nederlandse taal : begrijpend lezen en luisteren kwl2

Begrijpend lezen en luisteren
doel en 
KWL2-ik studeer af wat nu?!- 15 De leerling zoekt een eigen weg in de informatiestroom.
KWL2-ik studeer af wat nu?!- 49 De leerling zet zijn eigen wensen of behoeften om in hulp- en informatievragen. 
KWL2-ik studeer af wat nu?!- 41 De leerling gebruikt woordenschat over maatschappelijke thema's in een zinvol verband.

Heel wat ander doelen kunnen hier ook mee aan bod komen op basis van niveau van leerling. 



1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GasvBuitengewoon secundair onderwijs

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 250 min

Éléments de cette leçon

Begrijpend lezen en luisteren
doel en 
KWL2-ik studeer af wat nu?!- 15 De leerling zoekt een eigen weg in de informatiestroom.
KWL2-ik studeer af wat nu?!- 49 De leerling zet zijn eigen wensen of behoeften om in hulp- en informatievragen. 
KWL2-ik studeer af wat nu?!- 41 De leerling gebruikt woordenschat over maatschappelijke thema's in een zinvol verband.

Heel wat ander doelen kunnen hier ook mee aan bod komen op basis van niveau van leerling. 



Slide 1 - Diapositive

1. Waarom is begrijpend Lezen en Luisteren belangrijk?

Begrijpend lezen betekent dat je niet alleen woorden leest, maar ook echt begrijpt wat ze betekenen. 
Begrijpend luisteren betekent dat je niet alleen hoort wat iemand zegt, maar ook goed begrijpt wat die persoon bedoelt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

1. Waarom is begrijpend Lezen en Luisteren belangrijk?

Dagelijkse instructies begrijpen: Als je een recept leest om te koken of een handleiding om iets in elkaar te zetten, moet je de stappen goed begrijpen om het juiste resultaat te krijgen.

Op het werk: Stel je voor dat je op je werk een e-mail leest. Als je de informatie niet goed begrijpt, kun je een fout maken. Dit kan misverstanden veroorzaken met collega’s of leiden tot fouten in je werk.

Gesprekken met anderen: Door goed te luisteren en te begrijpen wat mensen zeggen, kun je beter met ze praten en misverstanden voorkomen. Dit zorgt voor prettiger en duidelijker contact.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hoe lees je begrijpend? 

Slide 6 - Diapositive

Informatie uit teksten halen
SCROLL
MARK
ASK
REPEAT
TELL

Slide 7 - Diapositive


SMART - Stappenplan voor Lezen en Luisteren

Scroll 
Blader snel door de tekst of luister om een idee te krijgen van het onderwerp.
Mark (duid aan)
Zoek naar belangrijke woorden of zinnen die opvallen.
Ask (Vragen) 
Vraag jezelf af of je alle woorden en zinnen begrijpt. Pas de geef me de 5 toe. 
Research (zoek op)
Zoek de woorden op die je niet begrijpt, zoek uitleg voor de delen die je niet begrijpt. 
Tell (Vertel)
Vertel het in je eigen woorden aan iemand anders of schrijf het op.

Slide 8 - Diapositive

smart ..... USE

Slide 9 - Diapositive

Niveau 4: je eigen weg zoeken in alle informatie 
In de wereld van vandaag is er heel veel informatie beschikbaar. Je kunt informatie vinden op het internet, sociale media, in boeken en nog veel meer. Dit is fijn, maar het kan ook verwarrend zijn. Het is belangrijk om te leren hoe je gericht kunt zoeken naar informatie en hoe je de kwaliteit van die informatie kunt beoordelen.

Slide 10 - Diapositive

Niveau 4: je eigen weg zoeken in alle informatie 
1. informatie zoeken

Gericht zoeken naar informatie betekent dat je precies weet wat je nodig hebt. Begin met het stellen van duidelijke vragen. Wat wil je weten? Heb je specifieke onderwerpen in gedachten? Door je zoekopdracht helder te maken, kun je gemakkelijker de juiste informatie vinden.
De plaats waar je de informatie gevonden hebt is je bron. 

Slide 11 - Diapositive

Soorten bronnen 
Digitale Bronnen
Google:
Gebruik het om snel informatie over verschillende onderwerpen te vinden.

