Luistertoets leerjaar 3 VWO

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
Después de la clase...
  • Ken je de aanwijzende voornaamwoorden in het Spaans.
  • Ken je de vragende voornaamworden in het Spaans. 
  • Kan jezelf voorstellen in het Spaans.
  • Heb je geoefend met luisterfragmenten in het Spaans


 

Deel 1
A. Opstarten: les en absentie
B. Maken:  Luistertoets 
C. Herhalen: Unidad 1 & 2
D. Afsluiting 
¿Qué vamos a hacer hoy?

Slide 3 - Diapositive

Kijk
        & 
          luister


Leerjaar 3: Luistervaardigheid

Slide 4 - Diapositive

Klassenplattegrond

Slide 5 - Diapositive

Wat: 
Hoe: Twee keer luisteren en kijken naar de fragment.


Leerjaar 3: Luistervaardigheid

Slide 6 - Diapositive

Leerjaar 3: Luistervaardigheid
Vamos de compras

Slide 7 - Diapositive

Leerjaar 3: Luistervaardigheid
¿Quién es quien? 1

Slide 8 - Diapositive

Leerjaar 3: Luistervaardigheid
¿Quién es quien? 2

Slide 9 - Diapositive

Leerjaar 3: Luistervaardigheid
¿Qué me pongo?

Slide 10 - Diapositive

Leerjaar 3: Luistervaardigheid
Ropa para el cumpleaños de mi tío Paco

Slide 11 - Diapositive

Leerjaar 3: Kijk- en luistervaardigheid (alleen voor vwo 3)
 La tienda de ropa  (A1-A2)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Vamos a repasar Unidad 1 & 2!!!!

Slide 14 - Diapositive

Los demostrativos

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden voor dingen VERWEG

Slide 16 - Question ouverte

Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden voor dingen DICHTBIJ

Slide 17 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord hoort er op de open plek?
____ bolígrafo es azul.

Slide 18 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord hoort er op de open plek?
____ son mis compañeros de clase.

Slide 19 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord hoort er op de open plek?
____ es mi hermanita Juana.

Slide 20 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord hoort er op de open plek?
¿Quién es _____ niño?

Slide 21 - Question ouverte

Welk aanwijzend voornaamwoord hoort er op de open plek?
¿Quiénes son ____ chicas?

Slide 22 - Question ouverte

Los interrogativos 

Slide 23 - Diapositive

Vul de juiste vraagwoord in het Spaans in. Je mag een vraagwoord meer keren gebruiken. Kies uit: 

Qué - Quién - Cuándo - Cómo - Cuánto/a/s - Dónde 

1 ¿ ____________________ prefieres beber?

2 ¿____________________ se llama tu plato favorito?

3  ¿ ____________________ prepara la comida en casa? 

4 ¿____________________ refresco prefieres? 

5 ¿____________________ huevos necesitamos para la receta? 

6 ¿____________________ bananas quieres?

Slide 24 - Diapositive

Sleep de juiste vertaling van de vraagwoorden
 waar
hoeveel
hoe
wie
wanneer
waarom
wat / welk
¿Cuánto?
¿Cuándo?  
¿Cómo?
¿Dónde?  
¿Cuánta?
¿Por qué?

¿Quién?
¿Cuál? 
¿Qué?  

Slide 25 - Question de remorquage

Sleep de  vraagwoorden naar de juiste zin.
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿vives?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál

Slide 26 - Question de remorquage

PRETÉRITO INDEFINIDO
 

Slide 27 - Diapositive

trabajar - él
A
trabajé
B
trabajó
C
trabajió
D
trabagí

Slide 28 - Quiz

comer - yo
A
comí
B
comé
C
comió
D
comó

Slide 29 - Quiz

vivir - ellos
A
vivisteis
B
vivieron
C
viveron
D
vivistieron

Slide 30 - Quiz

indefinido: cantar - yo

Slide 31 - Question ouverte

indefinido: comenzar - nosotros

Slide 32 - Question ouverte

indefinido: estar - tú

Slide 33 - Question ouverte

Complemento indirecto
 

Slide 34 - Diapositive

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:
"Yo recomiendo a ustedes esa película."


Slide 35 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:
"El camarero trae un vaso de leche a Antonio."

Slide 36 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:
"Nosotros hacemos un regalo a nuestra abuela".

Slide 37 - Question ouverte

Vervang het complemento indirecto (MV) voor het voornaamwoord:

"La profesora enseña a los alumnos una regla gramatical"

Slide 38 - Question ouverte

Complemento directo
 

Slide 39 - Diapositive

Complemento directo (LV):
El profesor ha entragado unas copias.

Slide 40 - Question ouverte

Complemento directo (LV):
Alejandro nunca decía la verdad.

Slide 41 - Question ouverte

Vervang het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:
"La profesora enseña a los alumnos una regla gramatical"

Slide 42 - Question ouverte

Complemento directo (LV):
"Juan ha dado el regalo (a mí)"



Slide 43 - Question ouverte


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 44 - Question ouverte

Huiswerk
Los deberes para la próxima clase:
Leren: 

Slide 45 - Diapositive


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Sondage

¡Nos vemos la próxima clase!
¡Nos vemos la próxima clase!

Slide 47 - Diapositive