Herhaling leereenheid 20

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1,2

Herhaling

Vandaag

Herhalen:

- botten en spieren leereenheid 20

Leerdoelen

- De student kent de bouw, ligging en functies van het onderbeen.

- De student kent het verloop en de werking van de onderbeenspieren.

"kleurplaten" deelopdracht 1

Uit welke botten bestaat de bekkengordel?

bekkengordel bestaat uit heiligbeen, staartbeen, schaambeenvoeg en twee heupbeenderen (= darmbeen, zitbeen en schaambeen).

Uit welke botten bestaat het heupbeen?

heupbeen bestaat uit darmbeen, zitbeen en schaambeen

voorkant been

achterkant been

tweehoofdige dijbeenspier

vierhoofdige dijbeenspier

slanke dijbeenspier

spanspier van de dijschede

Uitleg onderbeen

Knieschijf

Beschermt kniegewricht.

Grootste sesambeen.

Ligt los van andere botten, in pees van vierhoofdige dijbeenspier.

Wat voor gewricht is het kniegewricht?

1. Kogelgewricht
2. Eigewricht
3. Scharniergewricht
4. Draaigewricht

Kniegewricht

Gevormd door scheenbeen en dijbeenknobbels 

= scharniergewricht

Kraakbeen (meniscus) zorgt dat de botten goed op elkaar aansluiten.

Scheenbeen

Voorzijde van het onderbeen

Kniegewricht naar enkelgewricht.

Scheenbeenknobbels bovenzijde

Voorste scheenbeenknobbel -> aanhechtingsplaats vierhoofdige dijbeenspier.

Scheenbeen

Ter hoogte van de enkel scheenbeen verdikt -> dit wordt de binnenenkel genoemd.

Te zien aan binnenzijde van je enkel

Kuitbeen

Achterzijde onderbeen.

Kniegewricht tot enkelgewricht. 

Kuitbeen en scheenbeen verbonden met bindweefsel vlies -> strafgewricht

Kuitbeen

Aan onderkant buitenzijde heeft de kuitbeen een verdikking -> buitenenkel. 

Te zien aan de buitenkant van je enkel. 

Enkelgewricht

Kuitbeen samen met scheenbeen en deel van voetwortelbeentjes.

Bovenste spronggewricht zorgt dat voet op en neer kan -> scharniergewricht.

Onderste spronggewricht zorgt dat de voet kan kantelen.

Hoe noemen we het bot dat rood gekleurd is?

1. Dijbeen
2. Scheenbeen
3. Kuitbeen
4. Spaakbeen

Wat is een voorbeeld van een straf gewricht?

1. elleboog
2. knie
3. verbinding spaakbeen en ellepijp
4. verbinding kuitbeen en scheenbeen

Tweehoofdige kuitspier

O: 

- buitenste dijbeenknobbel

- binnenste dijbeenknobbel

A: achterkant onderbeen

W:

- buigt knie naar achteren

- buigt de voet naar voetzool

- draait de voet naar buiten

Voorste scheenbeenspier

O: scheenbeen net onder de knie

A: voetwortelbeentjes

W: neerkomen van de voorkant van de voet tijdens het lopen. 

Opdracht 

Beauty level online

Blok onderste extremiteiten

Les onderbeen