YouTube:
Zoek naar video's en tutorials voor visuele uitleg en tips.

ChatGPT:
Stel vragen en krijg antwoorden of uitleg over diverse onderwerpen.

Sociale Media (bijv. Instagram, TikTok):
Volg accounts die informatie delen over actuele thema's en trends.

Slide 12 - Diapositive

Soorten bronnen 
Fysieke Bronnen

Bibliotheken:
Voor toegang tot boeken, tijdschriften en studiematerialen.

Boekenwinkels:
Fysieke winkels waar je boeken kunt kopen over diverse onderwerpen.

Kranten:
Voor actuele nieuwsartikelen en meningen van experts.

Slide 13 - Diapositive

Soorten bronnen 
Bij anderen
Leraren:
Vraag hen om hulp of uitleg over lesstof en onderwerpen.

Vrienden:
Bespreek onderwerpen en deel kennis en ervaringen.

Familie:
Vraag om advies of informatie van familieleden met ervaring of expertise.

Diensten (bijv. OCMW):
Neem contact op met lokale diensten voor ondersteuning en informatie over verschillende onderwerpen.

Slide 14 - Diapositive

Tiktok is een ...
A
boek
B
contact met anderen
C
fysieke bron
D
digitale bron

Slide 15 - Quiz

Een telefoongesprek met een vriend is ...
A
digitale bron
B
contact met anderen
C
fysieke bron
D
website

Slide 16 - Quiz

Google is een ...
A
digitale bron
B
fysieke bron
C
contact met anderen
D
brief

Slide 17 - Quiz

Een boek is een ...
A
digitale bron
B
fysieke bron
C
video
D
sociale media

Slide 18 - Quiz

Vragen stellen 
Tips voor Gerichte Vragen Stellen
Wanneer?
Vraag naar tijdstippen of data.
Voorbeeld: "Wanneer is de deadline voor dit project?"
Hoe?
Vraag naar methodes of manieren.
Voorbeeld: "Hoe kan ik mijn studie beter organiseren?"
Wie?
Vraag naar personen of groepen.
Voorbeeld: "Wie kan me helpen met deze opdracht?"
Wat?
Vraag om duidelijkheid over iets.
Voorbeeld: "Wat betekent dit woord?"
Waar?
Vraag naar locaties of plaatsen.
Voorbeeld: "Waar kan ik meer informatie vinden over dit onderwerp?"

Slide 19 - Diapositive

Vragen stellen
Tips voor Gerichte Vragen Stellen
  • Wees duidelijk: Formuleer je vraag zo eenvoudig mogelijk.
  • Stel één vraag tegelijk: Dit maakt het makkelijker voor anderen om te antwoorden.
  • Luister goed naar / lees goed  het antwoord: Dit helpt je om vervolgvragen te stellen.
  • Wees niet bang om door te vragen: Als je iets niet begrijpt, vraag dan om meer uitleg.


Slide 20 - Diapositive

Zoeken op google 

Wees duidelijk:
Gebruik duidelijke en specifieke woorden.
Voorbeeld: Zoek naar "gezonde snacks" in plaats van alleen "snacks."

Stel een vraag:
Formuleer je zoekopdracht als een vraag om gerichte informatie te krijgen.
Voorbeeld: Typ "Wat zijn de voordelen van sporten?"

Slide 21 - Diapositive

Even oefenen op dat vragen stellen 

Maak de bookwidget oefening 

Slide 22 - Diapositive

Je lief komt vanavond eten. Je gaat Scampi maken maar weet niet hoe je die moet schoonmaken. Wat voer je in google in als zoekopdracht?
A
Scampi schoonmaken stap voor stap
B
Scampi met citroen serveren
C
Scampi in de pan gooien
D
Scampi met huid bakken

Slide 23 - Quiz

Je hebt morgen een sollicitatiegesprek Je ben nerveus en wil nog even jezelf voorbereiden. Wat voer je in als zoekopdracht in google?
A
Sollicitatie zonder motivatie
B
Sollicitatiebrief in het Engels
C
Sollicitatiebrief zonder naam
D
Tips voor een sterke sollicitatiegesprek

