Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Elektriciteit
Slide 1 - Carte mentale
Doel
wat is Vermogen
Vermogen berekenen
Slide 2 - Diapositive
1 Vermogen
Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde gebruikt.
Slide 3 - Diapositive
1 Vermogen
Vermogen hangt af van:
De spannig waarop het apparaat werkt
De stroomsterkte door het apparaat
Slide 4 - Diapositive
2 Vermogen bereken
P = U X I
Vermogen = spanning x stroomsterkte
P = Vermogen in Watt
U = Spanning in Volt
I = Stroomsterkte in Ampere
Slide 5 - Diapositive
3. vermogen vs tijd
Capaciteit(hoeveelheid electrische energie) van de batterij samen met het vermogen van het apparaat bepalen samenhoelang je een oplaadbaar apparaat kan gebruiken
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
En nu.....
wat: 1.1 Ontdekken 1 t./m 8 blz. 7
hoe: individueel
hulp: boek / docent
tijd: 15 min
klaar:
1.1 Begrijpen bestuderen: tekst lezen, begrippenlijst maken.(blz. 10, 11 en 12)
Slide 8 - Diapositive
Vermogen
Slide 9 - Carte mentale
Wat betekent de letter P?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand
D
Vermogen
Slide 10 - Quiz
Wat is Watt?
A
Grootheid
B
Anders....
C
Stroomkracht
D
Vermogen
Slide 11 - Quiz
Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?
A
Stroomsterkte en tijd
B
Vermogen en spanning
C
Spanning en tijd
D
Spanning en stroomsterkte
Slide 12 - Quiz
Een oplader geeft een spanning van 5 V en een stroomsterkte van 0,7 A. Wat is het vermogen van de adaptor?