Fictie 4.1 havo 3 (perspectief en vertelprocedé)

Vertelprocedé/perspectief
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vertelprocedé/perspectief

Slide 1 - Diapositive

Maak aantekeningen!

Slide 2 - Diapositive

We gaan de volgende sites bekijken en beoordelen


www.lezenvoordelijst.nl,
www.leesadviezen.nl,
www.jaapleest.nl of
www.deleesfabriek.nl

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Lien

Welke site bevalt je het meest? Waarom?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Lien

Doe de niveautest!

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Welk niveau kwam er uit?

Slide 12 - Question ouverte

Vertelperspectief 1 – De alwetende verteller
Dit is de oudste vertelvorm ter wereld. De alwetende verteller (ook wel auctoriale verteller genoemd) kom je tegen in oude geschriften zoals de Ilias, de Bijbel en klassieke boeken zoals Dik Trom. De alwetende verteller is een soort god die boven de gebeurtenissen staat. 

Slide 13 - Diapositive

Vertelperspectief 2 – De ik-verteller
Bij deze vertelvorm vertelt de ik-persoon zijn verhaal. De ‘ik’ is dus niet alleen verteller, maar speelt ook een rol in de gebeurtenissen. Dit vertelperspectief komt voor in autobiografieën, maar ook in romans waarin de hoofdpersoon aan het woord is.
Er zijn twee verschillen vormen van ik-vertellingen. De ‘ik’ kan in de verleden tijd praten, over gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden. Die stijl wordt ook wel ‘de vertellende ik’ genoemd. Maar een ik-persoon kan ook verslag doen van gebeurtenissen terwijl hij/zij ze beleeft. Die vorm wordt ook wel ‘de belevende ik’ genoemd.

Slide 14 - Diapositive

Vertelperspectief 3 – De personale verteller
3e persoon/hij-zij
Bij een personaal vertelperspectief is de verteller onzichtbaar. Je hebt als lezer het idee dat het verhaal zichzelf vertelt, omdat het is geschreven in de derde persoon, dus vanuit het hij- of zij-perspectief. Lezers komen alleen te weten komt wat de hoofdpersoon ziet, hoort en denkt. Ze kunnen niet in de hoofden van andere personages kijken.

Slide 15 - Diapositive

Vertelperspectief 3 – De personale verteller
Wisselend perspectief
Je kunt het personaal vertelperspectief ook steeds laten wisselen tussen verschillende personages. Lezers volgen dan meerdere hoofdpersonen die met ‘hij’ of ‘zij’ worden aangeduid. Ze bekijken de gebeurtenissen dan door de ogen van al deze mensen, zodat het verhaal van verschillende kanten wordt belicht.

Slide 16 - Diapositive

Het jij-perspectief
Behalve de alwetende verteller, de ik-figuur en de derde persoon, bestaat er ook nog de zelden gebruikte tweede persoon: jij. Dan krijg je bijvoorbeeld zoiets:
“Je loopt de kamer binnen, en je weet dat zich iets in het donker schuilhoudt. Je glimlacht.”

Slide 17 - Diapositive

Het jij-perspectief
Je komt de huiskamer binnen en je moeder zit aan de grote tafel in haar agenda te turen. Ze schudt haar hoofd, zucht en zegt: ‘Ik zie door de bomen het bos niet meer!’ Nieuwsgierig buig je je over de bladzijde: helemaal volgekrabbeld, maar het zijn allemaal letters. En trouwens, in een bos staan toch altijd bomen, anders is het geen bos. Wat bedoelt je moeder?

Slide 18 - Diapositive

Zomer in Wentworth, Ohio. Oh boy, zie je het voor je? Zomer, hier in Poplar Street, die dwars door die befaamde, gebleekte Amerikaanse droom loopt, met de geur van hotdogs in de lucht en de uit elkaar gebarsten papieren hulzen van het vuurwerk van de Vierde Juli nog overal in de goot.
A
Alwetend perspectief
B
ik-perspectief
C
personaal perspectief 3e persoon/hij-zij

Slide 19 - Quiz

Zo zijn ze er dan achter dat ik een halve eeuw op Java ben. Proficiat met niets! En hoe ik de zaak ook wil omzeilen, Adeline Renselaar, de nicht van mevrouw Van Zadelhof, lijkt vastbesloten tot een feest. Ze heeft daartoe al drie families het hoofd op hol gebracht en is 15 van de week zelfs in de hertenkamp gesignaleerd, rebbelend over deze kwestie met de gouverneur.
A
vertellende ik
B
belevende ik

