Les 1

Welkom
HFSK 7 samenvatten

HFSK 8 begin maken?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom
HFSK 7 samenvatten

HFSK 8 begin maken?

Slide 1 - Diapositive

Wij gaan even HFSK 7 doornemen
Probeer de volgende vragen te beantwoorden

(Economische sprong van Europa)

Slide 2 - Diapositive

Par 1

Slide 3 - Diapositive

Voor de Industriële Revolutie....
A
Leefde 90% van de bevolking in de stad
B
Was de verhouding platteland-stad 50-50
C
Leefde 90% van de bevolking op het platteland
D
weten wij niet hoe de verhoudingen waren

Slide 4 - Quiz

In de 18de eeuw was er in Engeland sprake van een grote economische groei. Wat is hiervan 1 oorzaak?
A
De vrede met Frankrijk
B
De landbouwopbrengsten namen enorm toe
C
De Engelse pond werd veel meer waard dan andere Europese valutas
D
Schotland, Wales en Ierland hielden zich braaf waardoor er meer rust, vrede en stabiliteit was

Slide 5 - Quiz

Van thuiswerkplaats naar fabriek
-Engeland begon als eerste land te industrialiseren

-Nijverheid verdwijnt, fabrieken ontstaan

-Oorzaken grote economische groei
landbouwopbrengsten, groei bevolking, grondstoffen uit kolonien

Slide 6 - Diapositive

Waarom werden er tijdens de Industriële Revolutie veel fabrieken langs het water gebouwd?
A
Om gebruik te maken van de waterkracht
B
Omdat de arbeiders na een lange werkdag wel zin hadden om een ´frisse´ duik te nemen
C
Om al het afval in het water te dumpen
D
Omdat er nog geen spoorlijnen waren die mensen en goederen van A naar B vervoerden

Slide 7 - Quiz

Uiteindelijk werden de waterkrachtmachines vervangen door....
A
Kencentrales
B
Modernere werktuigen
C
Schrijfmachines
D
Stoommachines

Slide 8 - Quiz

Welke stof werd er in fabrieken gebruikt om kleren en lakens te produceren?
A
Katoen
B
Polyester
C
Textiel
D
Wol

Slide 9 - Quiz

De eerste fabrieken........

-Stonden naast het water (rivieren), waterkracht was belangrijk

-De stoommachine ontwikkeld zich verder en word effectiever

-Textiel was de meest gebruikte grondstof

Slide 10 - Diapositive

Tijdens de Industriële Revolutie ontstond er een nieuwe sociale klasse in de samenleving. Dit waren de...
A
De bourgeoisie
B
De arbeidersklasse
C
De fabrieksbazen
D
De socialisten

Slide 11 - Quiz

Leven in een 19eeuwse arbeidersgezin was niet leuk...
A
De hygiëne was slecht
B
De arbeidsomstandigheden waren zwaar
C
Je had weinig tot geen privacy
D
Je verdiende heel weinig loon

Slide 12 - Quiz

Waarom probeerden arbeiders in de 19de eeuw niet te staken voor betere leef- en werkomstandigheden?
A
Men was bang om het weinige wat ze hadden, een klein loontje te verliezen
B
Stakingen kwamen in die tijd niet voor
C
Men was bang dat de AIVD s´nachts een bezoekje kwam brengen aan ongehoorzame arbeiders
D
Omdat alle arbeiders hun situatie accepteerden en dit als normaal zagen

Slide 13 - Quiz

Het leven voor een arbeider was zwaar

-Weinig loon, slechte werkomstandigheden, slechte hygiëne, geen privacy

-De arbeidersklasse had het dus zwaar, hadden geen rechten

Slide 14 - Diapositive

Par 2

Slide 15 - Diapositive

Wat is een juiste omschrijving van het begrip nationalisme?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe werd het nationalisme in de 19de eeuw door de overheid gestimuleerd?
A
Door de vrijemarkteconomie te reguleren
B
Door oorlogen met andere landen te voeren
C
Door te investeren in het onderwijs
D
Door vele sociale wetten in te voeren

Slide 17 - Quiz

Waarom werd Willem van Oranje een heel populair figuur eind 19de eeuw in NL? Betrek het begrip nationalisme in je antwoord

Slide 18 - Question ouverte

Nationalisme
In de 19de eeuw kwam het nationalisme in Europa op

Nationalisme: politieke ideologie die stelt dat de staat als politieke eenheid moet voortvloeien uit de natie als historisch gegroeide sociaal-culturele eenheid

Slide 19 - Diapositive

In de 19de eeuw zie je dat veel gebieden met culturele en linguïstische overeenkomsten zich verenigen. Hoe word dit genoemd?
A
Eenwording
B
Vereniging
C
Een Confederatie
D
Een reunificatie

Slide 20 - Quiz

Welke Europese landen bevonden zich in de 19de eeuw in een eenwordings-proces?
A
Spanje en Portugal
B
Duitsland en Polen
C
Frankrijk en Duitsland
D
Italië en Duitsland

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Dit was een samenvatting van par 1 en 2 van HFSK 7

Zijn er nog vragen?

Slide 24 - Diapositive

Volgende keer
HFSK 7 afronden

HFSK 8 bijwerken

Slide 25 - Diapositive