Sectoren en beroepen les 2 (werkbladen)

• NT2
• ISK

Sectoren en beroepen les 2

Sectoren

Zorg

Industrie

Sport

Doelen

Je kunt drie sectoren noemen.

Je kunt bij elke sector beroepen noemen.

Je kunt aangeven wat je van de sectoren vindt.

Je kunt aangeven welk beroep je het leukst vindt.

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de verzorgende

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de apothekersassistent

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de verpleegkundige

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de laborant

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de arts

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de psycholoog

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de diëtist

Sector:  zorg en welzijn

Beroep: de tandarts

Sector:  sport

Beroep: de sportcoach

Sector:  sport

Beroep: de voetballer

Sector:  industrie

Beroep: de fabrieksmedewerker

Sector:  industrie

Beroep: de magazijnmedewerker

Opdrachten

Je hebt drie sectoren geleerd. Wat vind je van de sectoren? Geef een score.

Je hebt 12 beroepen geleerd. Welk beroep vindt je het leukst? Schrijf het beroep op.

1 niet leuk

2 een beetje leuk

3 leuk

4 heel leuk

Opdracht

Welke score geef je de sectoren?

Welk beroep vind je het leukst? _______________________

Sector zorg	1	2	3	4
Sector industrie	1	2	3	4
Sector sport	1	2	3	4

Terugkijken naar de doelen.
Ik kan drie sectoren noemen.
Ik kan beroepen noemen die bij de sectoren horen.

1. Ik kan drie sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
2. Ik kan twee sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
3. Ik kan één sector noemen en bij elke sector een beroep.

Terugkijken naar de doelen.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.

1. ja
2. een beetje
3. nee