangen?
A
Houten stangen, die bovenaan met een touw verbonden zijn.
B
De mannen die de boom omhoog drukken met stangen.
C
Het gedeelte, waarin de Maibaum komt te staan en vastgeschroefd wordt.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Was ist der Unterschied zwischen einem bayerischen und einem österreichischen Maibaum?
A
De Oostenrijkse 'Maibaum' is niet zo hoog.
B
De Oostenrijkse 'Maibaum' is niet wit/blauw, maar wit/rood geverfd.
C
De Oostenrijkse 'Maibaum' is niet geverfd.

Slide 24 - Quiz

Warum brauchen die Maibaumkraxler kein Glück sondern Pech?
A
Ieder die wil winnen, wenst zijn tegenstanders pech.
B
'Pech' is een mengsel van verschillende harssoorten die helpt niet weg te glijden.
C
Het 'Pech' wordt aan de boom gesmeerd om naar boven te kunnen klimmen.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Lernziel: Konntest die Fragen zum Video beantworten?
A
Ik kon de video grotendeels verstaan en vond de vragen makkelijk.
B
Ik snapte het meeste van de video niet en kon maar weinig van de vragen beantwoorden.
C
Ik vond dit thema oninteressant en had geen zin me erin te verdiepen.
D
Ik vond (nog) het moeilijk om de video te verstaan en/of de vragen te beantwoorden.

Slide 27 - Quiz