6.3 Weer en klimaat

6.3 Weer en klimaat
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.3 Weer en klimaat

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • het verschil tussen weer en klimaat en je kunt een klimaatgrafiek aflezen.
  • dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.



  • dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur.
  • hoe seizoenen ontstaan en je kunt uitleggen welke invloed seizoenen op de temperatuur hebben.


Slide 2 - Diapositive

Wat is het weer vandaag in Nederland?

Slide 3 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
  • Weer kan per dag en plaats verschillen.

  • Temperatuur: hoe warm of koud het is.

  • regen, sneeuw, mist, hagel noem je neerslag.

Slide 4 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
Weer en klimaat
  • gemiddelde temperatuur en neerslag noem je klimaat. (per 30 jaar)

  • In een klimaatgrafiek kun je de gemiddelde aflezen.

  • neerslag = in milimeter
  • temperatuur = in graden celcius 

Slide 5 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
Breedteligging en temperatuur
  • De evenaar is een denkbeeldige horizontal lijn.
  • een gebied rondom de evenaar heeft een lage breedte.

  • de zon staat daar hoog, en daarom is het er altijd warm.

Slide 6 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
Breedteligging en temperatuur
  • hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de zonnestralen, dus kouder.

  • De noord en zuidpool liggen op hoge breedte.
  • de breedteligging geeft de afstand tot de evenaar weer.

Slide 7 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 6.3
Opdracht 1 t/m leerstof 3

Slide 8 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat (deel 2)

Slide 9 - Diapositive

  • dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur.
  • hoe seizoenen ontstaan en je kunt uitleggen welke invloed seizoenen op de temperatuur hebben.


Doelen:

Slide 10 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
hoogteligging en temperatuur
  • Boven op een berg is kouder dan in het dal.
  • Zonnestralen verwarmen eerst het aardoppervlak.
  • De grond straalt de warmte uit. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

6.3 Weer en klimaat
hoogteligging en temperatuur
  • Hoe verder naar boven hoe kouder.
  • Iedere 1000 meter daalt   de temperatuur met 6 graden.
  •  Op sommige toppen ligt altijd sneeuw: eeuwige sneeuw.

Slide 13 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
hoogteligging en temperatuur
6. eeuwige sneeuw
5. kale rotsen
4. alpenweide
3. naaldbomen
2. loofbomen
1. akkers/fruitbomen

Slide 14 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
seizoenen op aarde
  • In de zomer staat de zon hoger en is het dus warmer.
  • We kennen 4 seizoenen.   zomer/herfst/winter/lente.
  • in Zuid-Afrika is dit dus precies andersom. Dit komt door hoe het zonlicht op aarde valt.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

6.3 Weer en klimaat
seizoenen op aarde
  • De denkbeeldige lijn van de Noordpool naar de zuidpool is de aardas.
  • De aardas staat schuin. Daardoor is het zonlicht niet overal gelijk.
  • De aarde draait om de zon.

Slide 17 - Diapositive

6.3 Weer en klimaat
seizoenen op aarde
  • In de zomer staat het Noordelijk halfrond naar de zon toe.
  • in de winter staat het zuidelijk halfrond naar de zon toe.
  • Rond de evenaar zijn de verschillen heel klein, dus altijd warm.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Huiswerk
Paragraaf 6.3
Opdracht 1 t/m samenvatting

Slide 21 - Diapositive

lees de leerstof op blz 66
maak opdracht 7 & 8
lees de leerstof op blz 68
maak opdracht 9 t/m 12
ben je klaar maak van de herhaling(blz 70) opdracht 3 & 4

Slide 22 - Diapositive