Didactiek 6.4.

• Didactiek
• MBO
• Studiejaar 2

Didactiek 6.4.

Vorige week..

• Noem de 3 kenmerken van een goede samenwerking.
• Wat is een onderwijsleergesprek? 

Lesdoelen 6.4.

• De student weet welke factoren bepalend kunnen zijn voor de keuze van een didactische werkvorm.
  
• De student kent de indeling in coöperatieve/competitieve en individualistische werkvormen en kan hiervan voorbeelden benoemen.
  
• De student kent de voor- en nadelen van de verschillende categorieën en weet wanneer het beste voor een bepaalde categorie gekozen kan worden.  

Paragraaf 2.3.

Cooperatieve werkvorm

competitieve werkvorm

Individualistische werkvorm

Samenwerken 

Concurrenten 

Zelfstandig werken

Didactische werkvormen

• Coöperatieve werkvorm: Samenwerken
• Competitieve werkvorm: concurrenten
• Individualistische werkvorm: zelfstandig werken 

Coöperatieve werkvorm

• Samenwerken
• Simultane interactie: In gesprek met elkaar
• Voorbeeld: Flitskaarten,

Hoe herkennen jullie de coöperatieve werkvorm in het volgende filmpje?

Mix en match

Hoe herkennen jullie de coöperatieve werkvorm in het volgende filmpje?

Interview

- bedenk een vraag over didactische werkvormen en stage.

-stel de vraag aan je buurman en probeer hier over door te vragen.

- doe dit ook andersom

Competitieve werkvormen

• Concurrenten
• Op snelheid of hoeveelheid
• Risico: Ongewenst gedrag
• Voordeel: stimuleert
• Voorbeeld: quiz

We gaan nu zelf aan de slag met een competitieve werkvorm

Individualistische werkvorm

• Zelfstandig werken
• Het oefenen met kennis en vaardigheden
• Lezen, schrijven, onderzoeken, uitvoeren
• Voorbeeld: Het presenteren van een onderzoek

Welke didactische werkvorm is het meest effectief?

Coöperatief

Competitief

Individualistisch

Opdracht

Vul individueel dit werkblad in. 

circa 10 min.

Daarna klassikaal bespreken

Zijn er nog vragen over de les?

Eindopdracht 3

Energizer bedenken:

• Kies een coöperatieve of een competitieve werkvorm.
• Wat is het doel van de energizer en de gekozen werkvorm?
• Leg de energizer uit 
• Vertel hoe de energizer aansluit op de gekozen werkvorm.
• Leg uit welke benodigdheden je nodig hebt voor de energizer.
• Leg uit hoe je het lokaal zou indelen voor de energizer.
• Leg uit hoe je de energizer zou begeleiden.