Slide 20 - Quiz

De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet zwart. Ik was op veel manieren anders dan de mensen om mij heen, maar donkerder was ik niet. Dat weet ik. Er is een dag geweest waarop ik een verkleuring gewaarwerd. Later, toen ik dan eenmaal zwart wás, ben ik weer verschoten.
A
vertellende ik
B
belevende ik

Slide 21 - Quiz

vertelprocedé
Een schrijver kiest zelf hoe hij in zijn verhaal personen,plaatsen,tijden,perspectief en spanning gebruikt.
Het gebruik van deze van zulke verhaalelementen (verhaaldelen) heet vertelprocedé

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

vertelprocedé
  • personages
  • plaats/ruimte
  • tijd
  • perspectief
  • spanning

Slide 24 - Diapositive

vertelprocedé
Verschil in beleving:
  • hoofdpersoon of bijpersoon vertelt
  • wisselend perspectief
  • het verhaal achteraf vertellen (vt)
  • het verhaal mee vertellen (tt)
  • informatie weggeven of juist achterhouden

Slide 25 - Diapositive

Geheimen...
Schrijf een verhaal met als onderwerp

GEHEIMEN...

Lever je verhaal in op Magister. 
Je verhaal moet ook in je fictiedossier!
Werk tot aan het eind van de les aan je verhaal!

Slide 26 - Diapositive

Geheimen….

Ik neem aan dat je vast hebt gehoord van een geheim vertellen aan iemand en dat diegene moet beloven dat ie het niet doorvertellen. Je hebt weleens mensen die je een geheim verteld hebt en diegene net niet slim genoeg was om zijn mond dicht te houden. En op het moment dat ie het doorvertelt zegt ie tegen degene die hij het verteld heeft dat het een geheim is en hij het niet door moet vertellen. Als iedereen het zo gaat doen weet de hele wereld het en is het dan nog een geheim?


Geheimen moet je eerst goed over nadenken tegen wie je het zegt en wat je zegt. Je kan een geheim vertellen dat je bijvoorbeeld op iemand verliefd bent of je wachtwoord doorgeven. Maar is het altijd wel verstandig om zomaar een geheim te delen met iemand? Nee zeker niet, want je moet diegene goed kunnen vertrouwen en anders om ook. Want diegene moet het hoe dan ook niet doorvertellen zelfs niet als je ruzie hebt en het dan gaat verklappen. Een wachtwoord moet je altijd voor jezelf bewaren, stel dat je ineens ruzie hebt met diegene dan kan die persoon al je wachtwoorden vrijgeven of iets met je account doen. Maar hoe kan je weten of je iemand kan vertrouwen? Nou ooit heb ik een leugen aan mijn beste vriend verteld en zei dat het “een geheim” was en dat hij niet moest doorvertellen. Daardoor kwam ik achter dat ik hem absoluut kon vertrouwen. Het grootste geheim dat mijn vriend aan mij verteld heeft is…. Het is niet voor niets een geheim.

Slide 27 - Diapositive

De Dagboeken
Geheimen zijn overal, maar de beste geheimen zijn altijd op school en het is meestal in bepaalde klas. Hoe zou de wereld worden als iedereen in een dagboek schreef? Wat zouden mensen dan ontdekken.
Tess (18 jaar)
10 Maart 2019                                                                                                                                                  
Vandaag was echt f@#*ed up. Ik heb het uitgemaakt met mijn vriend. Hij ging vreemd met mijn moeder, maar ik kan dat niet tegen andere mensen zeggen. Het zou echt beschamend zijn. Ik zou ermee kunnen omgaan dat hij stiekem drugs verkoopt, maar seks hebben met mijn moeder is waar ik de grens trek. Mijn ouders zijn gescheiden en ik woon met mijn vader, dus mijn moeder en ik hebben niet echt een goeie relatie. Nu is het wel erger. In conclusie dit was het ergste dag ooit in mijn leven.

Derek (20 jaar)
10 Maart 2019                                                                                                                                                
Vandaag was ok. Tess heeft het uitgemaakt but i don’t care. Ze was niet eens belangrijk. Ik kan letterlijk weer een andere vriendin krijgen. Is niet zo moeilijk. Ik maak me alleen zorgen over wat ze aan de anderen gaat zeggen. Ze moet niet over me praten anders gaat ze zien. Anyways, vandaag heb ik heel veel drugs verkocht, maar mijn ouders beginnen achterdochtig te worden. Ze stellen te veel vragen. Like stfu. Dat is het voor vandaag. Later.

Slide 28 - Diapositive

Lees dit verhaal...

Slide 29 - Diapositive

Maak een foto van je aantekeningen!

Slide 30 - Question ouverte