Lektion 6A: Zukunftsvisionen von gestern

Leerdoelen
  1. Je begrijpt een forumbijdrage over 'Zukunftsvisionen'.
  2. Je kunt betrekkelijke voornaamwoorden met wer, wem, wen toepassen.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  1. Je begrijpt een forumbijdrage over 'Zukunftsvisionen'.
  2. Je kunt betrekkelijke voornaamwoorden met wer, wem, wen toepassen.

Slide 1 - Diapositive

Kursbuch A1-A4
Arbeitsbuch Ü1-Ü10
Wörterliste 6A (S. 137/138)

Slide 2 - Diapositive

Bekijk de vragen bij Lektion A1a. Hoe zeg je in het Duits:
Het gaat in de film om ...
(Denk aan hoofdletters en aan de drie puntjes)

Slide 3 - Question ouverte

in tegenstelling tot (zie A1c) =

Slide 4 - Question ouverte

während (zie A1c) =
A
ondanks
B
terwijl
C
waarom
D
desalniettemin

Slide 5 - Quiz

Versprechen (A2) is een 'falscher Freund', wat betekent het?
A
verspreken
B
nagaan
C
vaststellen
D
beloven

Slide 6 - Quiz

A3: wer - wem - wen
- vraagwoord
- nu: betrekkelijk voornaamwoord + aanwijzend voornaamwoord
- 1e nv (Nominativ): wer / 3e nv (Dativ): wem / 4e nv (Akkusativ): wen

betrekkelijk voornaamwoord = Relativpronomen
aanwijzend voornaamwoord = Demonstrativpronomen

Slide 7 - Diapositive

Wer, wem of wen?
... kein Ziel hat, der kann auch keins erreichen.
A
Wer
B
Wem
C
Wen

Slide 8 - Quiz

Wer, wem of wen?
... man schätzt, dem sagt man die Wahrheit.
A
Wer
B
Wem
C
Wen

Slide 9 - Quiz

Wer, wem of wen?
... Geld sparen möchte, (der) sollte jetzt weiterlesen.
A
Wer
B
Wem
C
Wen

Slide 10 - Quiz

Wer, wem of wen?
... meine Tipps gefallen, der darf sie gern weitergeben.
A
Wer
B
Wem
C
Wen

Slide 11 - Quiz

Grammatik herhaling:
het betrekkelijk voornaamwoord
Ü7 AB
- Relativpronomen
- Lijkt qua uitgang erg op de lidwoorden
- slaat terug op een zelfstandig naamwoord
- ook hier pas je de vwo-toets toe

Slide 12 - Diapositive

Relativpronomen - stappenplan
De pen, die ik gisteren kocht, is nu al kapot. 
= Der Kugelschreiber, .......... ich gestern kaufte, ist jetzt schon kaputt.
1. die verwijst naar "de pen" (=antecedent).
2. der Kugelschreiber = mannelijk.
3. "die ik gisteren kocht". 'Die' is in deze zin lijdend voorwerp (wat kocht ik gisteren?).

Dus:
= Der Kugelschreiber, den ich gestern kaufte, ist jetzt schon kaputt.

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen bereikt?
  1. Je begrijpt een forumbijdrage over 'Zukunftsvisionen'.
  2. Je kunt betrekkelijke voornaamwoorden met wer, wem, wen toepassen.

Slide 14 - Diapositive