Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
PUB QUIZ
Slide 1 - Diapositive
Op welke manier kun je aan de buitenkant testen/zien of een ananas rijp is?
A
Door de gele kleur
B
Als je de ananas in stukken snijdt
C
Als je een blad uit de kroon kunt trekken
D
Alle drie de antwoorden zijn juist
Slide 2 - Quiz
Benoem bereidingstechnieken die goed kunnen worden toegepast op appels.
A
Pureren en snijden
B
frituren
C
Roken en grillen
D
alle drie antwoorden zijn mogelijk
Slide 3 - Quiz
Hoe heet deze kok?
A
Herman de Blijker
B
Gordon Ramsay
C
Marco Pierre White
D
Jamie Oliver
Slide 4 - Quiz
Wat voor koffie zie je op het plaatje?
A
Turkse Koffie
B
Koffie met slagroom
C
Cappuccino
D
Zwarte koffie
Slide 5 - Quiz
Welk blad zie je op het plaatje
A
Basilicum
B
Thee
C
Laurier
D
gewoon een blad uit een boom
Slide 6 - Quiz
Hoeveel liter melk heb je nodig voor 1 kilo kaas?
A
10 liter
B
1 liter
C
5 liter
D
50 liter
Slide 7 - Quiz
In de keuken gebruiken we azijn voor verschillende doeleinden, voor welke doeleinden kan azijn gebruikt worden?
A
Dressing
B
Schoonmaken
C
in de mayonaise
D
Zure komkommers maken
Slide 8 - Quiz
Volgens de werkafspraken moet je je telefoon uit het zicht bewaren in de klas tenzij de docent anders aangeeft. Op welke plek mag je je telefoon NIET bewaren?
A
In je jaszak
B
In je rugzak
C
In je etui
D
Op je bureau
Slide 9 - Quiz
Wat moet je halen als je te laat bent!
A
Taart voor de docenten
B
Een goede wekker
C
Een roze briefje
D
Bloemen voor mevrouw van Eck
Slide 10 - Quiz
Waar moet je je jas en tas laten tijdens de praktijklessen
A
Aan de kapstok
B
In je kluis
C
Op de werkbank
D
Maakt niet uit! overal is goed.
Slide 11 - Quiz
Hoe heet het Restaurant van school?
A
VIP
B
De Vloot
C
GROOS
D
Koksschool restaurant
Slide 12 - Quiz
Hoe heet jullie rekenprogramma?
A
Slim rekenen
B
Smart rekenen
C
Reken nu
D
MBO rekenen
Slide 13 - Quiz
Wat moet je als eerste doen als je de keuken binnenkomt?
A
Omkleden
B
Handen wassen
C
Hand geven
D
Gelijk aan het werk gaan
Slide 14 - Quiz
Waar kan je jouw rekenprogramma gebruiken?
A
Alleen in de aula
B
Alleen in de les
C
Overal waar internet voor handen is.
D
Alleen wanneer je thuis bent
Slide 15 - Quiz
1000 mg paracetamol = ? gram
A
10 gram
B
100 gram
C
1 gram
D
0,1 gram
Slide 16 - Quiz
Mevrouw Poelmans werkt in het weekend als vrijwilliger bij een bekende Rotterdamse bezienswaardigheid Welke is dit.
A
Verkeersregelaar bij de Erasmus brug
B
Diergaarde Blijdorp
C
Lift bediende bij de Euromast
D
Museum Boijmans van Beunigen
Slide 17 - Quiz
Mijnheer van Dorp en mevrouw van Welzen zijn sportieve docenten en hebben afgelopen jaar de marathon uitgelopen Welke marathon was dit?.
A
Marathon van Londen
B
Marathon van New York
C
Marathon van Berlijn
D
Marathon van Rotterdam
Slide 18 - Quiz
Meneer de Ridder is voetbal fan hij woont in Dordrecht maar is supporter van een club uit een andere stad Welke is dit ????