4H thema 6 BS 2 deel 2

Het oog
Havo 4
Thema 6
Basisstof 2
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het oog
Havo 4
Thema 6
Basisstof 2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag 
Leerdoel:
  • Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten
  • Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien

Programma:
  1. Bespreken opdracht 9, 10, 11 en 14
  2. Uitleg met vragen:
- hoe reguleert de iris de hoeveelheid licht?
- hoe nemen we het licht waar? --> van netvlies tot visuele schors
   3. Zelf werken

Slide 2 - Diapositive

Albino= pigment afwijking --> Waardoor is de iris van een albino rood?

Slide 3 - Question ouverte

Bouw oog (87C)
12. harde oogrok met 1. oogspier
2. bindvlies wat op harde oogrok ligt (oogwit)
5. hoornvlies
13. vaatvlies
6. iris met 4. pupil
8. straalvormig lichaam (= 9 + 7)
9. accomodatiespier
7. lensbandjes  met 10. lens
11. glasachtig lichaam
14. netvlies met 15. blinde vlek en daarachter 16. oogzenuw


Slide 4 - Diapositive

Binas 87C

Slide 5 - Diapositive

Wat is nummer 1?
A
Blindevlek
B
Gele vlek
C
Pupil
D
Zenuwvlek

Slide 6 - Quiz

Welke reflex treed op als je het hoornvlies prikkelt?
A
Pupilreflex
B
Oogzenuwreflex
C
Ooglidreflex

Slide 7 - Quiz

Bij veel licht is de pupil ...?
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Pupilreflex

Slide 10 - Diapositive

Accommoderen vs. regulatie pupil
Accommoderen: kringspier (straalvormig lichaam) met lensbandjes (geen spierweefsel)
--> aangespannen: bolle lens
--> ontspannen: platte lens

Regulatie pupil: kringspier en straalsgewijs lopende spieren
--> kringspieren aangespannen: kleine pupil
--> straalsgewijs lopende spieren aangespannen: grote pupil

Slide 11 - Diapositive

Via welk deel van het centrale zenuwstelsel verloopt de reflexboog van de pupilreflex?
A
Kleine hersenen
B
Hersenschors
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Netvlies
  • Veel zintuigcellen: 
  • --> Kegeltjes: kleur 
  • --> Staafjes: contrasten (zwart-wit)
  • Licht valt op pigment laag waar de zintuigcellen tegenaan liggen.
  • Elektrische impulsen gaan naar de hersenen via de oogzenuw 
  • Blinde vlek: geen zintuigcellen (zenuw verlaat oogkas)
  • Gele vlek: heel veel kegeltjes 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Stereoscopie
  • De impulsen worden via je oogzenuw naar het gezichtscentrum in de hersenen geleidt. 
  • De oogzenuwen van beide ogen kruisen elkaar midden in de hersenen. Dit noemen we het optisch chiasma. 
  • De informatie van de rechterkant van je gezichtsveld gaat naar je linkergezichtscentrum en vice versa
  • Omdat je 2 ogen hebt krijgen je hersenen 2 verschillende beelden binnen
  • Het verschil tussen de beelden gebruiken je hersenen om diepte te zien
  • Je hebt dus 2 ogen nodig om goed diepte te kunnen inschatten

Slide 18 - Diapositive

Met de Gele vlek kun je vooral.....
A
Kleuren zien
B
In het donker goed zien
C
Contrasten (zwart/wit) zien
D
In het licht slecht zien

Slide 19 - Quiz

Kunnen mensen met één oog net zo goed diepte inschatten als mensen met twee ogen?
A
Ja
B
Nee
C
Dit is niet afhankelijk van het aantal ogen

Slide 20 - Quiz

Zelf werken
Lezen:
BS 2 (blz. 77 t/m 80)

Maken:
BS 2 opdr. 16 t/m 21

Kun je:
  • de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten?

Slide 21 - Diapositive

Heb je nog vragen?

Slide 22 - Question ouverte