Slide 24 - Quiz

Je gaat alleen wonen en moet beslissen bij wie je een contract elektriciteit gaat afsluiten. Welke zoekopdracht geef je in op google om de goedkoopste te weten?
A
Energieprijzen vergelijken online
B
Energieprijzen op een kaart
C
goedkope energiebronnen
D
Elektriciteitsfactuur lezen

Slide 25 - Quiz

Je bent geslaagd voor je theorie van rijbewijs B. Je wil nu starten met de praktijk maar wil weten hoe je dit het snelst kan. Welke zoekopdracht zou je google geven?
A
Stappen om rijbewijs te behalen
B
Rijbewijs zonder examen
C
praktijk rijbewijs starten
D
Rijbewijs kopen op internet

Slide 26 - Quiz

Niveau 4: je eigen weg zoeken in alle informatie 
2. De kwaliteit van informatie beoordelen
 
De kwaliteit van informatie beoordelen is ook heel belangrijk. Niet alle informatie is betrouwbaar of juist. Kijk altijd naar de bron van de informatie. Is het een betrouwbare website, een expert of een persoonlijke blog? Controleer ook wanneer de informatie is gepubliceerd. Sommige informatie kan verouderd zijn, vooral in snelle vakgebieden zoals technologie en gezondheid.

Kijk daarnaast naar de inhoud. Is de informatie goed onderbouwd met feiten? Zijn er verwijzingen naar andere betrouwbare bronnen? Door deze dingen te controleren, kun je beter begrijpen hoe waardevol de informatie is die je hebt gevonden.

Slide 27 - Diapositive

 Tips voor het beoordelen van Informatie
Kijk naar de bron:
Vraag jezelf: "Is dit een betrouwbare website?" Betrouwbare bronnen zijn bijvoorbeeld nieuwswebsites of educatieve sites, niet zomaar persoonlijke blogs.
Controleer de datum:
Kijk wanneer het artikel of de informatie is geschreven. Is het recent? Oude informatie kan verouderd zijn, vooral over gezondheid of technologie.
Bevat de tekst feiten of meningen?
Feiten zijn controleerbaar, terwijl meningen persoonlijke opvattingen zijn. 
Vergelijk met andere bronnen:
Zoek naar hetzelfde onderwerp op verschillende websites. Als meer betrouwbare bronnen hetzelfde zeggen, is het waarschijnlijk waar.

Slide 28 - Diapositive

Je leest een artikel over gezond eten op een bekende website over gezondheid. Het artikel bevat feiten, tips van voedingsdeskundigen en verwijzingen naar onderzoeken.
Betrouwbaar of niet betrouwbaar?
A
ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Je vindt een blogpost over het afvallen. De schrijver vertelt zijn persoonlijke verhaal en zegt dat hij 10 kilo is verloren door alleen maar water te drinken. Hij heeft geen verwijzingen naar wetenschappelijke studies.
A
ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Je ziet een video op sociale media waarin iemand zegt dat je nooit meer suiker moet eten. De video bevat geen feiten en de maker heeft geen achtergrond in voeding of gezondheid.
Betrouwbaar of niet betrouwbaar?
A
ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Je leest een artikel in een bekende krant over de voordelen van sporten. Het artikel geeft informatie van dokters en verwijst naar onderzoeken van het jaar 2024
Betrouwbaar of niet betrouwbaar?
A
ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Je hoort iemand in je klas praten over een wondermiddel dat je helpt om snel af te vallen. Hij zegt dat je alleen dat middel nodig hebt en dat je verder niets hoeft te doen. Hij heeft geen bewijs of bron voor zijn uitspraak.
Betrouwbaar of niet betrouwbaar?
A
ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Oefenen maar op alle vaardigheden 
  • Stap 1: Kies een onderwerp, laat het onderwerp eerst goedkeuren door de leerkracht
  • Stap 2: Zoek minstens drie informatiebronnen rond je onderwerp. Maak een lijst van de bronnen. Zorg dat je bronnen betrouwbaar zijn.
  • Stap 3: verwerk de informatie van de bronnen met het SMART USE stappenplan
  • Stap 4: maak een presentatie, filmpje of verwerking van je onderwerp en informatie. 
  • Stap 5: stel je presentatie voor voor de klas. 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive