Thema 8 Les 3 - Opdracht opschrijven

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Thema 8 - Les 3

Opdracht opschrijven

Lesdoel:

Aan het einde van de les kan je een zin schrijven met een opdracht.

In welke zin staat een opdracht?

1. Loop naar de boom.
2. Wij lopen naar de boom.

In welke zin staat een opdracht?

1. Ga je naar de camping?
2. Ga naar de camping.

Een opdracht geven

• Bij een opdracht zeg je kort wat iemand moet doen.
• Begin de zin met een werkwoord.
• Je zegt niet wie het moet doen.
• De opdracht is voor iedereen die het leest of hoort.

Voorbeeld:

Loop  tot de hoek van de straat.

Sla daar linksaf

Geef een opdracht.

Maak opdracht 1

Schrijf een opdracht.

Helpen: _____________ elkaar.

Wat moet er komen te staan?

1. Help elkaar.

2. Helpen elkaar.

3. Hielp elkaar.

Schrijf een opdracht.

Helpen:  Help elkaar.

Wat moet er komen te staan?

1. Help elkaar.

2. Helpen elkaar.

3. Hielp elkaar.

Schrijf een opdracht.

Vul het werkwoord in.

[Lezen]: _______  wat je moet doen.

Las

Lees

Schrijf een opdracht.

Vul het werkwoord in.

[Volgen]: _______  de pijlen.

Volg

Volgt

Schrijf een opdracht.
[zoeken]: ____ het puzzelstuk.

Maak opdracht 2 en 3

Ben je klaar?

--> inleveren bij de juf.

Lesdoel:

Aan het einde van de les kan je een zin schrijven met een opdracht.

Hoe kom je bij de apen?

Begin bij de ingang.

Schrijf drie zinnen met een opdracht.

wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