H15 geld

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1,2

H15 Geld en decimale getallen

WELKOM!

Telefoon in telefoontas

LessonUp opstarten

Studyflow opstarten

Voor de vakantie en tot de zomervakantie

H1 t/m H14 gereed hebben

t/m H18 af hebben

Wat gaan we doen vandaag?

- Reken met geld

Munten en biljetten

In Nederland betaal je met de euro. Een bedrag in euro's herken je aan het woord euro of het euroteken: € dit zet je voor het bedrag.

 1 euro is 100 cent waard. 

Er zijn munten en biljetten. (contant)

Hoeveel cent is de munt waard?

cent

cent

cent

cent

1

2

5

10

20

50

100

Waar ligt meer geld?

1. .
2. .

Hoeveel geld heb je nu?

+

+

+

1. 9 euro
2. 10 euro
3. 11 euro
4. 10 cent

Hoeveel geld is het in totaal?

1. 40 euro
2. 43 euro
3. 7 euro
4. 37 euro

Bedrag

Een bedrag wordt vaak geschreven met een komma (,). Voor de komma staan de euro. Achter de komma staan de centen. 

Het pak stiften kost 2 euro en 50 cent.

Dit schrijf je als €2,50

Hoeveel kost het (ongeveer)?

Geld optellen

Je kunt euro's en centen bij elkaar 

optellen.

Ik moet € 127,35 betalen.

Sleep het juiste geld naar het oranje vak. 

Geld wisselen

Je kunt munten en biljetten wisselen voor andere munten of biljetten die evenveel waard zijn. 

                      is evenveel waard als 

Een munt van 1 euro kun je wisselen voor twee munten van 50 cent.

Betalen

Als je gepast betaald, geef je precies het bedrag dat je moet betalen.

Daan koopt een fietsbel. Hij wil gepast betalen.

Sleep het geld wat je nodig bent in het groene vak. Betaal gepast!

€151,60

Wisselgeld

Als je niet gepast betaalt, krijg je geldterug. Dit noem je wisselgeld. Om uit te rekenen hoeveel wisselgeld je krijg, kun je aanvullen.

Ik zit samen met een vriendin op het terras. het kost €11,90. We betalen met een briefje van €20. Hoeveel krijg ik terug?

€8,10

Ik moet € 127,35 betalen. Ik betaald 150 euro. Hoeveel krijg ik terug?

Sleep het juiste geld naar het oranje vak. 

Vanaf hier mag jij je rekenmachine gebruiken

Geld op de rekenmachine

Je kunt bedragen bij elkaar optellen met een rekenmachine. Op de meeste rekenmachines toets je de komma in als punt. 

Jan heeft € 774 in zijn spaarpot. Hij koopt een elektrische step voor € 213. Hoeveel geld heeft hij nog in zijn spaarpot?

REKEN UIT MET DE REKENMACHINE!

1. 987
2. 977
3. 561
4. 661

Rashid heeft een hoop geld in zijn spaarpot zitten. Hij heeft maar liefst 56 munten van 50 eurocent,

Hoeveel geld heeft Rashid in totaal gespaard?

REKEN UIT MET DE REKENMACHINE!

1. € 26,-
2. € 48,-
3. € 52,-
4. € 28,-

Terugblik

Geef een voorbeeld van een situatie waarin je zou moeten rekenen met geld. Leg stapsgewijs uit hoe je dit zou doen aan een klasgenoot die naast je zit.

Huiswerk volgende week H15

Succes!