Di 7 juni Voorzetsels

Het voorzetsel
- Wat is een voorzetsel?
- Hoe vind je een voorzetsel?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het voorzetsel
- Wat is een voorzetsel?
- Hoe vind je een voorzetsel?

Slide 1 - Diapositive

voorzetsels van plaats
voorzetsels van tijd
in de emmer
tegen de kast
na de lunch
achter het huis
tijdens het feest

Slide 2 - Question de remorquage

Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel? 
Werkwoord
Voorzetsel
De
bewaker
hield
de
jongen
bij
de
kassa
tegen.

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.
VOORZETSELS
Door
de
drukte
op
straat
botste
de 
vrouw
tegen
iemand
aan

Slide 4 - Question de remorquage

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 5 - Question de remorquage

Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel? 
Werkwoord
Voorzetsel
Vul
je
gegevens
maar
in
op
dat
papier.

Slide 6 - Question de remorquage

Voorzetsels kun je altijd vervangen door een ander voorzetsel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN voorzetsel?
A
naar
B
na
C
natuurlijk
D
om

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles

Slide 9 - Quiz

Wat is NIET een voorzetsel?
A
in
B
vaak
C
achter
D
naar

Slide 10 - Quiz

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspellen, voorzeggen

Slide 11 - Quiz

Voorzetsel of niet?
'naar'
A
voorzetsel
B
geen voorzetsel

Slide 12 - Quiz

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter, sinds
C
raam, deur, wand, vakantie
D
voorlezen, voorspellen, voorzeggen

Slide 13 - Quiz

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
op, vanwege, met
C
mooi, klein, blauw
D
negen, twee derde, weinig

Slide 14 - Quiz

Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?
A
Tijdens
B
voor
C
omdat
D
tussen

Slide 15 - Quiz

Huiswerk voor do 9 juni
Grammatica blok 5

Maken opdr. 11 t/m 16

Leren blz. 219 Voorzetsels

Slide 16 - Diapositive