Ziekenhuiszorg (chirurgische ingrepen)

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Chirurgische ingrepen

Leerdoel

Je kunt de zorgverlening van zorgvragers organiseren, coördineren en hen begeleiden bij een chirurgische ingreep.

Verschillende fases

• Preoperatief
  

Gesprekken met zorgvrager over operatie (risico’s en akkoord operatie)

Plannen van operatie

Opname verpleegafdeling

Operatiekamer (holding)

• Operatie
  
• Postoperatief
  

Pre- operatieve zorg

Doel van de preoperatieve zorg is de

operatie zo snel en probleemloos te laten

verlopen, waarbij de kans op complicaties

voor de patiënt zo gering mogelijk moet zijn.

Opdracht

a. Zet individueel op een rij welke onderzoeken er zijn ter voorbereiding van klinische en poliklinische operaties, dit werk je individueel uit en vervolgens bespreek je dit met een klasgenoot

b. Zet vervolgens op een rij welke handelingen je als verpleegkundige uitvoert aan de voorbereiding van een operatie. 

c. Zet verder op een rij welke verpleegkundige diagnoses/problemen er aan de orde kunnen zijn tijdens de pre-operatieve fase?

25 minuten de tijd

Pre-operatieve zorg

Pre-operatieve zorg

• Preventie trombose, infectie
  
• Lichamelijke verzorging
• Voedingstoestand
• Legen blaas/darmen
• Decubitus preventie
• Informatie over pijn
• Beoordelen thuissituatie
• Bloedgroep bepalen

Psychische voorbereiding

Angst

Kans op delier 

Lichaamsverminking

Welke rol hebben jullie als verpleegkundige?

Medische beoordeling

• Gesprek met anesthesist, om zo te bepalen welke narcose nodig is. ( Allergieën, gewicht etc.)
• Eventueel aanvullende onderzoeken
• ASA-classificatie --> risicosignalering

ASA- Classificatie

ASA 1: een perfect gezonde patiënt zonder langdurig medicatiegebruik

ASA 2: een patiënt met een lichte aandoening, waarvoor eventueel medicatie moet genomen worden. De aandoening heeft echter geen invloed op het dagelijkse leven.

ASA 3: een patiënt met een ernstige aandoening waarvoor medicatie wordt genomen. De aandoening heeft een lichte beperking op de dagelijkse activiteiten. 

ASA 4: een patiënt met een ernstige aandoening waarvoor medicatie wordt genomen en die een ernstige beperking inhoudt van het dagelijkse leven.

ASA 5: zeer ernstig zieke patiënt waarvan verwacht wordt dat het overlijden zal volgen binnen de 24u (al dan niet met een operatie)

Veiligheidscontrole

Wie zijn er allemaal betrokken bij een operatie?

Medewerkers

1. Chirurg --> Hoofdverantwoordelijk 
2. Operatieassistenten (Instrumenteren, Assisteren, Omloop)
3. Anesthesist --> Verantwoordelijk voor narcose
4. Anesthesieverpleegkundige
5. Recovery verpleegkundige (Uitslaapkamer)
   

Monitoring

• Ademhaling
  
• Bewustzijn
  
• Circulatie
  

Pijn kan verantwoordelijk zijn voor afwijkende metingen (HF omhoog, Tensie omhoog)  aanpassing van dosering narcose

Welke soorten anesthesie ken je?

Opdracht

Maak een overzicht van de verschillende soorten anesthesie.

Wat - Werking- Wanneer

Mag in tweetallen

15 minuten de tijd

Klassikaal nabespreken 

Anesthesie 

• Narcose (algehele anesthesie)
  
• Sedatie - roesje
• Ruggenprik
  

Spinaal

Epiduraal

• lokale anesthesie
  

Operatie technieken

Kijkoperatie.

Robotchirurgie.

Open buikoperatie.

Hybride opereren.

Kijkoperatie met 3D-techniek.

Robotarm

Sign out

Voordat de zorgvrager de operatiekamer verlaat altijd een sign-out overleg --> Waarom?

Recovery / Verkoeverkamer / Uitslaapkamer

Taken verpleegkundige

• Vitale functies monitoren
  
• Meten van de bewustzijn --  Glasgow Coma Scale (EMV)
• Medicatie toedienen
  

Infuusvloeistof

Antibiotica

Pijnbestrijding

Anti-emetica

Pijnbestrijding

- Pijnprikkel

- Pijngewaarwording

- Pijnbeleving

- Pijngedrag

Welke vragen stel je bij de pijnanamnese?

pijnbestrijding

Analgetische ladder

Soorten pijnbestrijding

• Oraal
  
• Pleisters
  
• Injecties
  
• PCA pomp
  

Opdracht

Zelf bezig met de uitwerking van de opdrachten van ziekenhuiszorg.