PeuL_Relativpronomen

Relativpronomen
Relativpronomen
PeuL
4H
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Relativpronomen
Relativpronomen
PeuL
4H

Slide 1 - Diapositive

Relativpronomen 
(betrekkelijk voornaamwoord)
Het betrekkelijk voornaamwoord verbindt hoofd- en (betrekkelijke) bijzin.
- Het verwijst naar een zelfstandig naamwoord in de hoofdzin. "Het betrekt zich op een eerder genoemd zelfstandig naamwoord". Dat gedeelte noemen we een antecedent.
- De naamval is afhankelijk van de functie van het woord in de bijzin.

De man, die daar staat, is mijn oom.
= Der Mann, der dort steht, ist mein Onkel.

Slide 2 - Diapositive

Relativpronomen
De pen, die ik gisteren kocht, is nu al kapot. 
= Der Kugelschreiber, .......... ich gestern kaufte, ist jetzt schon kaputt.
1. die verwijst naar "de pen".
2. der Kugelschreiber = mannelijk.
3. "die ik gisteren kocht". Die is in deze zin te vervangen voor hem.

Dus:
= Der Kugelschreiber, den ich gestern kaufte, ist jetzt schon kaputt.

Slide 3 - Diapositive

Schema (!)

Betrekkelijk voornaamwoord

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Het zinsdeel waarop het betrekkelijk voornaamwoord betrekking heeft, noemen we het...
A
Anticedent
B
Antecedent
C
Antecedant
D
Anticadent

Slide 6 - Quiz

In de bijzin wordt … op de gebruikelijke manier bepaald.
A
het geslacht
B
de naamval
C
het getal
D
het lidwoord

Slide 7 - Quiz

Het betrekkelijk voornaamwoord wijkt in welke vormen af van het normale lidwoordschema?
A
de Nominativ
B
de Genitiv
C
de Dativ
D
de Akkusativ

Slide 8 - Quiz

Het betrekkelijk voornaamwoord begint altijd met een...
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 9 - Quiz

Ist die Wahl, .... letztes Jahr stattfand, ehrlich verlaufen?

Slide 10 - Question ouverte

Das sind die Menschen, mit .... wir zusammengearbeitet haben.

Slide 11 - Question ouverte

Wann fängt die Demonstration an, ... vor dem Rathaus stattfindet?

Slide 12 - Question ouverte

Der Streit, gegen ... wir protestieren muss ein Ende haben!

Slide 13 - Question ouverte