Herhaling 2.1-2.3 (Grieken) GT1

Herhaling Grieken
Paragraaf 2.1 - 2.3
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Grieken
Paragraaf 2.1 - 2.3

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
Aan het einde van de les: 
  • Heb je duidelijk wat de kern van paragraaf 2.1 -2.3 is  
  • Weet je welke onderdelen je al goed kent en met welke onderdelen je nog moeite hebt 

Slide 2 - Diapositive

Deze les:
  • Herhaling P2.1 -2.3 met vragen (~20 min) 
  • Vragen (~5 min) 
  • Aan de slag ( ~20 min) 
  • Afsluiting 

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over
de Griekse polis?

Slide 4 - Carte mentale

Wat weet je nog over
de Griekse
goden?

Slide 5 - Carte mentale

Hoofdstuk 2: de Grieken vind plaats in:
'Tijdvak 2: de tijd van Grieken en Romeinen'

Een andere naam voor deze tijd is (...).
A
De middeleeuwen
B
De oudheid
C
De prehistorie
D
De nieuwe tijd

Slide 6 - Quiz

Griekenland was niet verenigd, welke twee redenen hiervoor zie je op de kaart?

Slide 7 - Question ouverte

Stadsstaat (polis)
De mensen in een polis voelden zich nauw met elkaar verbonden. Vaak voelden ze zich meer een inwoner van de polis dan een Griek.
Vruchtbare grond.
De Grieken handelden veel en waren goede scheepsbouwers.
Akropolis: 'Hoge stad' Hier stonden ook de belangrijkste tempels.

Slide 8 - Diapositive

Sparta                       Athene

Slide 9 - Diapositive

Een Griekse polis kan als klein land worden gezien, omdat het bijvoorbeeld een eigen bestuur had.
Welk woord, dat is afgeleid van polis, heeft te maken met het bestuur van een stad of land?

Slide 10 - Question ouverte

Welke bestuursvorm hoort hierbij?

Eén persoon heeft de macht, zijn zoon zal hem in de toekomst opvolgen.
A
Aristocratie
B
Monarchie
C
Democratie
D
Tirannie

Slide 11 - Quiz

Welke bestuursvorm had Athene en wie had hierbij de macht?

Slide 12 - Question ouverte

Athene had een (...) democratie, Nederland heeft juist een (...) democratie.
A
Indirecte, directe
B
Directe, indirecte

Slide 13 - Quiz

Het dagelijks leven in zo'n polis zag er heel anders uit dan tegenwoordig

Slide 14 - Diapositive

Het dagelijks leven in Athene:
Kreeg onderwijs
Hoofd van het gezin
Hielden toezicht op slaven en geld
Voorbereidt op huwelijk
Mannen
(Rijke) vrouwen
Jongens
Meisjes

Slide 15 - Question de remorquage

In een polis was ongelijkheid heel normaal, zo was slavernij de normaalste zaak van de dag

Slide 16 - Diapositive

Burgers (vrije Atheense mannen)
Vrouwen
Slaven
Vreemdelingen (vrije mannen)

Slide 17 - Question de remorquage

Wie van deze groepen heeft burgerrecht?
A
Vrije Atheense mannen
B
Vrije mannen (vreemdelingen)
C
Vrouwen
D
Slaven

Slide 18 - Quiz

Door deze sociale ongelijkheid (sociale lagen) had maar een kleine groep invloed in het bestuur.

Geef hier een argument voor:

Slide 19 - Question ouverte

Griekse goden:

Slide 20 - Diapositive

De Grieken geloofden in veel goden, maar waarom?
Leg dit kort uit:

Slide 21 - Question ouverte

Deze goden 
leken veel 
op mensen

Slide 22 - Diapositive

Welk kenmerk van Griekse goden herken je hier?

Slide 23 - Question ouverte

Welke manier van godenverering? 
Feesten / sportwedstrijden organiseren
Tempels en beelden bouwen
Offers brengen aan een altaar

Slide 24 - Question de remorquage

Wetenschap en filosofie

Slide 25 - Diapositive

Sommige Grieken geloofden niet in goden, zij gingen kennis verzamelen en bestuderen. Dit is het begin van (...)
A
Filosofie
B
Wetenschap

Slide 26 - Quiz

Geef een argument waarom deze afbeelding bij wetenschap past:

Slide 27 - Question ouverte

Filosofie
Wetenschap
Zoeken naar wijsheid door vragen te stellen 
Onderzoeken de natuur / mens 

Slide 28 - Question de remorquage

Alle Griekse gewoontes, gebruiken, gebouwen, godenverhalen en dergelijke is de Griekse cultuur

Slide 29 - Diapositive

Welk voorbeeld van
Griekse cultuur
zie je hier?
A
Bouwkunst
B
Schilderkunst
C
Filosofie
D
Godenverhalen

Slide 30 - Quiz

Vragen? 
Iets wat je nog zou willen weten?

Slide 31 - Diapositive

Samenvatten:
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Aan de slag:
Twee mogelijkheden: 
1: Je kennis testen?

Je gaat (alleen of in tweetallen) de test jezelf van 2.2 en 2.3 maken 
2: Oefenen met samenvatten? 

Je gaat oefenen met samenvatten (Cornell-schema) 

Slide 34 - Diapositive

Afsluiting:
Wat heb je vandaag geleerd? 
Heb je iets nieuws geleerd? 

Slide 35 - Diapositive

Afsluiting: 
  • Heb je helder waar paragraaf 2.1 -2.3 over gaan? 
  • Wat gaat al goed van deze paragrafen? 
  • Waar heb je nog wat moeite mee? 
  • Hoe ga je hieraan werken? 

Slide 36 - Diapositive