Les 11: Afweer

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Instructie voor klaar zitten start les:

• Etui
• Agenda
• Schrift/blaadje (aantek)
• Chromebook ingelogd (lessonup) op tafel 
• KAUWGOM UIT

Wat gaan we vandaag doen?

• Vakantie! 
• Korte herhaling
• Afweer 
• Opdracht 
• De les afsluiten 

Hoe was je vakantie?

Periode 3: Op reis

Afweer 

Belangrijke data! 

Pak je agenda erbij! 

Tussentijdse beoordeling:

Inleveren uitlegkaart 1 t/m 6 (17/05) Deze ga ik dit weekend dan al nakijken! 

Presentatie op reis:

07/06

inleveren website + logboek

Leerdoelen

• Na deze les ...
• Je benoemt de onderdelen van bloed, daarbij beschrijf je wat de functie is van plasma, witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
  
• Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een wondje, als er bacteriën in de huid komen en hoe een wondje wordt dichtgemaakt (stolling en fibrinogeen).
  
• Je verklaart wat in het lichaam gebeurt na een inenting, je beschrijft hierbij wat er in het lichaam wordt gespoten en wat de reactie van het lichaam is.
  
• Je benoemt wat het betekent dat iemand immuun is voor een bepaalde ziekte.

Waar hebben we het ook alweer over gehad?

Waarom maak je dingen schoon?

1. Persoonlijke redenen (schone kamer)
2. Behoud materialen (roest voorkomen)
3. Veiligheid (vb tas opruimen)
4. Hygiene (= alles wat je doet om gezond te blijven)

• Hygiëne wilt eigenlijk zeggen dat je ziekteverwekkers weg probeert te houden.

Ziekteverwekkers

Opdracht bloed

• Rode bloedcellen: ?
• Witte bloedcellen: ?
• Bloedplaatjes: ?

• Wat: Zoek de begrippen op in de website en schrijf erachter wat het doet. 

Bonus vraag: Wat hebben die bloedcellen met ziekteverwekkers te maken?

Bloed

• Rode bloedcellen: vervoeren zuurstof naar elke plek in je lijf. Lichter/helder rood = veel zuurstof & donkerrood = weinig zuurstof
• Witte bloedcellen: De witte bloedcellen in je bloed beschermen je lichaam tegen infecties. Ze komen in actie als bacteriën en virussen je lichaam binnendringen. Ze doden de bacteriën en virussen en proberen er zo voor te zorgen dat je niet ziek wordt.
  
• Bloedplaatjes: Bloedplaatjes zorgen er dan voor dat je wondje niet blijft bloeden. Ze maken een wirwar van draadjes bij het wondje. In dat web blijven allerlei andere plaatjes en bloedcellen plakken. Daardoor stopt het bloeden en krijg je een korstje. Dit heet ook wel het stollingsproces. 

Vaccinatie 

1. Bij een vaccin of ook wel een inenting wordt er een verzwakte ziekteverwekker het lichaam in gespoten. 
   
2. Er worden antistoffen gemaakt door witte bloedcel die passen op de antigenen van de ziekteverwekker. 
   
3. Als je een keer het 'echte' virus binnenkrijgt, kan jouw immuunsysteem de ziekte herkennen en snel tegen het virus vechten. Geheugencellen!

Superschema 

• Wat: samen met jouw groepje ga je een superschema maken over vaccineren 
• Wie: groepjes
• Hoe lang: 10 min daarna 5 min doordraaien + uitleggen
• Klaar? Oefen het uitleggen van het superschema alvast op jouw groepsgenoten. De docent kiest namelijk wie er doordraaien! Iedereen moet het dus uit kunnen leggen.

Uitlegkaart 7 (afweer)

• Wat: Uitlegkaart 7 
• Wie: groepjes van "op reis"
• Hoe lang: Tot 10 min voor het einde van de les
• Klaar? Aan de slag met theoriekaart 9  (dit is ook huiswerk)

Leerdoelen

• Na deze les ...
• Je benoemt de onderdelen van bloed, daarbij beschrijf je wat de functie is van plasma, witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
  
• Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een wondje, als er bacteriën in de huid komen en hoe een wondje wordt dichtgemaakt (stolling en fibrinogeen).
  
• Je verklaart wat in het lichaam gebeurt na een inenting, je beschrijft hierbij wat er in het lichaam wordt gespoten en wat de reactie van het lichaam is.
  
• Je benoemt wat het betekent dat iemand immuun is voor een bepaalde ziekte.