di 23 mei Voorzetsels

di 23 mei Voorzetsels
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

di 23 mei Voorzetsels

Slide 1 - Diapositive

Voorzetsels

Slide 2 - Diapositive

Voorzetsels

Slide 3 - Diapositive

Terugblik: voorzetsels
Hoe noemen we voorzetsels ook wel?
  • Kooiwoorden

Wat zijn voorzetsels, noem eens een voorbeeld?

Slide 4 - Diapositive

VOORZETSELS

Slide 5 - Diapositive

Het voorzetsel
- Wat is een voorzetsel?
- Hoe vind je een voorzetsel?

Slide 6 - Diapositive

voorzetsels 

Slide 7 - Diapositive

Voorzetsels

Voorzetsels horen bij de woordsoorten

Slide 8 - Diapositive

Het voorzetsel
Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. Voorzetsels zijn onder andere:


Slide 9 - Diapositive

Het voorzetsel
Met een voorzetsel kun 
je waar en wanneer 
aangeven. 

Slide 10 - Diapositive

voorzetsels

Slide 11 - Diapositive

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.
VOORZETSELS
Door
de
drukte
op
straat
botste
de 
vrouw
tegen
iemand
aan

Slide 12 - Question de remorquage

Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel? 
Werkwoord
Voorzetsel
Vul
je
gegevens
maar
in
op
dat
papier.

Slide 13 - Question de remorquage

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 14 - Question de remorquage

Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel? 
Werkwoord
Voorzetsel
Vorige
week
zette
Lynn
haar
zakgeld
op
haar
spaarrekening.

Slide 15 - Question de remorquage

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
donder
werk
onder
zijn

Slide 16 - Question de remorquage

voorzetsels van plaats
voorzetsels van tijd
in de emmer
tegen de kast
na de lunch
achter het huis
tijdens het feest

Slide 17 - Question de remorquage

Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel? 
Werkwoord
Voorzetsel
De
bewaker
hield
de
jongen
bij
de
kassa
tegen.

Slide 18 - Question de remorquage

Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel? 
Werkwoord
Voorzetsel
Rust
maar
lekker
uit
tijdens
de
vakantie.

Slide 19 - Question de remorquage

Huiswerk voor do 25 mei
Maken opdr. 13 t/m 15

Leren voorzetsels blz. 225/226

Slide 20 - Diapositive