KD Weerbaarheid 14

Fysieke weerbaarheid
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
VitaliteitBeroepsopleidingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fysieke weerbaarheid

Slide 1 - Diapositive

Wat versta jij onder Fysieke Weerbaarheid?

Slide 2 - Question ouverte

Fysieke weerbaarheid
  • Fysieke vaardigheden zijn technieken om jezelf te verdedigen. Bijvoorbeeld: Ontwijken, stoten, trappen etc.

  • Als je weet dat je jezelf kan verdedigen, geeft dat meer zelfvertrouwen en uitstraling. Een tegenstander durft dan minder snel wat te doen.

Slide 3 - Diapositive

Geweld


''Elke dwangmatige kracht van meer dan geringe betekenis uitgeoefend op personen of zaken.'' 

Slide 4 - Diapositive

Geweldspiraal
  • Soms (bijv. aanhoudingsituatie) is het nodig  om gepast geweld te gebruiken.

    Hierbij is het belangrijk dat de geüniformeerde niet meer geweld gebruikt dan nodig is (proportioneel optreden) en dat het in verhouding staat met de gebeurtenis. 

Slide 5 - Diapositive

Iemand geeft jou als beveiliger een duw. Jij als beveiliger trapt hem als reactie in zijn buik ter verdediging. Is dit in verhouding?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Geweldspiraal
  • Geweldsoorten indelen in zwaarte
    Stem verheffen staat onderaan, iemand vermoorden bovenaan...

  • Krijg je te maken met geweld, probeer dan de geweldspiraal zo laag mogelijk te houden om zo de-escalerend op te treden.

Slide 7 - Diapositive

Waarom is het zo belangrijk dat je fysiek weerbaar kan opstellen?

Slide 8 - Question ouverte

Belang van fysieke weerbaarheid

  • Als je weet dat je jezelf kan verdedigen, geeft dat meer zelfvertrouwen en uitstraling. Een tegenstander durft dan minder snel wat te doen. 
  • Je kan beter de-escalerend optreden. De-escalerend optreden is er alles aan doen om een situatie rustig te krijgen of houden. 

Slide 9 - Diapositive

Basishouding geweldspiraal & basisverdediging

  • Maak oogcontact en blijf de ander recht aankijken 
  • Rechtop staan, knieën iets gebogen
  • Zet één been altijd voor (Als je rechts bent, linkervoet voor)
  • Handen altijd voor u en open (Als je rechts bent, rechterhand iets achter de linkerhand)


Slide 10 - Diapositive