4 VWO formatieve toets zouten en vergelijkingen

Oefen-toets
Basis over Zouten 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefen-toets
Basis over Zouten 

Slide 1 - Diapositive

ionen
en verhoudingsformules

Slide 2 - Diapositive

Wat gebeurt er op microniveau (deeltjes niveau) bij het oplossen van een zout?
A
de ionen gaan harder trillen
B
de zoutkorrels verdwijnen
C
de ionen laten elkaar los en gaan vrij bewegen
D
de ionen gaan in een rooster zitten

Slide 3 - Quiz

Geef de verhoudingsformule van bariumfluoride
A
BaF
B
Ba2F
C
BaF2
D
Ba2F2

Slide 4 - Quiz

Geef de naam van
Al2O3

Slide 5 - Question ouverte

Geef de naam van
Ca(CH3COO)2

Slide 6 - Question ouverte

Welke kleur krijgt het zout kaliumchloride, wanneer deze in een vlam gehouden wordt?
A
violet
B
paars
C
karmijn rood
D
groen

Slide 7 - Quiz

Vervolg
oplosbaarheid

Slide 8 - Diapositive

goed oplosbaar
slecht oplosbaar
kaliumfosfaat
koperhydroxide
zilverfluoride
bariumhydroxide
zinksulfide
Loodjodide
Fe(CH3COO)3
CoS
NaBr
Ni(NO3)2

Slide 9 - Question de remorquage

Wat voor gebeurtenis is de onderstaande vergelijking?
3Ca2+(aq)+2PO33(aq)>Ca3(PO4)2(s)
A
neerslagreactie van calciumfosfaat
B
oplosvergelijking van calciumfosfaat
C
neerslagreactie van kaliumfosfaat
D
indampvergelijking van kaliumfosfaat

Slide 10 - Quiz

Wat is er hier fout?
BaCO3(s)>Ba2+(aq)+CO32(aq)
A
De ladingen kloppen niet
B
De zoutformule van bariumcarbonaat is fout
C
De reactievergelijking is niet kloppend
D
bariumcarbonaat slecht oplosbaar, dus het kan niet

Slide 11 - Quiz

Dan naar
oplosvergelijkingen

Slide 12 - Diapositive

Geef, indien mogelijk, de oplosvergelijking van helse steen

Slide 13 - Question ouverte

Geef, indien mogelijk, de oplosvergelijking van calciumhydroxide

Slide 14 - Question ouverte

Geef, indien mogelijk, de oplosvergelijking van gebluste kalk

Slide 15 - Question ouverte

Geef, indien mogelijk, de oplosvergelijking van potas

Slide 16 - Question ouverte

Wat klopt hier niet?
BaOH2(s)>Ba2+(aq)+2OH(aq)
A
de '2' achter BaOH
B
De haakjes missen in de verhoudingsformule
C
de '2' voor hydroxide
D
niks, alles klopt.

Slide 17 - Quiz

Vervolgens naar
neerslagvergelijkingen

Slide 18 - Diapositive

Er zijn vier ionsoorten in oplossing. Welke vormen een slecht oplosbaar zout?
K++NO3+Al3++CO32
A
K++NO3
B
K++CO32
C
Al3++NO3
D
Al3++CO32

Slide 19 - Quiz

Je hebt twee oplossingen: zinksulfaat en bariumhydroxide. Deze voeg je bij elkaar. Onstaat er een neerslag? Zo ja, noteer de neerslagreactie.

Slide 20 - Question ouverte

Een pot magnesiumchloride is mogelijk vervuild met bariumchloride. Welk zout kun je gebruiken om te achterhalen of de pot vervuild is met bariumchloride.
A
natriumfosfaat
B
ammoniumsulfaat
C
lood(II)sulfaat
D
kaliumhydroxide

Slide 21 - Quiz


a. Leg uit of het klopt dat er een blauw neerslag ontstaat bij deze proef. Zie tabel 65B. 
b. Zo ja, geef dan de reactievergelijking. 

Slide 22 - Question ouverte

Welke 2 zouten zou je kunnen gebruiken voor het vormen van zinksulfide?
Geef de namen van de 2 zouten en de neerslagreactie van de vorming van zinksulfide.

Slide 23 - Question ouverte

Ten slotte naar
molariteit

Slide 24 - Diapositive

Stel, je hebt een 0,10 M aluminium-sulfaat-oplossing. Wat is de molariteit van:
SO42ionen
A
0,10 mol/L
B
0,20 mol/L
C
0,30 mol/L
D
dat kun je niet weten

Slide 25 - Quiz

Bereken de chloride-concentratie (molariteit) wanneer je 25 gram kobaltchloride oplost in 1,0 L oplossing.

Slide 26 - Question ouverte

Bereken de magnesium-concentratie (molariteit), wanneer je 40 gram magnesiumchloride oplost in 1,5 L oplossing.

Slide 27 - Question ouverte

Je lost 500 mg NaOH op tot 500 mL. Bereken de concentratie hydroxide-ionen

Slide 28 - Question ouverte

Goed gewerkt

Slide 29 - Diapositive

Dat was het! Geef een inschatting van jouw cijfer! (en evt commentaar)

Slide 30 - Question ouverte