Hoofdstuk 13 - bij vrienden

■  mening vragen / geven 
■ praten over koetjes en kalfjes 
■ zullen
■ conjuncties onderschikkend
■ uitspraak: -lijk en -ig
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2WOStudiejaar 6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

■  mening vragen / geven 
■ praten over koetjes en kalfjes 
■ zullen
■ conjuncties onderschikkend
■ uitspraak: -lijk en -ig

Slide 1 - Diapositive

Leuke trui! 
Hoe is het met de kinderen?
Wat een weer hè?!
Koetjes en kalfjes
Was het druk op de weg?
Wat een warmte...
Kon je het vinden?
Wat heb je een leuk huis.
Wat waait het hard, hè? 
Heb je het druk op je werk?

Slide 2 - Diapositive

Hoe laat neemt hij de de bus naar zijn werk. 
Wie zitten ook in de bus. 
Waar praten ze over?
Hoe laat neemt hij de bus naar huis? 
Wie zitten er aan het eind van de dag ook weleens in de bus? 
 Waar praten ze 's middags over in de bus?  
Waarom vindt hij het leuk om met de anderen te praten?

Slide 3 - Diapositive

Hij zegt dat het regent.
Hij vraagt of het regent.
Hij vraagt waarom het regent.
Ik vind dat ...
indirecte rede
bijzin
statement
onzekerheid
open vraag
mening geven
Volgens mij ...
inversie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

voorstel
belofte
waarschijnlijkheid
toekomst
vragen om advies
sterke wil van de spreker
inleven in een situatie
zullen
proposal
promise
probability
future
ask for advice
strong will of the speaker
empathize with a situation

Slide 6 - Diapositive

voorstel - 1
belofte - 2
waarschijnlijkheid - 3
toekomst
vragen om advies
sterke wil van de spreker
inleven in een situatie
zullen
H 14
promise
proposal
probability
Ik zal / we zullen
belofte
Zal ik / we zullen
voorstel

Slide 7 - Diapositive

en - opsomming
of - keuze
maar - tegenstelling
want - reden
dus - conclusie
nevenschikkend
coördinating
Ik blijf thuis
want
ik ben ziek.
conjuncties
onderschikkend
subordinating
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…
Ik blijf thuis
omdat
ik ziek ben.

Slide 8 - Diapositive

Ik blijf thuis omdat ik ziek ben.
hoofdzin - bijzin
Toen ik ziek was, bleef ik thuis.
Aangezien ik ziek ben, blijf ik thuis.
Als ik ziek ben, blijf ik thuis.
bijzinnen
verb, verb
Omdat ik ziek ben, blijf ik thuis.
bijzin - hoofdzin met inversie
Ik kom niet, omdat ik thuis moet blijven.
modal verb infinitief

Slide 9 - Diapositive

Luister naar het liedje en kijk naar het filmpje. 
Noem minimaal vijf dingen die raar zijn.

Slide 10 - Diapositive

vuur
zee
ballon
baksteen
lucht
gras
kat
hond

Slide 11 - Diapositive

huiswerk
Beschrijf in één minuut je beste vriend(in). Waarom kom je graag bij hem of haar?

Slide 12 - Diapositive

associëren
vrienden



laatste woord?
timer
2:00
opdracht 10

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

huiswerk
Blz. 192 
Verzamel zinnen die je gebruikt met een belofte

Coutinho.nl 
extra materiaal -> intensief luisteren -> tekst met pauzes
extra materiaal ->  extra opdracht 1 -> de imperfectum

Slide 15 - Diapositive

Maak een zin met het werkwoord in de (im)perfectum.
blz. 281 en 285
onregelmatige werkwoorden
e

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

oe - u - uu

Slide 22 - Diapositive

huiswerk
Wat kun jij lekker koken!
De avond ging te snel voorbij.
Schrijf een bedankje aan je vrienden.
opdracht 10, blz. 162
We hebben heerlijk gegeten.
De volgende keer bij mij?
Bedankt voor de gezellige avond.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive