3-5 Berekeningen (blz 116 3.2)

Berekenen (blz 116) 3.2
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Berekenen (blz 116) 3.2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Lesdoelen:
  • Ik kan omrekenen tussen joule, kilojoule en megajoule
  • Ik kan opnoemen hoeveel energie een jongen/ meisje nodig heeft
  • Ik kan omrekenen tussen calorieen en joule
  • Ik kan de energie, massa of volume berekenen als brandstof verbrand
  • Ik kan de hoeveelheid energie in eiwit en vette berekenen

Slide 3 - Diapositive

Energie
  • Bij verbranding komt energie vrij in de vorm van warmte en licht
  • Ook in je lichaam komt energie vrij bij verbranding van voedsel. Dit wordt gebruikt voor beweging en hitte

Slide 4 - Diapositive

Joule
Energie meet je in joule (J).
1 joule is heel klein dus werken we eerden in kJ en MJ
1 kJ = 1 000 J
1MJ = 1 000 000 J

Slide 5 - Diapositive

Energie
  • 1 verdieping omhoog lopen = 10 kJ
  • 1km hardlopen = 200kJ
  • 20% energie nodig voor de werking van je hersenen
  • 14 jarige ongeveer 11 000 kJ per dag 
  • Jongens iets meer

Slide 6 - Diapositive

Voedsel
  • Op etiketten van voedingswaarden staat bij hoeveel energie er bij verbranding in je lichaam vrij komt.
  • 100 gram pindakaas = 2 690 kJ
  • Bij voedsel wordt energie 
       ook aangegeven in 
       kilocalorien (kcal)
        1kcal = 4,2 kJ

Slide 7 - Diapositive

32 kJ = ... J
A
0,032
B
0,32
C
32
D
32 000

Slide 8 - Quiz

3 MJ = ... kJ
A
0,003
B
0,3
C
3
D
3 000

Slide 9 - Quiz

2690 kJ = ... kcal
A
2,69
B
11,298
C
640
D
11 298

Slide 10 - Quiz

Hoeveel kJ is 500 kcal?
A
119
B
0,5
C
500
D
2 100

Slide 11 - Quiz

Verbrandingswarmte
  • 1kg droog hout = 16 MJ warmte
  • 1kg steenkool = 29 MJ
  • Verbrandingswarmte - 
        De hoeveelheid energie wat vrij komt als je 1kg brandstof 
        verbrandt.
  • Vloeibare brandstoffen meet je per liter en gassen per m3

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Berekekingen 
met 
verhoudings-
tabel

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel kJ energie komt vrij bij het verbranden van 33,2 kg droog hout als de verbrandingswarmte van droog hout = 16 MJ/kg
A
482
B
531,2
C
2 075
D
531 200

Slide 15 - Quiz

Hoeveel liter benzine (33MJ/L) heb je nodig voor 690 kJ energie?
A
0,02
B
20,9
C
53
D
22 770

Slide 16 - Quiz

Energie in voedsel
  • Dit wordt meestal aangegeven in kilojoule per 100 gram (kJ/100g) en dranken in kJ/100ml
  • Voedingswaarde= verbrandingswarmte van voedsel
  • Van alle voedingstoffen gebruikt het lichaam
  • koolhydraten, vetten en eiwitten voor verbranding
  • 1g eiwit/ koolhydraten = 17kJ
  • 1g vet = 38 kJ

Slide 17 - Diapositive

Voedingswaarde op een etiket betekent hetzelfde als verbrandingswarmte.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

1kcal is gelijk aan 4,2 kJ
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

De brandstoffen in voedsel zijn eiwitten, vetten en waterstof.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

De verbrandingswarmte van vet is hoger dan die van koolhydraten.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Een liter benzine bevat meer energie dan een liter diesel.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Reken om:
0,85 MJ =
A
0,000 85 kJ
B
0,85 kJ
C
850 kJ
D
850 000kJ

Slide 23 - Quiz

Reken om:
250 000 J =
A
250 000 MJ
B
250 MJ
C
0,25 MJ

Slide 24 - Quiz

730 J =
A
730 000 kJ
B
730 kJ
C
0,73 kJ
D
0,000 73 kJ

Slide 25 - Quiz

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 26 - Carte mentale

Opdracht 30 van het boek (blz. 117)

Slide 27 - Question ouverte

Opgaven
29, 31, 32, 33 (blz 117)

Slide 28 - Diapositive