H9(+ herhaling 9.1 en9.2)

H9 
Herhaling Balansmethode
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H9 
Herhaling Balansmethode

Slide 1 - Diapositive

Uitleg werkwijze
We gaan dit hoofdstuk werken met een leerdoelkaart.
Je bekijkt op 3 momenten hoe je eigenlijk voorstaan.
Aan het begin - middenin - aan het eind.

Hoe beheers je de te behalen leerdoelen?
  • Onvoldoende 
  • Voldoende (bedoeling is duidelijk, het uitwerken lukt nog niet goed)
  • Goed 
  • Uitmuntend (Je kan het je klasgenoten goed uitleggen)


timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Uitleg werkwijze
Aanpak
Je werkt in je eigen tempo het hoofdstuk door. 
Je kiest de leerroute die bij jou past.

De uitleg kun je in je boek vinden en in de gedeelde LessonUp. 
Maak voor jezelf aantekeningen in je schrift. 
LET OP!   Hier begin je mee voordat je begint met een paragraaf.

Paragraaf af, dan kijk je werk na en verbeter je je fouten (uitwerkingen staan in magister).
Je bepaalt dus zelf wat je huiswerk wordt voor de volgende les. 

Zorg er altijd voor de je de laatste les voor de toets alle stof behandeld hebt. 
De laatste les voor de toets is de vragenles.

Slide 3 - Diapositive

Uitleg werkwijze
Zelfstandig aan de slag.
Kom je ergens niet uit, pak dan eerst de aantekeningen erbij.
Lukt het dan nog niet? Vraag je klasgenoot om hulp.
Komen jullie er samen niet uit? Vraag de docent om hulp.

Na elke paragraaf bestaat er de mogelijkheid om een kleine check te doen. 
Dit zal ik doen door formatieve toetsen, schrift controle en/of LessonUp.


De datum van het proefwerk staat vast, namelijk: vrijdag 20 maart.


timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Voorkennis

Slide 5 - Diapositive

Haakjes wegwerken.
Drie manieren om haakjes weg te werken (zie H5).
  • Een rechthoek tekenen en de oppervlakte berekenen
  • Een vermenigvuldigingstabel gebruiken
  • De papagaaienbek methode toepassen


Slide 6 - Diapositive

Verschil formule en vergelijking.
Een formule staat op een korte en handige manier hoe je iets berekent. Een formule heeft twee variabelen.


Een vergelijking heeft één variabele
Door de vergelijking op te lossen kun je de waarde van de variabele berekenen.
 y = 2x + 3
 12 = 2+ 3

Slide 7 - Diapositive

Formule of vergelijking
Formule  (berekenen)
Een formule heeft 2 of meer verschillende variabelen. 
Bijvoorbeeld: y = 3 x + 4

Vergelijking   (oplossen)                                                                Een vergelijking heeft 1 variabele. 
Bijvoorbeeld: 3 x + 4 = 10                                                





Slide 8 - Diapositive

Lineaire formule
y = 3 x + 8         y = 3 - 9 t
Hellingsgetal

Het getal voor de variabele x.

Het hellingsgetal is de vaste toename of afname bij een stap van 1.

Stapgrootte.



Startgetal

Het getal waar de grafiek op de verticale as begint.

Het getal in de tabel onder de waarde 0.

Begingetal



Slide 9 - Diapositive

Paragraaf 1 en 2
Balansmethode

Slide 10 - Diapositive

Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (vorig schooljaar)



Balansmethode (nu)                                                                                                                 





Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q+32

Slide 11 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
    
   

Slide 12 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32

   

Slide 13 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 

   

Slide 14 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
     
   

Slide 15 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =              
   

Slide 16 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =                 Dus q = 6,5  
   

Slide 17 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
    
   

Slide 18 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
  
   

Slide 19 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
   
   

Slide 20 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
  

Slide 21 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
  
   

Slide 22 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
      : -7             :-7
            
   

Slide 23 - Diapositive

Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
      : -7             :-7
           m = -5      
   

Slide 24 - Diapositive

Oplossen van een vergelijking
Stap 1  Noteer de vergelijking.
Stap 2 Vereenvoudig beide kanten van het =   teken.
Stap 3 Los op met de balansmethode.
Stap 4 Geef antwoord op de vraag.
Stap 5 Controleer je antwoord (vul de variabele in).








Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo