les 3 Sprachstdt

Donnerstag, den 9.09.21
Ga vandaag in tweetallen zitten (je hoeft niet in je groepje te zitten)
1. Interview - Voordoen
2. Werk met de tekst - Zelt 1
3. Verder werken aan onderdeel Zelt 2 en 3
4 Als huiswerk leer je de aangegeven woorden (kijk oefenboekje) en de gesprekken: "Toeristeninformatie" en " het gesprek met de reiziger"
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Donnerstag, den 9.09.21
Ga vandaag in tweetallen zitten (je hoeft niet in je groepje te zitten)
1. Interview - Voordoen
2. Werk met de tekst - Zelt 1
3. Verder werken aan onderdeel Zelt 2 en 3
4 Als huiswerk leer je de aangegeven woorden (kijk oefenboekje) en de gesprekken: "Toeristeninformatie" en " het gesprek met de reiziger"

Slide 1 - Diapositive

Het gesprek in het café


Voorbeeldgesprek Café

Slide 2 - Diapositive

Zelten 1
  1. Ich werde euch jetzt den Text vorlesen. Ihr sollt im Text die Wörter unterstreichen, die ihr nicht kennt. Übungsbuch Seite 8
  2. Ratet bitte darnach die Bedeutung dieser Wörter. ; Wieviel von dem Text hast du verstanden?
  3. Unterstreiche jetzt alle Signalwörter im Text und gib an welche Funktion sie haben. Die Signalwörter findet ihr auf Seite 9; Worauf sollen wir noch Achten? 
  4. Jetzt machen wir eine schematische Zusammenfassung 
  5. Jetzt schreibst du eine Geschichte - "omkeren"
  6. Jetzt Sprechen: spreken over mijn leven Seite 9 
  7. Bist du fertig? Geh zur Seite 10; 11 ;12;13

 

 

 

 

 

BIJLAGEN
1459493672_Signaalwoorden_Duits.docx


Slide 3 - Diapositive

Zelten 1
Tweede keer lezen: gebruik de aantekeningen uit de eerste keer
lezen om een schematische (ik laat jullie onder deze dia een voorbeeld zien)  samenvatting te maken. Daarin komen onder andere de belangrijkste begrippen uit de tekst te staan, niet in zinnen, maar als losse woorden, verbonden doorpijltjes, lijnen, opsommingstekens en wat je zelf nog voor  symbolen wilt gebruiken. 

Nu gaan we de tekst vertalen; 

 

 

 

BIJLAGEN
1459493672_Signaalwoorden_Duits.docx


Slide 4 - Diapositive

Zelten 1
1. Je maakt dus zo een samenvatting van de tekst en vervolgens ga je de inhoud van deze tekst aan elkaar vertellen;
2. Daarna maak je de schrijfopdracht 50 blz. 9 en gebruik je de gemaakte schematische samenvatting; Ook gebruik je de Taalregels en signaalwoorden die je op blz. 9 vindt. Je moet minimaal 4 signaalwoorden gebruiken. De signaalwoorden die je gebruikt hebt in dit stukje moet je op de volgende pagina (10) doorstrepen. 
Nu wisselen we van partners en vertellen aan hen het verhaaltje

Slide 5 - Diapositive

Übungsbuch Seite 9
  • Die Signalwörter
  • Die groß Schreibung 
  • Verben: haben, sein 

Slide 6 - Diapositive

Groepjes Sprachstadt
Groepje 1: Clementine - Wouter - Fenna.   
Groepje 2: Delany - Benjamin - Juul - Philip 
Groepje 3: Cas - Rozalien - Toine  
Groepje 4: Anouk - Fieke - Mees  
Groepje 5: Babette - Job - Florian  
Groepje 6: Amélie - Mert - Robin 
Groepje 7: Roel - Floris S - Lars

Slide 7 - Diapositive

Het gesprek: de toeristeninformatie,  het gesprek met een reiziger, Zeltplatz 


oefenboekje blz 6; 7; 8; 9;10;11
Het kleine boekje blz. 7; 8; 9; 12;13

Slide 8 - Diapositive

Signalwoorden - Auf Seite 9 findest du auch einige Signalwörter. Gib den Wörtern die Funktion im Satz.
Opsomming= Auch - ook; Und - en; Außerdem - bovendien  ; Sowie - alsook, alsmede; Nicht nur…sondern auch - niet alleen…maar ook; Daneben - daarnaast; Oder - of (opsomming van mogenlijkheden)
Tegenstelling= Aber - maar, echter; Doch - toch; Dagegen/hingegen - daarentegen; Dennoch/trotzdem - desondanks; trotz - ondanks; Obwohl - hoewel; Nicht…sondern… - niet…maar; Statt - in plaats van 

 

 

Reden/argument=

Weil/da - omdat

Denn - want

Nämlich - namelijk

Deswegen/deshalb/darum/daher - daarom   

Wegen - vanwegen

Aus diesem Grund - om deze reden 

 

Oorzaak en/of gevolg=

Indem/dadurch dass - doordat, door te

Dadurch - daardoor

Es ist…zu verdanken - het is aan…te danken         

Die Ursache hierfür ist - de oorzaak hiervoor is

Sodass/so dass – zodat

 

Doel/middel=

Damit - opdat

Um - om

Dazu - daartoe, met het doel

Womit - waarmee

Mittels/durch - door middel van

Mithilfe - met behulp van

 

 

 

 

Voorbeeld=

Zum beispiel - bijvoorbeeld

So - zo

Wie – zoals
Besonders/vor allem - vooral, in het bijzonder

Sogar – zelfs

 

Tijds(vervolg)=

Schon/bereits - al, reeds

Bevor - voordat

Bisher - tot nu toe

Damals - destijds

Erst - pas, niet eerder dan

Gerade - (zo)juist, net

Vorher - voeger, ervoor

Während - tijdens, gedurende

Heute - tegenwoordig, vandaag

 

Hoeveelheid/mate waarin=

Täglich – dagelijks Je…desto - hoe… des te

Regelmäßig - regelmatig

Ot/häufig - vaak

Nie - nooit

Meistens - meestal

Manchmal - soms

Kaum - nauwelijks

Gar(+ontkenning)/ganz - helemaal

 


 

 

 

 

 

BIJLAGEN
1459493672_Signaalwoorden_Duits.docx


Slide 9 - Diapositive

Signalwoorden 
Reden/argument= Weil/da - omdat; Denn - want; Nämlich - namelijk; Deswegen/deshalb/darum/daher - daarom   ; Wegen - vanwegen; Aus diesem Grund - om deze reden 
Oorzaak en/of gevolg= Indem/dadurch dass - doordat, door te; Dadurch - daardoor; Es ist…zu verdanken - het is aan…te danken ; Die Ursache hierfür ist - de oorzaak hiervoor is; Sodass/so dass – zodat
Doel/middel= Damit - opdat; Um - om; Dazu - daartoe, met het doel; Womit - waarmee; Mittels/durch - door middel van; Mithilfe - met behulp van

 

 

 

 

Voorbeeld=

Zum beispiel - bijvoorbeeld

So - zo

Wie – zoals
Besonders/vor allem - vooral, in het bijzonder

Sogar – zelfs

 

Tijds(vervolg)=

Schon/bereits - al, reeds

Bevor - voordat

Bisher - tot nu toe

Damals - destijds

Erst - pas, niet eerder dan

Gerade - (zo)juist, net

Vorher - voeger, ervoor

Während - tijdens, gedurende

Heute - tegenwoordig, vandaag

 

Hoeveelheid/mate waarin=

Täglich – dagelijks Je…desto - hoe… des te

Regelmäßig - regelmatig

Ot/häufig - vaak

Nie - nooit

Meistens - meestal

Manchmal - soms

Kaum - nauwelijks

Gar(+ontkenning)/ganz - helemaal

 


 

 

 

 

 

BIJLAGEN
1459493672_Signaalwoorden_Duits.docx


Slide 10 - Diapositive

Signalwoorden 
Voorbeeld= Zum Beispiel - bijvoorbeeld; So - zo; Wie – zoals; Besonders/vor allem - vooral, in het bijzonder; Sogar – zelfs ; 
Tijds(vervolg)=Schon/bereits - al, reeds; Bevor - voordat; Bisher - tot nu toe; Damals - destijds; Erst - pas, niet eerder dan; Gerade - (zo)juist, net; Vorher - voeger, ervoor; Während - tijdens, gedurende; Heute - tegenwoordig, vandaag; 
Hoeveelheid/mate waarin= Täglich – dagelijks;  Je…desto - hoe… des te; Regelmäßig - regelmatig; Ot/häufig - vaak; Nie - nooit; Meistens - meestal; Manchmal - soms; Kaum - nauwelijks; Gar(+ontkenning)/ganz - helemaal


 

 

 

 

 

BIJLAGEN
1459493672_Signaalwoorden_Duits.docx


Slide 11 - Diapositive